Klimaat verandert helemaal niet zo snel, klinkt het weer

null Beeld thinkstock
Beeld thinkstock

Het klimaat is minder gevoelig voor broeikasgassen dan gedacht. Die conclusie had het IPCC vorig jaar al kunnen trekken in zijn laatste rapport, zeggen Marcel Crok en Nic Lewis. Toch hield het klimaatbureau van de VN vast aan oude schattingen. Daarom zeggen de wetenschapsjournalist en de klimaatonderzoeker het zelf maar in hun rapport dat ze vandaag presenteren: 'Een gevoelige kwestie; hoe het IPCC goed nieuws over klimaatverandering verborg'.

Joep Engels

Klimaatgevoeligheid is een centraal begrip in de broeikastheorie. Het geeft aan met hoeveel graden de aarde op de lange termijn opwarmt als de concentratie broeikasgassen zoals CO2 verdubbelt. Het is ook een onzeker begrip. Het IPCC hanteert al jaren een ruime marge: tussen 1,5 en 4,5 graden Celsius, met 3 graden als meest waarschijnlijke waarde. In het laatste IPCC-rapport ontbrak die waarde, omdat de verschillende methodes om die gevoeligheid te bepalen niet eenduidig dezelfde kant op wijzen, luidde de verklaring.

70 procent verandering
Crok en Lewis zien dat anders. Er zijn heel veel studies die de klimaatgevoeligheid pogen vast te leggen. "Daar zitten goede en problematische studies bij", zegt Crok. "Studies gebaseerd op observaties in de afgelopen anderhalve eeuw, klimaatmodellen en studies die klimaatveranderingen in een ver verleden reconstrueren."

De twee vinden alleen observatiestudies bruikbaar. Daarvan selecteren ze de 'goede' studies en die geven hun een klimaatgevoeligheid van 1,25 à 3 graden. Crok: 'Als je die waarde in de klimaatmodellen stopt, vermindert de voorspelde temperatuurstijging voor deze eeuw met 70 procent."

In plaats van dit goede nieuws te omarmen, hanteert het IPCC in zijn modellen een andere gevoeligheid: 2 à 4,5 graden. Crok: "Het is een zogeheten assessment-rapport. Daarvan verwacht je juist dat de opstellers alle informatie wegen. Maar ze zeggen helemaal niets over dit verschil."

Gewenste conclusie
Crok en Lewis meten met twee maten, zegt klimaatwetenschapper Bart Verheggen. "Ze gooien negentig procent van de studies weg, zonder daar goede redenen voor aan te geven. Daardoor heeft het er alle schijn van dat ze naar een gewenste conclusie toewerken."

Er zijn vier manieren om de klimaatgevoeligheid te bepalen, zegt Verheggen. Elke methode heeft zijn voordelen en zijn onzekerheden. "De observatiestudies bestrijken maar anderhalve eeuw. Een grote, onzekere factor daarin is de warmte-opname door oceanen. De paleostudies, de reconstructies van vroegere klimaatveranderingen, hebben die onzekerheid veel minder. Daar zit het probleem in de vertaling naar het heden. Het is juist heel terecht dat het IPCC de uitkomsten van alle methodes combineert."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden