Column
Kritisch kijken naar onze Zwarte Piet is lastig
LEONIE BREEBAART Dat viel mee, met de intocht in Amsterdam. Een kleine demonstratie, die Sint en zijn Zwarte Pieten de rug toedraaide. Geen ongezellige kreten, het paard sloeg niet op hol. De kinderen hadden er weinig last van.
Maar bij de volwassenen ligt dat anders, heb ik de indruk. Die zijn nog niet bekomen van de schrik dat buitenstaanders, tot een VN-lobby aan toe, zich bemoeien met onze tradities. Moeten we zomaar toestaan dat een minderheid een innig vertrouwde traditie verpest?
Wat Pietenverdedigers misschien het meest steekt, is het verwijt van discriminatie. "Wij zijn toch geen racisten?" "Het is toch helemaal niet kwetsend bedoeld?" "Mijn Surinaamse vriendin viert ook Sinterklaas!" Die verdediging is begrijpelijk. En deels terecht. Van buitenaf kun je slecht beoordelen wat tradities betekenen voor diegenen die er middenin zitten. Er kleven gevoelens aan die je niet had verwacht, terwijl verwachte emoties ook kunnen ontbreken: niet iedereen die zich zwart schminkt is een racist. Tradities zijn een soort dierbare erfstukken, die je niet zo kritisch meer bekijkt. Al zijn ze uit de tijd, je bent eraan gewend, er kleven herinneringen aan.
Toch is dat geen afdoende excuus. Want al kan een vreemde niet zien wat een traditie betekent voor wie erin is opgegroeid, wijzelf zijn wel degelijk in staat het standpunt van die vreemdeling in te nemen. U kent dat wel: bij onverwachte visite vallen u opeens de schellen van de ogen: het bankstel is eigenlijk wel héél oud en vies geworden. Moet het niet eens weg?
Moderne manieren
Dat wij onszelf kritisch kunnen bekijken, is vaak lastig. Maar het is ook het beginpunt van alle moraal. En die hele Zwarte Pieten-discussie is in mijn ogen niets anders dan een meningsverschil over moderne manieren, over de vraag hoe we kunnen samenleven zonder elkaar te kwetsen én zonder onszelf weg te cijferen. Het is, zoals zoveel in dit leven, niets anders dan een vraag aan Beatrijs Ritsema.
"Beste Beatrijs Ritsema. Van mijn vader heb ik een grappig bijzettafeltje geërfd in de vorm van een negertje met een dienblad op zijn hoofd. Ik ben eraan gehecht, maar nu heeft mijn dochter een creoolse vriend gekregen, en wil ze met hem langskomen. Mijn vrouw vindt dat ik het tafeltje weg moet doen, omdat het beledigend overkomt. Ik vind dat overdreven, iedereen weet toch dat ik geen racist ben?"
"Beste 'gehecht aan tafeltje'. Uw vrouw heeft gelijk. Het getuigt van weinig tact het negertafeltje in het zicht te zetten als uw dochter met haar vriend op bezoek is. De jongen zal denken dat u zwarte mensen beschouwt als knechtjes. Maar als het tafeltje voor u sentimentele waarde heeft, hoeft u het niet weg te doen. Zet het ergens waar de vriend van uw dochter niet komt, bijvoorbeeld in uw slaapkamer. Of doe er een kleedje overheen.''
Wellevendheid
Zo moet het ook gaan met de Pieten. We hoeven ons niet hevig schuldig te voelen over al die jaren dat we ons gedachtenloos verkleedden. We hoeven het feest niet af te schaffen, want met de pakjes, de Sint en het paard is niks aan de hand. We kunnen thuis doen en laten wat we willen. Maar de Pieten die in optochten meelopen, die moeten we echt een ander kleurtje geven. Uit wellevendheid.
Van buitenaf kun je slecht beoordelen wat tradities betekenen voor diegenen die er middenin zitten