Jules Schelvis 'Aan de grond genageld dacht ik aan mijn vermoorde liefde'

TEKST NOOR HELLMANN

"In oktober ga ik nog één keer naar Sobibor. Het is dan precies zeventig jaar na de opstand die er heeft plaatsgevonden. Daarover hoorde ik pas twintig jaar na de oorlog. Aanvankelijk keek ik niet terug, ik wilde vooruitkijken, een nieuw leven beginnen. Ik had in die tijd wel nachtmerries over mijn kampjaren. En dramatische dromen over mijn eerste vrouw met wie ik in december 1941 ben getrouwd. In mei 1943 zijn we, tegelijk met haar familie, gedeporteerd naar Sobibor. Zij en haar familie hebben dat niet overleefd.

Over de oorlog droom ik nu niet meer, maar positieve dromen heb ik eigenlijk niet. Als ik ga slapen probeer ik aan mijn pasgeboren achterkleinkind te denken. Helaas zijn dromen niet te sturen.

Ik droom vaak over het huis waar ik na de oorlog 35 jaar heb gewoond, in Tricht, in de Betuwe. Er is altijd een vrouw bij me die me vergezelt op wandeltochten. Maar ze spreekt nooit en haar gezicht is niet te zien. Misschien is het mijn eerste vrouw, al is ze daar nooit geweest. Het kan ook mijn tweede vrouw zijn. Ik ontmoette haar na de oorlog, ons huwelijk heeft meer dan vijftig jaar geduurd. Of het is Rozette, zij zat in het bestuur van de Stichting Sobibor en ze begeleidt mij tegenwoordig tijdens lezingen en reizen. In die droom word ik door de inwoners van Tricht als een vreemdeling behandeld, ze kennen mij niet.

Een tijdlang had ik nog zo'n soort droom. Ik kom bij de Arbeiderspers, waar ik algemeen bedrijfsleider ben geweest, maar nu blijk ik een outsider. Mensen vragen: wat kom je doen? Het had waarschijnlijk te maken met de ontvangst bij mijn eerste werkgever, een drukkerij. Daar ben ik begin 1941 ontslagen omdat ik Joods was. Na de oorlog, toen ik na twee jaar kampen in Amsterdam terugkeerde, heb ik me er gemeld. Maar ik was niet welkom met het motief: we hebben natuurlijk voor jou een ander in dienst genomen. Ik liet het er niet bij zitten en ze hebben mij ten slotte weer moeten aannemen, maar moeilijk was het wel. Die onheuse bejegening heeft blijvend indruk gemaakt.

Onlangs heb ik meegewerkt aan een serie herdenkingsconcerten 'Er reed een trein naar Sobibor'. Het was een ongekende ervaring om in de laatste fase van mijn leven vijf maal mijn verhaal over te brengen op een zo geïnteresseerd publiek. Aan het slot zong de onovertroffen mezzosopraan Marjolein Niels 'Urhlicht' van het door mij uitgekozen vierde deel van de Tweede Symfonie van Mahler. Ik stond aan de grond genageld en dacht aan mijn in Sobibor vermoorde grote liefde. 's Nachts hoorde ik in mijn droom haar telkens zingen. Ik sprong uit bed en liet alleen in mijn kamer mijn tranen vloeien."

Jules Schelvis

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden