Koppelen van bestanden risicojeugd werkt
Een nieuw digitaal systeem dat politie en hulpverleners helpt bij de aanpak van jongeren in problemen, blijkt goed te werken. Hulp aan ruim 6000 jongeren werd beter afgestemd.
De afgelopen tien maanden zijn ruim 43000 meldingen gedaan over probleemjongeren in een nieuw digitaal alarmeringssysteem, de zogenoemde Verwijsindex voor risicojeugd. Ruim 6000 keer bleek dezelfde jongere ook al door een ander in het systeem ingevoerd. De hulpverleners konden zo contact met elkaar opnemen en hun acties op elkaar afstemmen.
Het nieuwe digitale systeem werd tien maanden geleden gestart als proef in Rotterdam, Gouda en Almere. Daar hebben zich inmiddels nog eens 27 gemeenten bijgevoegd. Zij werken vooralsnog vrijwillig mee, maar minister Rouvoet (Jeugd en gezin) wil dit najaar wettelijk regelen dat vanaf 2009 elke gemeente meedoet met de Verwijsindex.
„Dit systeem moet voorkomen dat hulpverleners langs elkaar heen werken," legt Karin Eijgenraam, onderzoekster bij het Nederlands Jeugd Instituut, uit. Zij adviseert het ministerie over het signaleringssysteem.
Een hulpverlener – bijvoorbeeld een arts van het consultatiebureau, een gezinsvoogd of politieman – die zich zorgen maakt over een jongere kan de naam invoeren in de verwijsindex. Blijkt deze jongere al eerder genoemd, dan krijgen beide hulpverleners daar een mailtje over. „Daar staat geen inhoudelijk informatie in, alleen de persoonsgegevens van de jongere en de hulpverlener die hem eerder heeft ingevoerd", meldt Eijgenraam.
Daarmee is de verwijsindex, stelt zij, een geheel ander systeem dan het digitale kinddossier dat hetzelfde ministerie volgend jaar ingevoerd wil hebben op alle consultatiebureaus of in de Centra voor jeugd en gezin.
Eijgenraam: „Kinddossier en verwijsindex worden vaak door elkaar gehaald, maar dat is onterecht. Het kinddossier is de digitale vervanging van het medische dossier van een kind op het consultatiebureau."
Zij waakt nog enigszins voor te veel enthousiasme over het succes van de verwijsindex. „De problemen van een jongere zijn met een melding in dit systeem natuurlijk niet opgelost. Want is de melding terecht? En een andere vraag is: wat wordt er met de koppeling van de meldingen gedaan?"
Maar dat hulpverleners er op grote schaal gebruik van maken is wel goed nieuws, denkt zij. „Ze zullen in elke geval sneller contact met elkaar opnemen over de vraag: hoe regelen we de hulpverlening verder. Dat is zeker nuttig."
Lees morgen meer in Trouw