Kerk met Stip geeft bajesklant warm nest

Gevangenen stuiten na hun detentie op een cultuurkloof bij het zoeken van een kerkelijke gemeente. Kerken met Stip heet ze hartelijk welkom.

door Remco Bouma

Voorzichtig prevelt Kees (58) een gebed in de Utrechtse Silokerk. Zijn grote handen liggen gevouwen in zijn schoot. Kees - `achternaam hoeft niet` - komt sinds vijf jaar in baptistengemeente Silo, nadat hij jarenlang opgesloten was voor een misdaad uit een verleden waar hij liever niet over praat. Kees kijkt naar de toekomst.

"In de gevangenis wilde ik iets kwijt aan God." Kees knikt resoluut. "Dat moest gewoon. Ik wist wel iets van God, ben katholiek opgevoed, maar dat was niks. Zeven uur op, een uur fietsen naar de mis en pas om kwart voor negen ontbijten. Toen ik vast zat, heb ik God leren kennen."

Na zijn detentie besloot Kees een kerk te zoeken. "Op een dag liep ik hier binnen, in Silo. Ik ging aan een tafeltje zitten, in dat hoekje daar." Kees knikt naar een verlaten tafeltje in het gebouw. "Ik kende niemand. Ineens voelde ik een arm om me heen. Er zat iemand naast me, met twee koppen koffie."

Arjan Noordhoek, voorganger van Silo en al 25 jaar justitiepastor, schetst uit zijn ervaring twee groepen gevangenen. De eersten pleegden de misdaad uit berekening. Ze maakten een afweging, risico versus resultaat, en gokten verkeerd. Op hen heeft Noordhoek geen grip.

"Anderen lijken te zijn overvallen door hun misdaad. Ze gingen de fout in zonder te zien waar dat toe leidde. Vaak kregen ze thuis weinig mee. Mensen kopiëren patronen: geen vader kan de liefde geven die hij thuis nooit kreeg. Deze groep beschouwt hun delict als een groot ongeluk. Zo bezocht ik een man die in zijn cel de foto van een vrouw had hangen. Zijn vrouw. Hij had haar vermoord. Maar die foto hing daar, weloverwogen. Hij wilde die last dragen."

Ex-gedetineerden als deze man, die een kerk zoeken, moeten de deuren open vinden, betoogt Noordhoek. Hoe plat de redenen van deze herstarters - christen of niet - ook zijn. "De een vindt de koffie lekker, de ander vindt de lieve oma die hij nooit had. Prima. Als mensen zich maar welkom voelen. Niet denken: ik moet bijbellezen, niet meer vloeken, mijn tatoeages weghalen. Dat zou voorwaardelijke liefde zijn. Dat sloopt een mens. De werkelijke verandering komt uit de omgang. Wie zich gewaardeerd voelt, wil iets terugdoen. Zo zitten mensen in elkaar."

Dr. Paul Oskamp, initiatiefnemer van Kerken met Stip, benadrukt in zijn boek `Overleven achter Steen en Staal` de geestelijke strijd die achter de gevangenismuren plaatsvindt. Oskamp beschrijft hoe de gevangene eerst moet inzien dat hij moet boeten voor zijn daad, voor hij geheeld kan worden. Pas dan krijgt hij vrede met zijn opsluiting: in beginsel een vergelding van aangebracht leed. Makkelijk is dat niet. De sfeer in de bajes is er een van ontkennen en bagatelliseren.

"Het doel van geestelijke verzorgers is het tegenovergestelde te bereiken: gevangenen laten zien wat ze hebben aangericht. Dat maakt bajeskerkdiensten zo ingrijpend. De voorganger draait niet om het delict heen. Hij confronteert de toehoorders, via een bijbelverhaal, met schuld en boete. Dat doet pijn, maar het raakt de gedetineerden diep. Juist die confrontatie kan hen helen. Dat weten ze."

"Bij de invrijheidsstelling eindigt dat verwerkingsproces niet. Evangelische kerken kunnen het voortzetten omdat de geloofsbeleving open en persoonlijk is. Nadeel is dat er weinig ruimte is voor twijfel."

Oskamp, zelf PKN-predikant, zegt dat de gevestigde kerken ambivalent zijn als het om zonde gaat. "We belijden de vergeving maar raken in diepe verlegenheid als iemand in eigen kring in de fout gaat. Kerkgangers hangen de vuile was niet buiten. Zij zijn geneigd hun stand op te houden als geslaagd burger. Gedetineerden kunnen dat niet meer, die zijn al door de mand gevallen. Maar moet de kerk juist niet deze mensen een perspectief bieden?"

In Silo zijn op zondagochtend ongeveer zestig mensen bij elkaar gekomen. De stoelen staan overdwars in het kleine, van origine katholieke kerkgebouw, zodat de kerkgangers vlak bij voorganger Hans Baas zitten. `Als een hert dat verlangt naar water`, zingt de gemeente uit de eigen Silo-liedbundel. `Mijn oorsprong is in u`. "Dus niet: mijn aanbidding is in u", zegt Baas. "Want wat is aanbidding precies? Dat weten alleen kerkgangers. Oorsprong kent iedereen."

"Wie die stip serieus neemt", zegt Noordhoek, "past zijn dienst aan. De behoefte aan eenvoud leeft bovendien bij meer gemeenteleden. Ik preek nu in Silo hetzelfde als in de gevangenis. Dat wil de gemeente."

Kees rookt na de dienst ontspannen een sjekkie in het fietsenhok. Hij memoreert een gesprek met voorganger Baas, waarin hij zijn verleden opbiechtte. "Hans is een goede man. Ik vertrouwde hem en vertelde hem wat ik gedaan had. Hij luisterde rustig. Mijn daden verafschuwde hij. Toch werd hij niet boos. Dat deed me wat."

Baas, die binnen koffie drinkt, gelooft dat waardevolle contacten de ex-gedetineerde behoeden tegen terugvallen. "Wie wat heeft kan wat verliezen. Dan kijk je beter uit met wat je hebt." Kees, net binnengelopen, knikt overtuigd. "Ik bedenk me wel voor ik nog iets stoms doe."

Silo werkt met zogenoemde maatjes, die openstaan voor herstarters en een band met ze ontwikkelen. Bea Wildeman is zo`n maatje. "Het begint met vriendelijkheid. Laten zien dat iemand welkom is. Als ik een nieuw gezicht zie, loop ik er met twee koppen koffie op af." Haar zoon Bastiaan, ook aanwezig bij diensten in de gevangenis, richt die gesprekken op herkenbare onderwerpen. "Je trein zien wegrijden, langs een plas fietsen waar net een auto doorheen rijdt. Zo moeilijk is het niet. Gewoon interesse tonen." Maatjes houden ook een oogje in het zeil. "Is iemand eenzaam?", oppert Noordhoek. "Zijn er geldproblemen? Haalt iemand duistere types over de vloer? Dat zijn dingen die je niet zomaar vraagt. Daar is een vertrouwensband voor nodig."

Niet iedereen in Silo is blij met de komst van ex-gedetineerden. Voor een deel is dat angst voor het onbekende, zegt Baas. "Mensen willen hun jas veilig kunnen ophangen. Dat kan toch al niet, zeg ik dan, we zitten in hartje Utrecht en houden onze deur open. Laatst stond er ineens een zwerver binnen. Niemand kende hem. Dat is een keuze die je als kerk maakt: schermen we ons af voor de buitenwereld of willen we een open gemeenschap zijn? Wij kiezen voor het laatste."

Noordhoek erkent dat Kerk met Stip zijn riskant is. Silo moest banden doorknippen met ex-gedetineerden die stalen uit de kerk of iemands privacy niet respecteerden. "We geven iemand een bepaald vertrouwen. Dat kan iemand stimuleren om zich waar te maken, maar het is ook te misbruiken. Hoeveel ruimte moet je geven? Laat geen tasjes slingeren, leen niet te snel je sleutels uit. Dat is uitlokken. De rest blijft hopen. Geen populaire waarde tegenwoordig, maar hoop behoort tot de basis van het christelijk geloof. Geloof, hoop en liefde."

"We moeten niet te ambitieus zijn. Denken dat we met onze weldaden mensen op het rechte pad kunnen houden, zou zelfoverschatting zijn. We geloven simpelweg dat iedere mens het waard is om mee om te gaan. God verwerpt ons ook niet. Christenen zijn niet beter dan andere mensen maar zijn ergens op aanspreekbaar. Jezus gaf ons een voorbeeld, iemand die de verworpene langs de kant van de weg verzorgde zoals wij dat moeten doen. De `warmhartige` Samaritaan."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden