kinderrechtentour
'Kinderen willen aandacht, geen spullen'
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer hoorde op haar tocht door het land dat volwassenen maar matig geïnteresseerd zijn in kinderen.
Ouders zijn betrokken en tóch signaleert kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer een gebrek aan aandacht, aan echte interesse. Ook bij instanties en hulpverleners. Belangrijkste opmerking van kinderen tijdens haar tour door het land: Praat met ons, zie ons. En: kijk niet alleen naar ons dossier, we zijn meer dan onze ziekte of ons probleem.
Twee maanden trok ze langs scholen, kinderopvang, jongerenraden, maar ook langs kinderen die in armoede leven, die in een jeugdinstelling of asielcentrum wonen of vaak in het ziekenhuis moeten zijn. Vandaag presenteert ze de resultaten van haar Kinderrechtentour.
Wat haar bijbleef: Een jongetje op Sint Eustatius. Zijn vader, een visser, brengt hele dagen door op zee. "Zoals wij met hem spraken, was er nog nooit met hem gepraat." Ze schrok er ook van hoe eenzaam dove kinderen kunnen zijn. "Omdat mensen niet weten hoe ze op gebaren moeten reageren en dan maar weglopen." Een jongen van wie de vader was gearresteerd vertelde dat hij en zijn moeder drie dagen lang niet wisten of hij nog leefde. "Soms krijgen kinderen zo weinig uitleg en informatie."
Aandacht
Ze hoorde verhalen over voogden, die belangrijke beslissingen over kinderen nemen, maar altijd gehaast zijn en slecht bereikbaar. Dat mag wel wat menselijker. Het gros van de Nederlandse kinderen heeft dergelijke problemen niet, toch ervaren de meesten een gebrek aan echte interesse. "We denken wel dat kinderen materialistisch zijn , maar als je ze vraagt wat zij belangrijk vinden, dan staat aandacht op 1." Ook geven zij aan dat hun dagen te vol zijn, er is nauwelijks tijd voor andere dingen dan school, huiswerk en slapen.
Dat is geen luxeprobleem, benadrukt de kinderombudsvrouw. "Ik heb echt het idee dat de aandacht schraler is, dat er te hoge eisen worden gesteld aan kinderen. Ze moeten voldoen aan het mooie plaatje, slim zijn, goede cijfers halen. Misschien moeten ouders meer praten en minder opvoeden. Laat ze wat ruimte!"
Toekomst
Kinderen zijn direct, niet diplomatiek. Dat levert ook andere inzichten op, zegt Kalverboer. Zo viel het haar bijvoorbeeld op dat kinderen in moeilijker omstandigheden zich vooral zorgen maken over de toekomst, niet zozeer over het dagelijks leven. "Als we kinderen in armoede helpen, dan is het vaak met een kindpakket: dat ze ook een verjaardag kunnen vieren in de klas, een fiets krijgen, muziekles, naar een sportclub kunnen. Heel goed dat het gebeurt, maar kennelijk speelt bij hen veel meer die onzekerheid over de toekomst. Kennelijk hebben ze behoefte aan andere ondersteuning. Een meisje vertelde me hoeveel last ze had van de zorgen van haar moeder. Ze zat letterlijk te trillen, maar was wel heel blij dat ze haar verhaal kon doen."
Ook hier blijkt dat echt luisteren kan helpen, zegt Kalverboer. "Maar misschien moeten ouders ook leren dat ze niet al hun zorgen hoeven delen." Aandacht geven en informeren betekent niet dat kinderen over alles moeten meebeslissen. Zo geven kinderen hun ouders en professionals een grote rol bij medische zaken. "Ze willen het niet alleen doen."
Als ouders en professionals maar uitleggen waarom een beslissing soms anders uitpakt, zegt de kinderombudsvrouw. Zelf is ze vast van plan de kinderen die ze heeft ontmoet opnieuw op te zoeken. "Niet dat ze bij me hebben mogen spuien, en vervolgens nooit meer iets terughoren." Bij al haar rapporten belooft ze kinderen te betrekken. "En als ik naar een minister ga om beleid te bespreken, ben ik ook van plan kinderen mee te nemen."
Kinderrechten
De Kinderombudsvrouw presenteert vanmiddag naast de resultaten van haar tour ook de vijfde Kinderrechtenmonitor. Die geeft aan in hoeverre beleid en voorzieningen voor kinderen voldoen aan de eisen uit het Kinderrechtenverdrag. De tien belangrijkste zorgpunten.
1. Kinderen en jongeren worden weinig geïnformeerd en gehoord bij beslissingen en juridische procedures die hen aangaan.
2. Kinderen die met geweld te maken krijgen, en jeugdhulp of zorg nodig hebben, stuiten nog te vaak op wachtlijsten en gebrek aan expertise.
3. Voor de ruim 400.000 kinderen die te maken hebben met armoede, dreigt sociale uitsluiting en ze hebben minder kansen in het onderwijs.
4. Kinderen in Caribisch Nederland lopen achterop, ze hebben meer last van armoede, huiselijk geweld en krijgen kwalitatief minder goed onderwijs.
5. Er zijn te veel vertragingen in de asielprocedure van kinderen. Het belang van het kind telt onvoldoende.
6. In een jaar zijn 3000 minderjarigen vastgezet in een voor hen ongeschikte cel. Ook 16-,17-jarigen berechten volgens volwassenenstrafrecht is onwenselijk.
7. De scheidslijn tussen vermaak en marketing op internet wordt steeds dunner. Vooral kwetsbare en verstandelijk beperkte jeugdigen lopen risico slachtoffer te worden van online geweld.
8. Jongeren die behalve onderwijs ook zorg nodig hebben, zijn niet vanzelf geholpen met de invoering van passend onderwijs. Zorgelijk is de groei in het aantal vrijstellingen om psychische of lichamelijke redenen.
9. Gemeenten hebben niet allemaal evenveel expertise. Door de decentralisatie is er een kans dat niet alle kinderen toegang hebben tot dezelfde voorzieningen.
10. Er zijn onvoldoende actuele gegevens voor beleidsmakers, bijvoorbeeld over het aantal kinderen in instellingen of hoe lang ze daar blijven, over het aantal kinderen dat met geweld te maken heeft en de jongeren zonder vaste verblijfplaats.