Katholieke sporen in het landschap
In Valkenburg zijn Romeinse catacomben te zien, die honderd jaar geleden zijn nagebouwd. Textielbaron Jan van Diepen bedacht het plan op zijn ziekbed. Volgens historicus Paul Post was het meer dan een hobby van een rijke man.
Op zijn ziekbed las rijkeluiszoon Jan van Diepen, uit een Tilburgse textielfamilie, een boek over Romeinse catacomben. Het was 1908, en de vroegchristelijke, antieke cultuur was in de mode.
De zieke Jan van Diepen, tegen de veertig, verbleef in Valkenburg, waar de familie een tweede huis had, Villa Alpha. Valkenburg was toen nog klein en rustig. Toeristen kwamen er niet.
De vroegchristelijke catacomben spraken zo tot de verbeelding van Van Diepen, dat hij ze wilde laten nabouwen in het park dat bij het familiehuis Villa Alpha hoorde. Toevallig verbleef net de architect Pierre Cuypers ook in Valkenburg, ook om bij te komen van de hectiek van het bestaan.
Met zijn ondernemersgeest zag Jan van Diepen in korte tijd kans het plan ook daadwerkelijk uit te voeren. Nu nog is te zien hoe gedegen hij dat heeft aangepakt. Het ging er hem niet om dat het park alleen een romantische indruk zou wekken, en vooral wat Romeinse sfeer zou weergeven. De reconstructie moest echt helemaal kloppen. Deskundigen gingen naar Rome om fresco’s exact vast te leggen zodat die nauwgezet geconstrueerd konden worden.
Zo degelijk pakte hij dit aan, dat de catacomben nu nog in goede staat zijn en te bezichtigen.
„De bouw van die catacomben was meer dan een gril van Jan van Diepen”, zegt Paul Post, hoogleraar Liturgische en rituele studies aan de universiteit van Tilburg.
„Er is meer over te zeggen dan dat het een uit de hand gelopen hobby was van een gentleman-fabrikant met een zwakke gezondheid.”
Oudchristelijke kunst genoot veel belangstelling, aan het begin van de vorige eeuw. Daar zat, volgens Paul Post, nogal wat romantiek bij. Romans over de christenvervolgingen, als het later verfilmde verhaal Ben Hur, speelden daar op in en voedden die ook. „Onder katholieken sloeg dat aan doordat ze zich in Nederland een minderheid voelden in een vijandige, boze wereld.”
Jan van Diepen was niet de enige katholiek die aan het begin van de vorige eeuw in Nederland sporen in het landschap wilde nalaten. In deze tijd, vertelt Post, verrezen overal op katholieke bedevaartsplaatsen kopieën van de Lourdesgrot. Ook de Heilig Landstichting maakte in deze tijd plannen voor een reconstructie van Bijbelse taferelen.
Ook het Nederlands Openluchtmuseum ontstond in deze tijd. Een van de oprichters hiervan, vertelt Post, was ook nauw betrokken bij het Katakombenproject in Valkenburg. „Het zijn allemaal themaparken avant la lettre”, aldus Post.
Op 12 juli 1910 ging het eerste deel van de Valkenburgse Katakomben open, met een precieze reconstructie van de catacombe van ene Priscilla. Die was gebouwd in een mergelgroeve, de ideale plaats om de romantische en tegelijk beklemmende sfeer van vroegchristelijke gangen en graven op te roepen. Wat dat betreft was Valkenburg een ideale locatie.
Jan van Diepen wist een aantal oudheidkundige wetenschappers te interesseren. Zij kochten voor het project voorwerpen aan, en deden in Rome onderzoek voor de volgende onderdelen van het project. Van Diepen had nog grootsere plannen. Valkenburg was ondertussen een toeristisch stadje geworden. Reden temeer voor de ondernemer, om verder te bouwen aan het verantwoorde, educatieve vermaak, dat het Katakombenproject toch wel was.
Er zou een studiecentrum komen, vertelt Paul Post, een museum en een bibliotheek. In het vooruit liet Van Diepen alvast een collectie oudheidkundige stukken aanleggen. Van sommige voorwerpen liet hij kopieën maken. „Dat was heel gebruikelijk in die tijd”, vertelt Paul Post.
Dat de Valkenburgse Katakomben veel kleiner zijn dan de Romeinse, komt doordat het geld van de Van Diepens opraakte. Na de dood van Jan van Diepen in 1930 was er niemand meer in de familie die verder ging met bouwen.
Wel is de familie heel zuinig geweest op de gril van Jan van Diepen. Al was het Katakombenproject, betoogde Paul Post op het eeuwfeest, meer dan een gril, want het paste ook in de tijd, en het had wetenschappelijke kanten en een duidelijk katholiek karakter. Nog altijd zijn de Katakomben te bezichtigen. Sommige delen ervan zijn in minstens zo goede staat als het origineel in Rome.