Kip slecht voor de kip maar beter voor milieu
Op de Vleeswijzer van de Stichting Varkens in Nood kan de consument zien welk effect vlees heeft op dierenwelzijn en milieubelasting.
Als je let op dierenwelzijn komt de productie van kippen- en kalkoenvlees er slecht vanaf. Anderzijds is de milieubelasting van deze vleessoorten weer niet zo hoog, zeker als je het vergelijkt met rundvlees. Wat moet je dan als consument, als je aan beide aspecten aandacht wil geven bij het maken van je keuze? Het wordt je niet gemakkelijk gemaakt, want bij lamsvlees en biologisch rundvlees wordt het milieu juist wel behoorlijk belast, maar deze vleessoorten scoren weer goed op dierenwelzijn.
Vanaf vandaag is er daarom de Vleeswijzer van de Stichting Varkens in Nood, een simpel hulpje in de vorm van een creditcard om sneller te doorzien waar de pijnpunten liggen als het gaat om vlees eten. „Dierenwelzijn staat al een tijdje hoog in het vaandel bij de consument. Wat we nu zien is dat de boodschap over de milieubelasting van de vleesproductie eveneens begint door te dringen”, zegt Hans Baaij, directeur van Varkens in Nood. „Maar het is inderdaad ingewikkeld wat je nou moet kiezen. Het aantal keurmerken die dat allemaal aangeven groeit de consument inmiddels boven het hoofd. Bovendien scoren die keurmerken op maar één aspect, terwijl je als consument een totaalbeeld wilt hebben. Daarom komen we met die vleeswijzer.”
Varkens in Nood liet onderzoekers van de Universiteit Utrecht en Blonk Milieuadvies zoeken naar een methode om de verschillende aspecten van de vleesproductie te wegen. Baaij: „De uitkomst van dat onderzoek is echt uniek. Het is de eerste keer dat dierenwelzijn en milieubelasting in een samenhangende schaal worden weergegeven. Die schaal geeft met bolletjes de scores van beide aspecten aan. Hoe meer bolletjes, hoe beter het is. Dan zie je dat vleesvervangers het hoogst scoren.”
Volgens Baaij zou het mooi zijn als vlees eten van ons menu verdwijnt, want het watergebruik, het verlies aan biodiversiteit en de bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen door het eten van vlees zijn erg groot. Hij realiseert zich echter dat dat voorlopig onhaalbaar is.
„Wat we willen voorkomen is dat deze actie gezien wordt als iets van vegetariërs. Dat stigmatiseert te veel. Ik eet zelf ook af en toe vlees, maar het zou al wat zijn als we de vleesconsumptie kunnen terugdringen tot een derde van wat die nu is. Dat cijfer komt van het CBS. Die heeft in de Monitor Duurzaam Nederland 2009 aangegeven dat als de hele wereld vlees eet zoals wij Nederlanders dat doen, in 2040 alle natuurlijke graslanden en bossen zijn omgezet in landbouwgrond. Die inname van te veel vlees, en ook zuivel – we eten 70 procent meer dierlijke eiwitten dan nodig is – leidt tevens tot een forse stijging van welvaartsziekten als hartkwalen en kanker. Om dat tij te keren stelt het CBS voor de vleesconsumptie met tweederde terug te brengen.”
Baaij en zijn vleeswijzer richten hun pijlen allereerst op de hoger opgeleiden. „Die groep kiest vaak op rationele gronden wat ze eet. De vleeswijzer helpt hen bij die keuze. Dan maak je al een hele slag. En hopelijk trekken ze de rest dan mee. Voor een wat grotere groep hebben we bekende Nederlanders – zoals Arjan Ederveen, Brigitte Kaandorp, Yvonne Kroonenberg – ingeschakeld die in filmpjes op onze website laten zien dat af en toe geen vlees eten niet zo’n ramp is.”
Er zijn 55.000 vleeswijzers gemaakt die via Varkens in Nood en Milieudefensie worden verspreid.