Reportage
Jong Irak is de oude politici met dezelfde beloften zat
De toekomst van de jeugd staat centraal bij de Iraakse parlementsverkiezingen van zaterdag. Zeventig procent van de Irakezen is jonger dan dertig. Is deze groep in staat de oude garde te wippen? Komt er meer werk? Minder corruptie? ‘Ik heb de jonge kandidaten nog niet gevonden.’
Je moet betalen voor een baan, zelfs bij de overheid.” Iftigar Yasser denkt niet dat ze werk vindt als ze binnenkort een studie voor sportverzorger afrondt. “Sport is niet zo populair in Irak”, lacht ze, “behalve op tv.” Yasser (28) loopt op een vrije vrijdag met haar vriendin Hanin Ashummari (26) door het culturele park bij Mutanabbistraat in Bagdad. In de straat vol boekverkopers is het druk met kandidaten die stemmen proberen te veroveren, maar hier in het park zijn alleen culturele activiteiten toegestaan. Er wordt poëzie voorgedragen, muziek gemaakt en geschilderd.
Zaterdag gaat Irak naar de stembus, voor het eerst sinds grote delen van het land heroverd zijn op de islamitische groep IS. Over deze radicale groep en de oorlog hoor je jongeren in Bagdad nauwelijks als je ze aanspreekt over de stembusgang. Voor hen gaat het om banen, en om de grootschalige corruptie, die Irak helemaal onderaan de internationale ranglijst van transparante staten heeft doen belanden.
Hanin Ashummari, die deze maand afstudeert in personeelsmanagement, heeft inmiddels een baan gekocht. Dat is de enige manier om ergens binnen te komen: je betaalt de persoon die jou aanstelt omgerekend zo’n 12.600 euro. Deze praktijk wortelt in schaarste: de overheid is de belangrijkste werkgever en heeft veel te weinig banen voor de duizenden jongeren die jaarlijks afstuderen. Door oorlogen, armoede en de grote gezinnen maken jongeren jonger dan dertig bijna zeventig procent uit van de ruim 34 miljoen Irakezen.
Voor de twee vrolijk gehoofddoekte vrouwen is dat reden om zeker te gaan stemmen. “We moeten af van de macht van de oude garde, van die gezichten die maar niet veranderen”, zegt Ashummari. “Dan kunnen we de corruptie terugdringen.” Haar vriendin: “We moeten corruptie bestrijden via de stembus, maar helaas worden goede kandidaten steeds weer besmet door de corrupte oude garde.”
De meeste politici die na de val van dictator Saddam Hussein in 2003 met hun op religie gebaseerde partijen aan de macht zijn gekomen, schitteren vijftien jaar later nog altijd op de verkiezingsposters die met elkaar om ruimte concurreren in de straten van Bagdad. Zo’n zevenduizend kandidaten van 204 partijen strijden om 329 parlementszetels.
Ashummari ziet in de slechte opleiding die veel Irakezen hebben gehad een oorzaak voor de steun aan de oude politici: “Die denken alleen aan religie, ze gebruiken hun verstand niet.” De grote armoede speelt daarbij ook een rol, zegt Yasser. “Vaders beslissen dat kinderen beter kunnen gaan werken en verdienen, in plaats van studeren en werkloos worden.”
Dezelfde beloften
Na 2003 kwam de sjiitische meerderheid in Irak aan de macht. Sjiitische partijen verenigen hun achterban vooral op basis van hun geloof. Onder Saddam werden sjiitische uitingen jarenlang onderdrukt. Maar veel Irakezen, jongeren voorop, zijn na vijftien jaar het vertrouwen in die partijen kwijt, omdat de beloften voor welvaart en banen verzandden in corruptie. Ook nu weer herhalen verschillende coalities van sjiitische, soennitische en seculiere partijen dezelfde beloften.
Vorige week speelde de geestelijke leiding van de sjiieten in Iraks heilige stad Najaf in op die onvrede, door gelovigen op te roepen niet op corrupte politici te stemmen, en hun stem niet te verkopen. Er zijn berichten dat met name arme gezinnen hun stemmen verkopen voor 100 dollar per stuk.
“Ik zoek nieuwe gezichten die verandering kunnen brengen”, zegt Saifedin Abas (22), die stempels verkoopt in de bazaar bij het park. Hij draagt zijn haar volgens de Bagdadse mode in een hoge kuif. “Jonge kandidaten. Maar ik heb ze nog niet gevonden. We zoeken hen allemaal, mijn vrienden, mijn familie.”
Stemmen gaat hij zeker, omdat verandering nodig is, en omdat de veiligheid en de rechtsstaat belangrijk blijven, ook al is het aantal bomaanslagen drastisch gedaald sinds IS is verslagen. Toch heeft hij er weinig vertrouwen in dat er iets zal veranderen: “Als dezelfde kandidaten en partijen winnen, heb ik geen hoop.”
Toen hij aan de slag ging in het stempelwinkeltje, ging een vriend het leger in voor de strijd tegen IS. Hij vocht met de elitetroepen van de Gouden Brigade, en sneuvelde. Abas rouwt om hem, maar het is alleen dankzij een veto van zijn moeder dat hij niet met hem is meegegaan. “Er zijn geen banen, de meeste jongeren sloten zich aan voor eten op tafel.”
Gebrek aan vertrouwen
Het gebrek aan vertrouwen in de politiek onder de Iraakse jeugd is volgens politicoloog Amer Hassan Fayyadh van de Al-Nahrain Universiteit in Bagdad het grootste probleem bij deze verkiezingen. Het gebrek aan jonge politici speelt daarbij een rol, meent hij; alleen Irakezen van dertig jaar en ouder mogen zich kandideren. “Al is het percentage dertigers opmerkelijk hoog”, stelt hij vast: “Partijen zetten hen en vrouwen in om stemmen te winnen.”
Doorslaggevend voor de negatieve perceptie bij de jeugd is dat geen van de beloften van vorige verkiezingen is vervuld, vertelt de hoogleraar. “Politici beloofden banen en een eind aan werkloosheid, en iedereen herhaalt dat nu.” Ook deze verkiezingen verwacht hij geen grote verschuivingen. Partijen veranderen niet, al veranderen ze van naam door het vormen van stembuscoalities. “Er zullen alleen wat gezichten veranderen, maar de principes en de beloften blijven hetzelfde.”
De stem van de jeugd is belangrijk, gezien haar grote aandeel in de bevolking. De opstandige sjiitische geestelijke Moktada al-Sadr sloot mede daarom een verbond met de Communistische Partij, onder de naam ‘Marcheren naar Verandering’. Een vreemd verbond: communisten vinden religie immers slechts opium voor het volk. Maar beide bewegingen werkten afgelopen jaren al nauw samen bij betogingen tegen onveiligheid en corruptie, de thema’s die ook hun slogans beheersen.
“Als religieuze partijen, zoals de sadristen, miljoenen de straat op krijgen, en daarvan is tachtig procent jong, dan kunnen ze hen ook naar de stembus dirigeren”, voorspelt Fayyadh over Al-Sadr’s beweging. Hij blijft religieuze jongeren aan zich binden, meent hij. “Op dezelfde manier als ze hen bij betogingen gebruiken, doen ze dat bij de verkiezingen.”
Hij verwacht een grote opkomst, ook al omdat ayatollah Sistani heeft opgeroepen zeker te gaan stemmen. Ook protestbewegingen dringen erop aan fraude geen kans te geven en niet thuis te blijven, maar om het stemformulier met een kruis ongeldig te maken.
Over de uitkomst is weinig zinnigs te zeggen. Opiniepeilingen zijn onbetrouwbaar en zelfs premier Haider al-Abadi is met zijn nieuwe coalitie ‘Overwinning’ allerminst zeker van de victorie. En als hij al wint, is het onzeker met welke partijen hij kan samenwerken om een meerderheid in het parlement te vormen.
Voor tandarts Mina Hassan (31) is niet gaan stemmen geen optie, zij ziet het als een democratische plicht. “Ik ben altijd gegaan, ook bij de stemming over de grondwet in 2005, toen het gevaarlijk was”, vertelt ze in een van de modieuze restaurants die onlangs in Bagdad zijn opgezet door buitenlandse ketens. Ze bieden de Libanese keuken of het betere fastfood, met daarbij de waterpijp in allerlei smaken.
Kleine groep rijken
De veranderingen die in Irak zichtbaar zijn, zijn niet politiek, en bereiken slechts een kleine groep. In een cultuur die de familie centraal stelt en die weinig mogelijkheden biedt om uit te gaan, zijn deze restaurants en de net zo nieuwe winkelcentra met grote internationale merken in korte tijd populair geworden bij de welvarende jeugd.
Hassan heeft voorheen twee keer voor dezelfde kandidaat gekozen, een goed opgeleid familielid dat betrouwbaar leek. Maar ayatollah Sistani’s oproep heeft haar aan het denken gezet. “Mijn kandidaat heeft niet echt iets bereikt. Natuurlijk is hij onderdeel van een partij en dat maakt het moeilijk.” Zij gaat zaterdag op een ander stemmen, al denkt ze dat velen dat niet zullen doen, ondanks Sistani’s oproep. “Zij blijven bij dezelfde kandidaat, omdat die hen rijk heeft gemaakt.”
Dat is het probleem, zegt ze, in de Iraakse politiek gaat het om geld en macht. Parlementsleden verdienen flink. Ze hebben bijvoorbeeld recht op 25 bewakers. Ze kopen stemmen en loyaliteit met geld en baantjes. Het is moeilijk om daarmee te breken. Verandering moet van jonge politici komen, zegt Hassan: “Die zullen zichzelf proberen te bewijzen, ze hebben een andere mentaliteit, zijn minder corrupt, want ze hebben Saddams tijd niet meegemaakt.” Want volgens haar liggen daar de wortels van de huidige corruptie.
Maar zonder goed onderwijs lukt het allemaal niet. “Wie zelf ontwikkeld is, zal het land ook willen ontwikkelen. Daarom vind ik dat alleen mensen met een universitaire opleiding zich verkiesbaar moeten kunnen stellen. Je hebt voor ieder probleem een specialist nodig, en we hebben zo veel problemen.”
De strijd om zetels in Irak
Sjiitische partijen bepalen de strijd om de 329 zetels in het Iraakse parlement. Sjiieten zijn de grootste bevolkingsgroep in Irak. De belangrijkste namen zijn die van twee premiers wier strijd Dawa, ooit de grootste sjiitische partij, wist te splitsen: de huidige premier Haider al-Abadi en de vorige, Nouri al-Maliki.
Abadi vormde een lijstcombinatie onder de noemer Overwinning met een aantal sjiitische partijen ; Maliki ging voort met zijn Rechtsstaatcoalitie. Abadi staat volgens de peilingen op winst. Zijn grote concurrenten zijn de Veroveringscoalitie die politieke leiders verenigd van de sjiitische milities die de extremisten van IS bestreden, en daarnaast de coalitie van de opstandige sjiitische geestelijke Moktada al-Sadr en de communisten, Marcheren voor Verandering.
In totaal doen 204 partijen mee, waarvan er 143 opgingen in 47 lijstverbindingen. Aan soennitische zijde is er de Beslissingscoalitie van vicepresident Osama Nujaifi, maar de verwachting is dat in bevrijd (soennitsch) gebied de waardering voor premier Abadi’s overwinning op IS de kiezers ertoe zal aanzetten de geloofsgrens over te steken.
De Koerdische partijen, goed voor ruim zestig zetels in het huidige parlement, trekken vooral Koerdische stemmen, en de paar partijen die zich als seculier of burgerlijk profileren, lijken slechts enkele percentages van de stemmen te kunnen vergaren.
Lees ook: Nood breekt traditie: Koerdische vrouwen gaan aan het werk
In de Koerdische Autonome Regio van Irak zoeken steeds meer vrouwen werk. Normaal is dat omstreden, maar vanwege de recessie verdienen hun vaders en echtgenoten te weinig.