Kunt u m'n economie-antwoorden niet onmiddellijk vernietigen?
Slechts twee kandidaten strompelen na ruim tweeeneenhalf uur de gymzaal uit waar economie 2 wordt getoetst. Erik van Hooff schaart zich bij de havo-scholieren die net wiskunde-A achter de kiezen hebben. "Dit was niet gewoon moeilijk: dit was verschrikkelijk moeilijk" , zucht hij.
"Opgave 1 ging nog wel" , vervolgt Erik, VWO-scholier aan het Minkema College in Woerden, zijn geweeklaag. "Vanaf opgave 2 begreep ik er niets meer van en dat duurde tot en met opgave 4."
Ook Frank Domburg heeft geen goed woord over voor het examen. "Ik was na anderhalf uur klaar. Eerst heb ik een hele tijd zitten balen en vervolgens ben ik mijn score gaan tellen. Ik weet zeker dat ik meer fouten heb gemaakt dan ik goede antwoorden heb gegeven. Ik had nog wel de doelstelling om een acht op mijn eindlijst voor economie 2 te halen."
Ook Roos Kapteijn, voorzitter van het Laks, vond het examen zwaar. In het eindexamenjournaal liet zij weinig optimisme horen. Docent J. Buitelaar vindt de kritiek zwaar overdreven. "Ik vond het een ongelooflijk makkelijk examen, maar dat mag ik geloof ik niet zeggen. Vraag 11 tot en met 18 waren gewoon atheneum 4-onderdelen. Blijkbaar is iedereen die kennis vergeten. Natuurlijk was het jammer dat er weinig journaalposten, marketing en annuiteiten in de opgaven zaten, want die zijn bij andere examens wel altijd van de partij, waardoor leerlingen dat veel hebben geoefend. Maar het was echt niet moeilijk!" Frank verzoekt hem, na het inzien van de antwoordenvellen, zijn opgaven te vernietigen. "Ik had het kunnen weten" , klaagt hij.
De havo-scholieren die gistermiddag wiskunde A hebben gedaan, zijn minder eenduidig in hun mening. De een kwam fluitend het lokaal uit, de ander met knalrood hoofd en een blik van 'nu is het allemaal voorbij'. Mostafa Sarti roept: "Simpel, joh. Dat ze dat examen durven te noemen." Hij vond er echt niks aan. "Ik zweer het je. Ik heb niet eens geleerd en toch vond ik het supermakkelijk." Judith van Dijssel is het absoluut niet met hem eens. "Ik vond vraag 2 onduidelijk." Daarin moesten de kandidaten laten zien dat er een dynamisch evenwicht is als de hoeveelheid water op het land een jaar gelijk blijft en als datzelfde geldt voor de hoeveelheid water in de zee en in de atmosfeer. Judith: "Ik heb de hele tijd van alles bij elkaar opgeteld en kwam steeds met verschillende resultaten. Ik begreep er niets van."
Docent Wim Pom vond opgave 1, waar vraag 2 bij hoorde, verwarrend. "Het leek meer een grote puzzel dan wiskunde. Ik denk dat veel leerlingen hier op het verkeerde been zijn gezet. Behalve degenen die goed zijn in tekstverklaren. Die hebben het verhaal wel begrepen en konden de puzzel daardoor makkelijker ontrafelen."
