Kabinet krijgt een tik op de vingers voor verwaarlozing van Caribische Nederlanders
Het College voor de Rechten van de Mens heeft ernstige kritiek op de Nederlandse regering, die de Caribische eilanden aan hun lot overlaat. Het kabinet zou de bevolking van de Nederlandse gemeenten Saba, Sint-Eustatius en Bonaire ‘als tweederangs burgers’ behandelen.
Volgens Adriana van Dooijeweert, de voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens, leven grote delen van de bevolking er in grote armoede, omdat Nederland jaar op jaar nalaat om een zogeheten armoedegrens voor de eilanden in te stellen. “Deze mensen trekken het gewoon niet langer”, aldus Van Dooijeweert. “Er is te veel armoede op de eilanden, terwijl het hier wel om Nederlandse staatsburgers gaat. Het kabinet dient de bevolking ook als zodanig te behandelen.”
Op basis van dat vastgestelde sociale minimum, dat wel voor de andere Nederlandse gemeenten geldt, kunnen uitkeringen verhoogd worden of ondersteunende subsidies worden verstrekt, zodat burgers op de eilanden niet onder de armoedegrens leven. Eerste en Tweede Kamer hebben al herhaaldelijk opgeroepen zo’n norm voor de Cariben vast te stellen, maar het kabinet geeft niet thuis. Dat is voor het College voor de Rechten van de Mens aanleiding om opnieuw aan de bel te trekken. Volgende week vergadert de Eerste Kamer over de kwestie.
Opvallend duur
Sinds 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (samen 25.000 inwoners) Nederlandse gemeenten. Toch blijven de verschillen met andere Nederlandse gemeenten groot. In 2015 onderzocht de commissie-Spies de gevolgen van de nieuwe staatkundige verhoudingen voor de bevolking. Ook bureau Regioplan onderzocht de financiële situatie in Caribisch Nederland. Beide rapporten zijn uiterst negatief. Een huishouden heeft er maandelijks tussen de 1000 en 2500 Amerikaanse dollars nodig voor levensonderhoud. Meer dan 40 procent van de bewoners verdient te weinig. Armoede is er wijdverbreid. Regioplan stelt ook vast dat de boodschappen op de eilanden opvallend duur zijn. De energierekening is hoog, water is kostbaar.
In Nederland zijn het minimumloon en het sociale minimum (hoogte van een bijstandsuitkering) wel aan elkaar gekoppeld. Stijgt het één, dan stijgt het ander mee. Het kabinet wil niet dat het wettelijke minimumloon in het Caribische deel van het koninkrijk automatisch stijgt, als ze ook voor daar een sociaal minimum vaststelt. Bedrijven daar zouden dat helemaal niet kunnen opbrengen.
Volgens Van Dooijeweert van het College voor de Rechten van de Mens hoeft dat helemaal niet en kan het kabinet de burgers daar ook met toelages ondersteunen. “Het is in ieder geval onacceptabel dat Nederlandse staatsburgers onder een golfplatendak moeten overnachten.” Zij wijst er ook op dat het kabinet geen politieke ruimte heeft om de eilanden aan hun lot over te laten. Op basis van de Grondwet hebben de gemeenten recht op ondersteuning.
Lees ook:
Onbegrip en irritatie: geen sociaal minimum in Caribisch Nederland
Het kabinet heeft nog altijd geen sociaal minimum vastgesteld voor de bewoners op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Peter Ester, senator namens de ChristenUnie: “Het debat begint een beetje gênante proporties aan te nemen.”
Onder Nederlands bewind zijn de problemen op Sint-Eustatius verergerd
Op verzoek van het kabinet begin dit jaar heeft een ‘commissie van wijzen’ de bestuurlijke situatie op Sint-Eustatius doorgelicht. De bevindingen zijn snoeihard.