Keizer van Utopia blijft voorlopig nog piemelnaakt
Dat gezeur tegen scheidsrechters leidt alleen maar tot meer respectloosheid. Er zou een spelregel moeten komen dat alleen de aanvoerder met de leidsman mag discussiëren. Als anderen commentaar leveren, moet dat bestraffing tot gevolg hebben.
Ziedaar een van de conclusies uit het rapport ’Samen voor Sportiviteit en Respect’, dat vorige week werd gepresenteerd. Het is een uitvloeisel van een project ter bevordering van sportiviteit en respect, waaraan elf sportbonden meedoen. Het rapport is opgesteld na onderzoek door het Mulier Instituut en Kennispraktijk.
De intenties zijn prima. Ook een pluspunt is dat de bonden gezamenlijk het probleem van verruwing te lijf willen gaan. Nog te vaak trekken bonden hoge schuttingen op om pottenkijkers van concurrerende sporten op afstand te houden.
Het rapport van 64 pagina’s sociologisch jargon geeft inzicht in hoe het beter zou kunnen en dus ook zou moeten. De toon ademt realisme en de weg naar Utopia blijkt nog lang.
Het onderzoek spitst zich toe op bevorderende en belemmerende spelregels voor sportiviteit en respect. Bevorderend is in een eerder stadium van de wedstrijd een lichte straf geven. Daardoor zijn spelers gewaarschuwd en kunnen ze tot inkeer komen. Strenge straffen bij overtredingen die blessures veroorzaken, bevorderen eveneens sportiviteit.
Belemmerend zijn onduidelijke of te strakke spelregels en het te mild bestraffen van professionele overtredingen.
Op het eind van het rapport melden de deelnemende bonden wat zij nu al doen om het beoogde doel te bereiken en daar gaat het fout. Te optimistisch presenteren de bonden hun ideeën. Ze lijken tegen elkaar op te bieden. Ineens ligt Utopia om de hoek.
Twee voorbeelden. De hockeybond meldt dat de interchange-regel kan bijdragen aan sportiviteit. Spelers die hun zelfbeheersing verliezen, kunnen door de coach tijdelijk preventief naar de kant worden gehaald om even af te koelen. Hier lijkt het discours van de vergadertafel het te winnen van de praktijk op het veld. Want welke coach haalt zijn kortgelonte toppers naar de kant als het wedstrijdresultaat van zulke spelers afhangt? Alsof er geen ander belang dan sportiviteit op het spel staat.
De korfbalbond denkt eraan bij ongewenst gedrag van een coach de tegenpartij een strafworp te geven. Er is zelfs al mee geëxperimenteerd, roept de bond voortvarend. Ja ja. De proef betrof het vriendschappelijk bondsoliebollentoernooi, waar zelden of nooit een gele kaart valt. En omdat de internationale federatie de regel nog moet goedkeuren, zit een spoedige invoering er niet in.
Dat geldt trouwens ook voor spelregelvoorstellen van andere bonden: er is nog een internationale horde te nemen.
In de euforie van gezamenlijkheid waarin het verruwingsprobleem wordt aangepakt, doen de bonden hun best aan te tonen dat zij de keizer van Utopia kunnen kleden. Voorlopig trekt de vorst echter nog piemelnaakt te velde.