Koper voor leeuwedeel collectie Scheringa

De kans dat de kunstcollectie van de failliete bankier Dirk Scheringa bij elkaar zou blijven, leek al nagenoeg verkeken. Maar nu heeft zich toch een koper gemeld voor een aanzienlijk deel van deze collectie, duizend werken van vrijwel uitsluitend Nederlandse kunstenaars. En dat is goed nieuws, reageert Emily Ansenk. Als conservator van het Scheringa Museum voor Realisme in Spanbroek kocht zij vanaf 1996 samen met het echtpaar Scheringa het leeuwedeel van de collectie aan. In 2008 vertrok ze om directeur van de Kunsthal in Rotterdam te worden. Een jaar later ging het Scheringa-imperium failliet, de bouw van een nieuw, groter museum in Opmeer werd stilgelegd.

Ansenk hield rekening met het 'slechtste' scenario - het veilen van de Scheringa-collectie - omdat pogingen om de kunstverzameling in haar geheel bij elkaar te houden, op niets waren uitgelopen. Rijke kunstverzamelaars hadden geen interesse, omdat de verzameling (met een verzekerde waarde van 45 miljoen euro) van ruim 1200 realistische kunstwerken van onder meer Carel Willink, Pyke Koch, Charley Toorop en René Magritte sterk bepaald is door de smaak en voorkeur van Scheringa. En het voorstel om van het Scheringa Museum een dependance van het Gemeentemuseum Den Haag te maken, was financieel niet haalbaar.

De verkoop is nog niet officieel. De Deutsche Bank heeft als pandhouder van de kunstcollectie de voorzieningenrechter van de rechtbank in Amsterdam toestemming gevraagd voor de onderhandse verkoop van de duizend werken. De curatoren van DSB hebben tegen dat verzoek verweer gevoerd. Mogelijk omdat ze het verkoopbedrag te laag vinden, maar daarover worden geen mededelingen gedaan. De voorzieningenrechter doet 10 november uitspraak.

Opmerkelijk detail is dat de koper zich verplicht heeft, zo blijkt uit het verslag van de curatoren, de kunstwerken 'gedurende enige tijd' niet te verkopen. Ook moet hij de collectie toegankelijk maken voor het Nederlandse publiek door ze tentoon te stellen of uit te lenen aan musea.

Het topstuk 'Naked Woman in Red Chair' van Lucian Freud, door Scheringa in 2009 aangekocht voor 2,5 miljoen euro, is inmiddels verkocht voor 4,2 miljoen euro. Volgens kenners van de kunstmarkt is dat bedrag aan de lage kant. Op de veiling had het waarschijnlijk veel meer opgebracht. Voor de onbekende koper is het volgens Ansenk beslist een goede deal.

De resterende 230 werken van buitenlandse kunstenaars worden waarschijnlijk komend voorjaar geveild bij Christie's.

undefined