Kamer: Turkije aanzetten tot toenadering Armenië
Nederland moet de Turkse regering blijven oproepen toenadering te zoeken tot Armenië en samen met de Armeense regering streven naar verzoening. Een meerderheid van de Tweede Kamer schaarde zich vandaag achter een motie van die strekking van de ChristenUnie.
Aanleiding daarvoor is de herdenking op 24 april van de Armeense genocide. De massamoord door Turken op Armeniërs in 1915 is dan honderd jaar geleden. Turkije en Armenië hebben nog steeds ruzie over de vraag of tijdens de oorlog volkerenmoord is gepleegd op de Armeniërs, die destijds onder het gezag van het Ottomaanse Rijk vielen. Acceptatie van wederzijds inzicht over wat er toen is gebeurd, is volgens de Kamer noodzakelijk om in de verhouding tussen Turkije en Armenië een stap vooruit te zetten.
Verzoening
Kamerlid Joël Voordewind van de ChristenUnie hoopt dat de twee landen door de erkenning van de genocide tot verzoening kunnen komen. Zijn aangenomen motie is een 'belangrijk signaal van het Nederlandse parlement aan de Turkse regering: kom in het reine met je verleden'.
De PVV stemde tegen de 'nietszeggende flutmotie' omdat de oproep tot erkenning van de genocide uit de oorspronkelijke tekst is gehaald, zei Kamerlid Harm Beertema. Ook de in Turkije geboren Tunahan Kuzu, fractievoorzitter van de Groep Kuzu/Öztürk, keerde zich tegen de motie. Volgens hem kan iets dat zich honderd jaar geleden heeft voorgedaan, niet worden opgelost in de Tweede Kamer. 'Het gaat niet om waarheidsvinding, maar om politiek gewin', zei hij.
Een Nederlandse ambassadeur zal in Armenië aanwezig zijn bij de herdenking van de Armeense genocide. De meeste oppositiepartijen vinden dat premier Mark Rutte of een minister daarbij zou moeten zijn, maar een oproep daartoe haalde geen meerderheid. Ook was er onvoldoende steun om het kabinet te vragen voortaan over de genocide te spreken en niet meer over 'de kwestie van de genocide', zoals nu altijd gebeurt.