Column
Kinderen hebben geen ruimte meer om ongezien fouten te maken
Mijn eerste baan was bij een internet-start-up. Het waren de cowboyjaren, net voor de bubbel klapte. Maar ik kreeg RSI en belandde in een van de weinige beroepen waarvoor ik geen computer hoefde te bedienen: ik moest een krijtje kunnen vasthouden, proefwerken copy-pasten met een echte schaar en lijm, en eens in de drie maanden de computer opstarten om cijfertjes in te kloppen.
Op een diskette. Werkmail hadden we niet. We kregen wel veel printjes in onze postvakken. Stapels en stapels aan papier. Ik vond het maar achterhaald.
Leerlingen volgen was toen ingewikkeld. Als een ouder wilde weten hoe zijn of haar kind ervoor stond dan moest ik met een schriftje langs mijn collega's tijdens de koffiepauze, en dan weer terugbellen. Het duurde een paar jaar voordat daar een digitaal leerlingvolgsysteem voor kwam. Als voormalig ICT'er stond ik natuurlijk te springen.
Iedereen, ook ouders en leerlingen, had altijd en meteen een overzicht van cijfers, huiswerk, eventuele absenties en roosterwijzigingen. Het schoolse werd transparant. Maar onze toenmalige rector had bedenkingen. Kinderen hebben recht op privacy; hij vond die transparantie schadelijk voor de ontwikkeling. Ouderwets, dacht ik toen, rijp voor pensioen; maak baan voor de digitale revolutie!
En de revolutie kwam er. Scholen zijn inmiddels volledig gedigitaliseerd. Docenten voeren hun cijfers direct na het nakijken in, ouders, die vaak meerdere keren per dag op sites als Magister kijken, zien het resultaat al staan voordat zoon- of dochterlief überhaupt zelf weet wat hij of zij voor een toets gehaald heeft.
Makkelijk en transparant
Is dat nou goed? Eerder vroeg ik me op deze pagina al eens af waarom huiswerk nog steeds zo slecht wordt gemaakt, terwijl de agenda van de leerlingen nu volledig online is. Makkelijker kunnen we het niet maken.
Maar makkelijk, en transparant, is wellicht niet in het belang van de opvoeding. Vorige week sprak koning Willem-Alexander de wijze woorden dat pubers zichzelf moeten leren kennen. Dat drukt hij zijn dochter ook op het hart: leer je eigen grenzen kennen, ga eroverheen, maak fouten. Als vader wil hij niet alles van haar weten.
De ruimte om ongezien fouten te maken is er in het onderwijs niet meer. Dat heeft zich enthousiast doorgedigitaliseerd tot een panopticon: permanent toezicht op de ontwikkeling van kinderen, en kinderen die zich er permanent van bewust zijn dat er een volwassene meekijkt, of dat nu ouders, leraren, mentoren of schoolleiders zijn.
Misschien moeten we gewoon weer terug naar vier rapporten per jaar met ondoorzichtigheid, en daarmee alle ruimte om te verprutsen daar tussenin, als fundamenteel recht voor ieder kind. Had mijn rector toch gelijk.