KNMI: aantal tropische buien neemt toe
amsterdam – Is er door de klimaatveranderingen ook meer onweer op komst? Vorige maand was er al sprake van een ’onweeralarm’ en ook nu houdt het niet op met bliksemen.
De onweersbui van afgelopen zondag telde ongeveer 6300 bliksemflitsen. Dat is niet bijzonder veel, zegt onderzoeker Rob Sluijter van het KNMI: „Eén zware zomerbui, zoals die in juni, heeft tienduizenden ontladingen. Daar slaan onze statistieken echt van uit.”
„Onweer is een grillig verschijnsel”, zegt KNMI-woordvoerder Harry Geurts. „Het ene jaar heb je meer, het andere minder. We zitten dit jaar vaak in het overgangsgebied tussen warme en koude lucht. Daardoor onweert het meer. Maar een trend, nee, dat is niet aan de orde.”
Volgens de KNMI-scenario’s neemt in de toekomst het aantal tropische buien wel toe. Het ligt voor de hand dat onweer dan ook toeneemt, maar „randverschijnselen van die buien, als hagel, windstoten en onweer, daar weten we nog niets van”, aldus Sluijter.
In Nederland vallen de meeste buien in het westen van Brabant. Geurts: „Onweer trekt vaak van het zuidwesten naar het noordoosten. Kennelijk ligt in West-Brabant het grensgebied waar koude en warme lucht botsen. Maar het kan ook met de bodem te maken hebben.”
Op de Wadden zijn zo’n 21 onweersdagen per jaar, in het zuidwesten van het land rond de 33. Nederland is daarmee geen bijzonder ’bliksemland’. In het Amazonegebied telt men ruim 200 dagen onweer per jaar, in de poolstreken vrijwel geen.
Jaarlijks komen in Nederland één à twee mensen om het leven door bliksem. Diegenen die een inslag overleven, hebben veel inwendige schade, en krijgen daardoor ademhalings- en hartritmeproblemen. Ook hebben ze brandwonden en beschadigingen aan pezen, spieren en zenuwstelsel.