Jordanië rouwt ook om gevallen IS-strijders
Inwoners van Zarqa sneuvelen in Syrië als terrorist, terwijl de regering belooft Islamitische Staat te vernietigen
Iedereen in Zarqa kent wel iemand die naar Syrië is vertrokken om te vechten. De laatste jaren verschenen er steeds vaker rouwtenten voor jonge mannen. Eerst voor martelaren in Irak, en nu in Syrië. Zo worden ze nog steeds genoemd: 'martelaren', al sneuvelen ze aan de zijde van Islamitische Staat en Al-Nusra.
Terwijl Jordanië de moord op piloot Moaz Al-Kasasbeh wil wreken door IS te vernietigen, heeft het moeite om sympathie voor de beweging in eigen land te onderdrukken. Zarqa is een duidelijke illustratie van die tweeslachtigheid.
Simpele, zandkleurige betonnen appartementenblokken domineren het straatbeeld. De witte minaretten van de moskeeën torenen hoog boven de stad, dertig kilometer ten noorden van Amman. Zarqa staat bekend als de plek waar veel militairen vandaan komen. Maar de stad levert ook strijders voor IS, de huidige vijand. Abu Musab al-Zarqawi, oprichter van Al-Qaida in Irak (zie kader) koos de naam van de stad als zijn nom de guerre. Vrijwel nergens in Jordanië is het moslimfundamentalisme zo sterk als hier.
Drie jaar geleden demonstreerden hier drieduizend mensen voor een strengere toepassing van de Koran. En op een nabijgelegen veld kwam in juli een grote groep salafistische mannen bijeen rond een vlag van IS. "Oh Baghdadi, jij die angst verspreidt in de harten van onze vijand, werf mij als martelaar", klonk het toen uit de luidsprekers - een lofzang op de leider van IS.
In Syrië en Irak vechten 1500 Jordaniërs, volgens het International Centre for the Study of Radicalisation and Political Violence, een denktank in Londen. Vorige week nog sneuvelde een zoon van een Jordaans parlementslid in Syrië, die naar eigen zeggen meevocht met Al-Nusra.
In Zarqa zien sommigen vechten in Syrië als plicht: als soennieten kunnen ze niet anders dan de wapens opnemen tegen president Assad die het alawitische geloof aanhangt, een afspliting van de sjiitische islam. "Het is ons land en we moeten het terugkrijgen", zegt de lokale sjeik Salah Abdel Abu Rhaman.
Bovendien maken de Jordaanse veiligheidsdiensten het voor salafisten - aanhangers van een radicale interpretatie van de Koran - onmogelijk om werk te vinden, zegt hij. Dan is vechten in Syrië een aantrekkelijk alternatief. "Waarom je niet aansluiten bij Al-Nusra en IS als zij je geld en een fijn leven geven dat je niet in je eigen land kan leiden?"
Mensen bewonderen de religieuze ijver van IS, de verheerlijking van de islam, meent een eerstejaars student met een net baardje. "Het is normaal dat je daarmee sympathiseert", zegt hij aan de zijlijn bij een voetbalwedstrijd. Zijn vrienden knikken. Maar de brute verbranding van Kasasbeh keurt hij af. "Dat is geen islam", zegt hij stellig.
Ahmed al-Omari, een verkoper op de markt, was ook IS-aanhanger; ze vechten tegen de yezidi's en sjiieten, zegt hij goedkeurend. En jihad is een religieuze plicht. Maar nu kan hij hen niet meer steunen. De vlammenzee die IS gebruikte om Kasasbeh te vermoorden was een 'wapen van Allah', niet iets dat mensen zich mogen toe-eigenen.
De Jordaanse overheid doet zijn best om het verschil tussen IS en het salafisme - dat zowel een gewelddadige als een niet-gewelddadige variant kent - in stand te houden. Salafistische ideologen die zich uitspreken tegen IS, worden vrijgelaten uit de gevangenis. Afgelopen donderdag werd Al-Maqdisi, ook afkomstig uit Zarqa en een spiritueel raadsman van Al-Zarqawi, op vrije voeten gesteld. Ook al vindt hij de coalitie tegen IS, waar ook Jordanië deel van uitmaakt, 'kruisvaarders'. Een dag later sprak hij zich in een tv-interview uit tegen IS, met name tegen het gebruik van verbranding door de groep.
Zelfs IS-strijders hebben twijfels. Er zijn er minstens drie die zijn teruggekomen sinds het nieuws over Kasasbeh bekend werd, aldus geruchten in de stad.
Maar een nieuwe generatie treedt aan. Scheikundeleraar Khaled Taha ziet hoe het gedachtengoed van Islamitische Staat aanslaat bij zijn leerlingen, jongens van 16 tot 18 jaar. Geen van hen is nog naar Syrië vertrokken, maar dat is slechts een kwestie van tijd, zegt hij.
undefined
Terrorist uit Zarqa
Ayman al-Zarqawi, in 1966 geboren in Zarqa, reisde in 1989 naar Afghanistan, waar hij bevriend raakte met Al-Qaida-oprichter Osama bin Laden en Abu Bakr al-Baghdadi, de leider van IS. Eind 2004 sloot hij zich aan bij Al-Qaida, met een eigen organisatie: Al-Qaida in Irak. Bij talloze aanslagen van de groep kwamen duizenden Irakezen om het leven. Ayman al-Zawahiri, nu leider van Al-Qaida, riep Zarqawi in 2005 op om het aantal burgerslachtoffers te beperken, omdat die de populariteit van de groep aantastten. Dat zou het opzetten van een islamitische staat bemoeilijken. In 2006 doodden de Amerikanen Al-Zarqawi. Zijn beweging kreeg een nieuw leven als Islamitische Staat.
undefined