Klem tussen de guerrilla en het leger

De laatste guerrillaoorlog in Latijns-Amerika nadert zijn einde. Of toch niet? De zwaar getroffen Nasa-indianen vrezen dat het aanstaande akkoord tussen de Farc en de Colombiaanse regering hun problemen zal vergroten.

EDWIN KOOPMAN

Dikke wolken traangas trekken langzaam op tussen de suikerrietvelden. Protesterende indianen zoeken dekking achter een boom. Een man van in de veertig is gewond geraakt aan zijn arm, zijn T-shirt zit onder het bloed. "Dat zijn geen rubberkogels, ze schieten met scherp!", roept iemand. Drie jongens schieten met een levensgrote katapult stenen terug naar de oproerpolitie. Een veldslag als deze vindt regelmatig plaats in de zuid-Colombiaanse regio Cauca. De lokale Nasa-indianen bezetten suikerrietplantages om er voedsel te verbouwen, de politie gooit hen er weer af.

"Het land is sinds de verovering door de Spanjaarden van ons afgepakt en we eisen het terug", zegt Edilia Campo. "In onze gemeenschap is geen ruimte meer." Achter de 40-jarige boerin rijzen de bergen op, steile hellingen met daarop de kleine huisjes en akkertjes waarop kleine boeren en indianen hun voedsel verbouwen.

De vruchtbare vallei is in handen van Colombia's grootste suikerbedrijf Incauca dat er tot zover het oog reikt suiker verbouwt. Volgens Campo is die situatie niet langer houdbaar. "In sommige huizen wonen wel vier families samen. Een hele generatie zit zonder land." Ze wijst op de percelen waar ze uit protest de rietstengels uit de grond hebben getrokken om er bananen en cassave te zaaien.

Het probleem van de Nasa in Cauca is algemeen in Colombia. De scheve verdeling van land is al eeuwen de oorzaak van vaak bloedige conflicten. Het vormde ook de oorsprong van de guerrilla. De Farc begon in de jaren zestig als boerenbeweging en ziet zichzelf nog steeds als de voorhoede van de arme boeren en indianen. De groep zette het landprobleem dan ook hoog op de agenda, toen ze in oktober 2012 vredesbesprekingen startte met de Colombiaanse regering. De Farc verwijt de regering alleen oog te hebben voor de exportgerichte agro-industrie en de mijnbouw. Voor kleine boeren die moeten leven van hun akkertje blijft er geen land over. Komende zomer moet er, na bijna vier jaar praten, eindelijk een akkoord liggen. Daarmee zou een einde moeten komen aan vijftig jaar strijd, met 220.000 doden en 5 miljoen ontheemden. Maar de boeren zelf, om wie het allemaal begon, hebben al voor het verdrag is getekend grote twijfels over de uitkomst.

undefined

Boerenreservaten

"Regering en guerrilla praten daar ver weg in Havana over vrede maar aan ons, indianen van Colombia, is niks gevraagd," zegt de inheemse leider Raul Ibañez. "De tijd na het tekenen van de vrede wordt moeilijk. De grootste uitdaging wordt het behouden van ons land."

Met vele anderen hoopte Ibañez dat het vredesproces zou leiden tot een landhervorming, maar die zal niet plaatshebben. In plaats daarvan zullen zogenaamde boerenreservaten worden gecreëerd. In die gebieden zullen landloze boeren, soms ook ex-strijders, land krijgen om een nieuw bestaan op te bouwen. Dat klinkt mooi, maar volgens Ibañez zal dit ten koste gaan van land dat nu aan de inheemse gemeenschappen behoort. Het komt in ieder geval niet van bedrijven als Incauca. Het Colombiaanse congres heeft speciaal een wet aangenomen die de belangen van grootgrondbezitters en de agro-industrie veiligstelt.

De zogenaamde concentratiecentra baren nog meer zorgen. Daarin moeten de guerrillastrijders samenkomen voor ontwapening tot hun situatie juridisch is geregeld en ze kunnen gaan re-integreren. Dat kan jaren duren. Een van de zeven tot negen centra zal in Cauca komen. Gevreesd wordt dat de aanwezigheid van een grote hoeveelheid ex-strijders in combinatie met de politieke agenda van de Farc de homogeniteit van de inheemse gemeenschappen zal aantasten, met sociale conflicten tot gevolg. De Farc en de inheemse boeren lijken op het eerste gezicht natuurlijke bondgenoten. Maar de Nasa voelen zich niet door de guerrilla vertegenwoordigd. Niet nu ze met de regering spreken, maar ook al niet tijdens de jarenlange strijd. De oorlog heeft de Nasa nooit geholpen, integendeel. De bevolking kwam klem te zitten in het kruisvuur van de strijdende partijen. Hun dorpen werden doelwit van aanslagen, hun territoria gemilitariseerd door het leger, hun kinderen geronseld door de guerrilla.

Een van de zwaarst getroffen dorpen is Toribio. Langs de weg ernaartoe vormen verlaten huizen de stille getuigen van de bloedbaden in de omgeving. Het groene berglandschap is sprookjesachtig mooi, maar achter iedere bocht ligt een verhaal van geweld.

"Toribio is veertien keer bezet en meer dan 600 keer aangevallen door de guerrilla", zegt Gabriel Paví, de inheemse autoriteit van Toribio, enkele uren later wandelend over het plein. Op een bankje bij de kerk eten mensen een ijsje. Kinderen spelen in de speeltuin. Mannen drinken bier in het café. Op de hoek houdt een zwaarbewapende militair een oogje in het zeil. Twee straten verder wijst hij op een betonnen bunker, die het politiebureau vormt. Hier liet de Farc vijf jaar geleden een bus vol explosieven van de helling rijden. De politiepost overleefde de aanslag, maar dat gold niet voor de honderden huizen in de omgeving waarvan alleen de karkassen nog overeind staan. "Het halve dorp werd opgeblazen, het saldo was 4 doden, 130 gewonden en honderden families zonder huis."

undefined

Inheemse garde

De Nasa proberen met alle macht het conflict buiten hun dorpen te houden. De zogenaamde inheemse garde, de ordedienst van de Nasa, stapt ongewapend op legerpatrouilles af met het verzoek om te vertrekken, of naar kampementen van de Farc om uit hun gemeenschap geronselde jongeren terug te halen. Dat loopt niet altijd goed af. De Farc schoot regelmatig ongewapende leden van de garde dood. De autoriteiten op hun beurt vervolgen menige Nasa-leider wegens vermeende betrokkenheid bij de guerrilla.

Terwijl op de suikerplantage wordt gevochten om het land, wordt in het kantoor van de regionale indianenorganisatie in het provinciestadje Santander de Quilichao druk heen en weer gebeld. Zojuist is bekend geworden dat Feliciano Valencia na maanden gevangenschap zal worden overgedragen aan zijn gemeenschap. De 51-jarige inheemse leider werd vorige zomer opgepakt omdat hij een militair zou hebben ontvoerd - wat door zijn eigen mensen wordt ontkend. Diezelfde middag drommen tientallen mensen samen voor de gevangenispoorten in een buitenwijk van Santander. In de brandende zon staat de inheemse garde, in vol ornaat maar ongewapend in het gelid. Na uren wachten verschijnt hij eindelijk en klinkt groot gejuich op.

Even later geeft Valencia alweer interviews. "Wat ze in Havana bespreken gaat negatieve gevolgen hebben voor de belangen en het land van de inheemse groepen", zegt Valencia. "De nieuw te creëren boerenreservaten zullen straks in en rond onze reservaten komen", zegt hij. "Grootgrondbezitters en de agro-industrie hebben een monopolie op landbezit, en daar wil de regering niet aankomen. Dát is het echte probleem in Colombia." Boven alles geeft Valencia de regering de schuld van de schijnoplossing die het toekomstige vredesakkoord volgens hem zal zijn. "Wat heeft het voor zin te praten met de Farc als je de echte problemen laat liggen: het landprobleem, maar ook de honger, de werkloosheid. Dan is de Farc straks ontwapend en komen er andere guerrilla's voor terug. Als dat niet wordt geregeld, dan koersen we af op nieuwe confrontaties."

Deze reportage kwam mede tot stand dankzij steun van het Postcodeloterijfonds van Free Press Unlimited.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden