Kramer kan nu echt een grote worden
De ware sportheld weet op bijzondere momenten sportiviteit een diepere betekenis te geven.
De enorme miskleun waarmee coach Gerard Kemkers zijn pupil Sven Kramer op de verkeerde baan zette in zijn ogenschijnlijk winnende 10 kilometer, heeft de schaatser woedend, en het land ontsteld achter gelaten. De woede is alleszins begrijpelijk en past geheel in het beeld van een sporter die, gezegend met een ongelooflijk lijf en schaatstalent, deze kwaliteiten ook nog eens paart aan het vermogen om te focussen, om alles opzij te zetten in zijn jacht naar successen, om alles te controleren en in de hand te houden.
Toch heeft het talent en het karakter van Kramer ook iets wat hem op afstand houdt van het publiek, wat datzelfde publiek natuurlijk niet belet om in extase te geraken bij zijn successen. Kramer is echter in mijn ogen meer een icoon dan een idool, zij het vooral ook een icoon van de commercie, en niet van de religie. Kramer wint teveel, en ogenschijnlijk te gemakkelijk, op de lange afstanden is hij al jaren onverslaanbaar.
De echte liefde voor sport, dat wordt maar al te vaak vergeten, draait niet om prestaties van individuen , maar om de competitie tussen individuen die de wedstrijd spannend maken. Op den duur worden alle sporters vergeten door nieuwe generaties publiek op zoek naar hun eigen helden, het water van de tijd wist de in zand geschreven titels en records uit.
Maar er is een categorie van sporters die sneller vergeten wordt ondanks hun grote successen. De Spaanse wielrenner Indurain is een voorbeeld: vijf keer de Tour gewonnen maar op een nogal saaie, berekenende manier waar de tand des tijds geen moeite mee heeft.
Er is ook een categorie van sporters waar diezelfde tand meer moeite mee heeft. Paradoxaal genoeg zijn dat nogal eens sporters wiens palmares helemaal niet zo Olympisch zijn, maar die op een of andere manier tijdens hun actieve carrière iets gedaan hebben of iemand geweest zijn waar de op winnen gerichte sfeer van de sport weinig ruimte voor laat.
Ik heb het niet over de historische bloopers die de kluns beroemd maken, maar over grote, succesvolle sporters die dankzij het feit dat zij gezegend waren met een of meer vrijwel gelijkwaardige tegenstanders, met een opvallend karakter of met een natuur die past bij de volksaard (Ard Schenk!) blijvend gewaardeerd en herinnerd worden.
De verklaring is misschien dat deze sporters met hun zijn of doen het verband weten te leggen tussen de sfeer van de sport en de omvattende sfeer van de ’echte’, menselijke en morele wereld. Zij slagen er bijvoorbeeld in om de onvermijdelijke, maar even egoïstische of zelfs narcistische drang naar winst na een nederlaag te overstijgen door de winnaar recht te doen.
Zij slagen erin om op bijzondere momenten sportiviteit een diepere betekenis te geven dan die van een handdruk. Zij slagen erin om nederlagen, tegenvallers op een grootmoedige manier te verwerken. Zij wekken onze sympathie door hun spontaniteit, door hun relativeringsvermogen, door hun humor waardoor ze er blijk van geven niet alleen tot de hoge, elitaire en vreemde wereld van de absolute topsport te behoren maar ook tot onze wereld, zij het op een bijzondere manier.
Tegen deze achtergrond bezien kan de blunder van Kemkers voor Kramer ook een kans zijn. Robert Musil zei ooit: ’Het gaat er niet om wat je doet, maar wat je daarna doet.’ Het is begrijpelijk en vergeeflijk dat Kramer Kemkers letterlijk en figuurlijk van zich afduwt meteen na de wedstrijd. Maar misschien dat Kramer over een paar weken het gebeuren kan relativeren en gaat beseffen dat hij vanwege deze 10 kilometer op de Olympische Spelen in Vancouver meer in de herinnering zal voortleven dan vanwege zijn gouden plak op de vijf kilometer op diezelfde Spelen, een plak waaraan hij er over vier jaar nog twee zal kunnen toevoegen.
Qua successen staat Kramer met zijn drieëntwintig jaar sowieso al op eenzame hoogte. Nog interessanter is de vraag hoe hij als de emoties zijn weggeëbd, zich zal opstellen tegenover Kemkers. Die is ongetwijfeld meer de tragische figuur in dit drama dan zijn pupil. Hier ligt de kans voor Kramer om ’groter’ te worden dan de icoon, titelverzamelaar en publieksheld Sven ooit kan worden.