Kans op bestand Atjeh neemt toe
BANDA ATJEH - De kans op een wapenstilstand in de Indonesische provincie Atjeh groeit. Vice-president Yusuf Kalla zei gisteren dat Jakarta zich zal inspannen om een bestand voor elkaar te krijgen.
Volgens de afscheidingsbeweging GAM is een bestand nodig voor de hulpverlening in het gebied dat het zwaarst is getroffen door de tsunami op tweede kerstdag. In Indonesië kwamen meer dan 110000 mensen om.
Minister Alwi Shihab van Welzijn zei in Banda Atjeh dat 'het tijd is voor verzoening'. ,,Als zij een wapenstilstand willen, staan wij daarvoor open'', aldus de bewindsman. De opstandelingen kondigden kort na de beving het bestand voor onbepaalde tijd af.
In 2003 begon de Indonesische regering een offensief tegen de GAM: tot de zeebeving was Atjeh verboden terrein voor buitenlanders.
Dinsdag beperkte Jakarta nog de bewegingsvrijheid van hulpverleners en journalisten in Atjeh. De uitleg dat de maatregel was bedoeld om 'hen te beschermen' stuitte op veel wantrouwen.
Toen vice-president Yusuf Kalla zei dat buitenlandse militairen binnen drie maanden Atjeh moesten verlaten, onstond nog meer beroering. Maar zijn minister Hassan Wirajuda van Buitenlandse Zaken liet daarop weten dat buitenlandse militairen welkom blijven. De VS sturen admiraal Thomas Fargo naar Indonesië om opheldering over het standpunt van de Indonesische regering te krijgen.
Fargo moet uitzoeken waarom beperkingen zijn opgelegd aan Amerikaanse troepen. Zo moet het vliegdekschip USS Abraham Lincoln verder uit de kust van Atjeh gaan liggen. Het schip speelt een belangrijke rol bij de distributie van hulp. Naast de Verenigde Staten stuurden ook onder meer Australië, Japan en Frankrijk militairen ter ondersteuning naar Atjeh.
Volgens Fargo is het ook onwaarschijnlijk dat Amerikaanse militairen langer dan twee maanden in het gebied blijven, gelet op de duur van eerdere operaties.
Het Rode Kruis beschuldigt het bestuur van de Indiase Andaman en Nicobar eilanden van het 'gijzelen' van hulp. Het Rode Kruis zegt dat er hulpgoederen zijn aangetroffen bij de eilandbestuurders, terwijl sommige afgelegen eilanden nog onvoldoende zijn bereikt. De eilandautoriteiten bestrijden dat zij de hulpverlening niet alleen af kunnen.