Kamer wil tweede Meavita graag voorkomen, maar hoe?
Meldplicht voor verzekeraars als cruciale zorg in gevaar is
Hermans opnieuw in beklaagdenbank
Door de Meavita-affaire is Loek Hermans, fractieleider van de VVD in de Eerste Kamer, opnieuw onder vuur komen te liggen. Hermans was toezichthouder bij Meavita. Vakbond AbvaKabo stelt hem daarom mede-aansprakelijk voor het faillissement van het zorgconcern. Het is niet voor het eerst dat Hermans als toezichthouder in de problemen is. In 2011 was hij gedwongen op te stappen als toezichthouder bij het COA, het Centraal orgaan opvang Asielzoekers, nadat was gebleken dat directeur Nurten Albayrak een schrikbewind voerde voor het personeel en meer verdiende dan de Balkenendenorm.
Hermans wil tot nu toe niet reageren, omdat het vernietigende rapport van de Ondernemingsksamer nog een concept is. Of en zo ja welke consequenties de VVD trekt voor zijn positie in de Eerste Kamer is niet bekend. De VVD'er staat bekend om zijn vele nevenfuncties. Eerder was hij minister van onderwijs, voorzitter van MKB Nederland, Commissaris van de Koningin in Friesland en burgemeester van Zwolle.
Terwijl het land zich weer opwindt over het failliete thuiszorgconcern Meavita, debatteert de Tweede Kamer vandaag over de vraag hoe toekomstige Meavita's te voorkomen.
Volgens een uitgelekt conceptrapport van de Ondernemingskamer heeft de top van Meavita riskant, ongeloofwaardig en onbegrijpelijk gehandeld. Meavita ontstond in 2007 uit vier gezonde thuiszorginstellingen. In 2009 ging het jonge zorgconcern al weer failliet, onder meer door het project TVfoon. Meavita had 30.000 kastjes aangeschaft die cliënten op hun tv moesten aansluiten voor zorg op afstand. Het werd een flop van 20 miljoen euro. Ook een nieuw administratiesysteem leverde niet wat ervan werd verwacht. Vakbond AbvaKabo gaat de bestuurders en toezichthouders van het concern hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de ondergang van Meavita.
Het wetsvoorstel waarover de Kamer vandaag het debat voortzet, regelt een meldplicht voor zorgverzekeraars. Is de continuïteit in gevaar van cruciale zorg, bijvoorbeeld in een ziekenhuis of verpleeghuis, dan moeten zij dat melden bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Willen zorginstellingen fuseren, dan zullen zij vooraf in een fusie-effectrapportage moeten aangeven dat de fusie geen nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg. Zij zullen daarin ook het oordeel van belanghebbenden als cliënten, medewerkers en gemeenten moeten betrekken. De minister van volksgezondheid krijgt de bevoegdheid om een zorgconcern weer op te splitsen.
Naar verwachting zal de Kamer het wetsvoorstel uiteindelijk wel steunen, maar de fracties zijn zeer kritisch. Zo wil Renske Leijten (SP) omkering van de bewijslast: in principe worden fusies niet toegestaan, tenzij de bestuurders de noodzaak daarvan kunnen aantonen. Minister Schippers wil daar niets van weten. Fuseren is volgens haar echt een verantwoordelijkheid van bestuurders van de instellingen. Het SP-voorstel is bovendien in strijd met Europees recht.
D66, VVD en PvdA willen de opsplitsingsbevoegdheid van de minister schrappen. Anne Mulder (VVD) ziet dat als een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht. Dat ook de PvdA een wijzigingsvoorstel van D66 steunt, is opmerkelijk. Maar Bouwmeester heeft nog geen definitief standpunt, zei ze gisteren. "Als Schippers kan aantonen dat ze met de splitsingsbevoegdheid toekomstige Meavita's kan voorkomen, krijgt ze mijn steun." Zij vreest echter dat de bevoegdheid slechts symbolisch is. "De minister mag haar alleen gebruiken, als ze kan aantonen dat er een verband is tussen de omvang van het concern en de slechte kwaliteit van de zorg. Dat is bijna niet te doen."
undefined