Kruijswijk imponeert in de Tour, maar de Alpe d'Huez is meedogenloos
De drie Alpenreuzen die donderdag in de twaalfde etappe van de Tour beklommen moesten worden, hebben in de wielersport mystieke namen. De Madeleine, de Croix-de-Fer (Het ijzeren kruis) en de Alpe d’Huez. Er liggen op die flanken kronieken aan wielergeschiedenis, en donderdag werd daar bijna een nieuw verhaal aan toegevoegd.
Bijna. Het bleef bij een net-nietverhaal voor Steven Kruijswijk, de 31-jarige Brabander met de brede schouders. Zijn solo van 69,4 kilometer strandde in de allerlaatste kilometers van de Alpe d’Huez: de koers was 3,5 kilometer te lang.
Het was de hoop van de opportunist die Kruijswijk donderdag in de laatste rit door de Alpen deze Tour voortdreef over de drie bergen van de moeilijkste soort. Hij sloop mee in de grote vlucht van de dag, zonder dat dat vooraf was afgesproken. Teamgenoot Robert Gesink was verbaasd om zijn kamergenoot, toch de nummer zes van het klassement voor de rit, opeens voorin naast hem te zien fietsen.
Team Sky liet de kopgroep rijden en Kruijswijk was simpelweg te goed voor zijn kompanen. Hij vond de samenwerking maar matig en dus was er maar één oplossing. Op 72.9 kilometer voor de finish, aan de voet van de Croix-de-Fer, reed hij in zijn eigen tempo weg.
De manier waarop toonde zijn macht. De kopgroep reed rechts van de weg, Kruijswijk koos de linkerkant, keek drie keer om en peddelde weg. Alsof het totaal geen moeite kostte. In zijn eentje reed Kruijswijk daarna veel sneller dan wat vooraf werd gezien als het snelste tijdschema.
Meedogenloos
Vijfduizend hoogtemeters moest hij overbruggen. Geen etappe in deze Tour ging of gaat meer omhoog. Het was ook misschien wat vroeg om alleen te rijden, maar hij vond het maar zonde om de vier minuten voorsprong die hij bijna gratis kreeg te laten schieten. “Het was het proberen waard.”
Zijn voorsprong op de top van de Croix-de-Fer was net iets meer dan zes minuten. De gele trui leek haalbaar, evenals een ‘magistrale’ zege, zoals ploegleider Frans Maassen het verwoordde. Helemaal toen hij met nog vier minuten aan de Alpe d’Huez begon.
Maar de Alpe toonde zich meedogenloos, ‘mooi en pijnlijk’ zoals Kruijswijk zei. Hij had zijn krachten gebruikt om op de Croix-de-Fer voorsprong te pakken, op de slotklim liepen zijn benen vol en had hij het heel zwaar om zijn ritme te houden. Zijn voorsprong was na drie kilometer klimmen al gehalveerd. “Het was op. Helaas.” Toch had hij genoten van het voorop rijden, zei hij na afloop. Liever zo rijden, dan drie weken in het wiel hangen. Dit was koers!
Bijna werd Kruijswijk zo op de ‘Nederlandse’ berg, waar Chris Froome donderdag een klap kreeg en Vincenzo Nibali tegen een motor reed, de eerste Nederlandse winnaar sinds Gert-Jan Theunisse in 1989. Bijna werd het ook nog Tom Dumoulin, die uiteindelijk in de eindsprint na een schakelfout voor de tweede dag op rij tweede werd achter geletruidrager Thomas en daar ongelooflijk boos over was.
Dat Team Sky uiteindelijk alweer won, was in ieder geval voor Nederlandse fans een flinke anticlimax. Want het was Kruijswijk die imponeerde, die de sleur van het door Sky gedomineerde koersbeeld doorbrak. Ook zijn klassement is nog niet weg. Hij eindigde donderdag als tiende op 53 seconden van Thomas. In het klassement staat hij nu achtste.
Gekkenwerk
Een positie waarin hij in de Tour nog veel kan winnen. Waar bijvoorbeeld Bauke Mollema vooraf geen etiket wilde plakken op zijn eindklassering, deed Kruijswijk dat wel. Een plek in de top-vijf, daar gaat hij voor. Een teken van zelfvertrouwen, dat hij vooral had opgedaan in de Giro van 2016. Tot twee dagen voor het einde reed hij destijds in de leiderstrui, toen een val in de sneeuw net onder de top van de Colle dell’Agnello die roze droom deed vervliegen. Uiteindelijk was belangrijker dat hij er leerde dat hij meetelt in het peloton.
Deze Tour lijkt hij vooralsnog de vorm van die Giro te halen. Toch kwam hij dinsdag net niet in de favorietengroep binnen. Zijn ploeggenoot Primoz Roglic wel.
Het leidde meteen tot vragen: moest het kopmanschap bij de Sloveen komen te liggen? Nee, dat ging veel te snel, vond de ploeg. Bovendien werkte Roglic woensdag nog voor Kruijswijk.
Inmiddels rijden ze allebei voor een klassement. De Sloveen zei donderdag over de aanval dat die ‘gekkenwerk, maar goed was’. “En met twee renners is er meer aan te vallen.” Ploegleider Nico Verhoeven sprak van een ‘grote move, die misschien wel meer verdiend had’.
Want dat is de harde realiteit: de solo van Kruijswijk zal vergeten worden. Voor niet-winnaars is de geschiedenis keihard. Maar voor de koers, voor het Nederlands chauvinisme, voor hemzelf, is het goed dat het nu staat opgeschreven. Zoals Tom Dumoulin (toen weer bedaard) na afloop zei: “Steven heeft echt koers gemaakt. Groot, groot respect.”
Lees meer over de Tour de France in dit dossier
Lees ook: De Tour gaat bijna van start; deze 6 ritten mag u niet missen
De Tour gaat met zijn tijd mee. Trouw-verslaggever ter plaatse Kick Hommes belicht zes markante ritten en zeven favorieten.