Johan Cruijff (68) overleden
Hij leidde een leven vol conflicten. Maar Johan Cruijffs eigenzinnige visie, ideeën en uitspraken vormen een buitengewone nalatenschap voor het voetbal. Vandaag overleed Cruijff in Barcelona, op 68-jarige leeftijd.
Bij Cruijff (1947) werd in oktober longkanker vastgesteld. Hij onderging daarvoor verschillende behandelingen in een ziekenhuis in Barcelona, waar hij al geruime tijd woonde. "Met veel verdriet moeten wij mededelen dat Johan Cruijff, omringd door zijn familie en na een felle strijd tegen kanker, op 24 maart in Barcelona is overleden", zo staat op zijn website.
Praten heeft hij altijd gekund
"Ik blijf gewoon doorgaan met mij uitspreken, pas als ik dood ben houd ik mijn mond." Het is in een bundel met uitspraken van Johan Cruijff de enige waarvan de bron niet traceerbaar is. Cruijff zou het in augustus 2011 'in kleine kring in Barcelona' hebben gezegd.
Dit kan en wil geen verhaal zijn om in alles de waarheid nog te vinden. Wat is de waarheid, als die er al geweest kan zijn, in al die conflicten die Cruijff heeft uitgevochten, in al die strijd? Maar wie zal eraan twijfelen dat hij dit zo heeft gezegd, in die kleine kring in Barcelona?
Praten heeft hij altijd gekund, Hendrik Johannes Cruijff. Hij wist het als tiener beter dan de vaste selectiespelers van Ajax (die toen al moesten erkennen dat hij in de meeste gevallen nog gelijk had ook). Hij praatte in het veld óók uit gespannenheid. Hij was een nerveus type, zei hij al vroeg. Later, veel later, toen zijn vrouw hem bij thuiskomst vroeg wat hij nu, als trainer, weer zoal had gezegd: "Al sla je me dood, ik weet het echt niet meer."
Familie verrast door terugslag
Afgelopen week ging de gezondheidssituatie van Cruijff ineens hard achteruit, vertelt zijn manager Carole Thate: "We zijn zeer verrast door deze enorme terugslag". Vorige maand was Cruijff in een verklaring nog positief over zijn herstel: "Ik heb het gevoel dat ik met 2-0 voorsta in de eerste helft van een wedstrijd die nog niet is afgelopen", zei Cruijff toen. "Ik weet zeker dat ik uiteindelijk zal winnen.'' Bijna zes weken later is de bekendste Nederlandse voetballer ooit overleden. Thate liet weten dat de familie nog geen beslissingen heeft genomen over de uitvaart van Cruijff.
Jeugd
Johan Cruijff wordt op 25 april 1947 geboren in het Burgerziekenhuis in Amsterdam. Hij groeit op in de Watergraafsmeer, in Betondorp, op een steenworp afstand van het oude Ajax-stadion De Meer. Zijn vader drijft er een groentezaak. Johan, Jopie dan nog, loopt van jongs af aan rond bij de club. Hij helpt er de terreinknecht, Ome Henk. Hij is twaalf jaar als zijn vader, 44 pas, aan een hartaanval overlijdt. Misschien, zegt hij later, is de vroege dood van zijn vader voor hem net dat extra zetje geweest om zich te willen manifesteren.
Zijn moeder kan wat verdienen als schoonmaakster bij Ajax. Maar als Cruijff zijn eerste contractje krijgt, wil hij dat ze ermee stopt: zij gaat niet de vloer boenen waar hij op loopt. Hij is altijd een Jordanees geweest, een familiemens - als zijn ouders, die voor de Tweede Wereldoorlog in de Jordaan woonden. Met ontzag en liefde spreekt hij over zijn vader ('een echte vader, eerlijk en streng') en over Ome Henk die trouwt met zijn moeder en zijn tweede vader wordt - en die in 1983 overlijdt, in zijn tweede periode als speler bij Ajax.
Zijn klassieker: elk nadeel heeft zijn voordeel. Hij heeft er natuurlijk wel twee, zegt hij dan, die boven op hem letten. Hij spreekt op de begraafplaats met zijn vader, vertelt hem dat hij voor het eerst met het eerste van Ajax mag trainen, dat hij (op 15 november 1964 tegen GVAV) mag debuteren, later (op 7 september 1966 tegen Hongarije) ook in het Nederlands elftal. Eind 1970 zegt hij af voor een interland tegen Oost-Duitsland, omdat de zwangerschap van zijn vrouw, in verwachting van hun eerste dochter, niet vlekkeloos verloopt. Zijn hoogtepunt van 1992, het jaar waarin hij als trainer met Barcelona de Europa Cup I wint? Dat Chantal, die eerste dochter, trouwt.
Geloof
Of Johan Cruijff geloofde? Nee. Of toch wel, op een bepaalde manier? Als kind zit hij op een school met de Bijbel. Waarom, vraagt hij aan zijn vader, ze gaan toch niet naar de kerk? Zijn vader zegt dat hij alles moet weten en leren. Dat hij zelf maar moet weten of hij later naar de kerk gaat, maar dat hij er dan in ieder geval van weet. Een boodschap met gelijke strekking geeft Cruijff later aan zijn kinderen mee, aan Chantal (van 1970), Susila (1972) en Jordi (1974).
Het geloof gaat tegen zijn logische denken in, analyseert hij, maar dat er iets hogers dan de mens is, weet hij zeker. Cruijff wordt eind jaren zeventig opgelicht. Met een miljoenenschuld moet hij weer gaan voetballen, eerst in de Verenigde Staten en later nog in Nederland, bij Ajax en Feyenoord. Misschien ging het hem wel te goed, zegt hij in 1984 in Vrij Nederland. Hij moest een keer vallen. "Misschien vond degene die mij mijn talent geschonken heeft, dat ik te kort had doorgespeeld. Het zou kunnen zijn dat hij vond: val maar eens goed diep, en ga dan de wereld over."
Conflict
Met Feyenoord wint Cruijff in het seizoen 1983-1984 de landstitel en de beker. Het is zijn ultieme wraak op Ajax, op voorzitter Ton Harmsen in het bijzonder. In december 1981 is hij als speler teruggekeerd bij Ajax. Er zijn twijfels, of het nog kan, of hij niet te oud is, maar al bij zijn rentree maakt hij een schitterend doelpunt, een lob tegen Haarlem. Hij wordt twee keer kampioen met Ajax, maar de club wil zijn contract niet verlengen. Harmsen denkt, vertaalt Cruijff verontwaardigd, dat hij nu echt te oud is geworden. Hij heeft in het voorbije seizoen 21 van de 34 competitiewedstrijden gespeeld.
Het conflict, hij trok het aan en hij kon niet zonder. Volgens zijn oudere broer Henny heeft Cruijff een 'uitgesproken zwart-wit denkpatroon'. Gekanaliseerd denken, noemt Henny dat. De strijd houdt hem scherp, zegt Cruijff zelf - en om goed te voetballen moet je scherp zijn. In 1997 in De Telegraaf: "In Rotterdam heb ik alles bijeengeschraapt om in de geest van mijn tweede vader mijn carrière af te sluiten."
Maar was Cruijff in wezen zo'n rebel? Hij ziet er zo uit, op een gegeven moment dan, met zijn lange haren. Het is verleidelijk om Cruijff en zijn Ajax-makkers met hun manen als exponenten te zien van de progressieve golf van de jaren zestig en begin jaren zeventig. Maar Cruijff heeft dan lang haar omdat Danny Coster, met wie hij eind 1968 is getrouwd, dat leuk vindt - en dat opgeschoren koppie van daarvoor maar niks. "Ik schijn conservatief te zijn. Danny vindt me ouderwets", zegt Cruijff in 1975. Hij denkt, zacht gezegd, nogal rechts.
'Cruijff is geen politiek of maatschappelijk bewuste jongen, hij is dat alleen op zijn eigen gebied', schrijft journalist Nico Scheepmaker in een alternatieve biografie uit 1984. 'Anders gezegd: hij is provo in Ajax, geen provo in Nederland.'
Cruijff, vergezeld nog door zijn moeder, wijst het eerste bod van Ajax voor een seniorencontract af. Maar het wordt pas menens, als hij zijn schoonvader Cor Coster meeneemt, een gefortuneerd handelaar in sieraden. Coster baant het pad voor de beginnende fullprofvoetballers naar meer verdiensten, meer commerciële mogelijkheden, meer rechtszekerheid ook.
"Ik móet wel provo zijn", zegt Cruijff in 1969 - een rechtse provo dan natuurlijk in zijn geval. Hij moet het in relatief korte tijd verdienen, en ook daarna wil hij lekker kunnen leven. Over vijftien jaar kan hij niet zeggen: 'Bakker, ik ben Johan Cruijff, en ik wil gratis brood'. Dat heeft hij snel geleerd van zijn schoonvader. Zelf is hij, zegt hij, altijd een vechtmachine geweest. Er zijn (in zijn woorden) veel klappen uitgedeeld, dat was (in zijn ogen) blijkbaar nodig. In 1995: "Ik heb op alle manieren vooraan gestaan: zowel bij de bloemen als bij de klappen."
In 1973 wordt Cruijff door zijn ploeggenoten weggestemd als aanvoerder van Ajax. Hij vertrekt gebelgd naar Barcelona. Ik los 80.000 dingen voor ze op en regel hun premies, zegt hij. Alles is om hem gaan draaien, vinden zij. Geijkt is het patroon van zijn conflicten met bestuursleden: met Jaap van Praag, de voorzitter in zijn eerste spelersperiode bij Ajax, met Harmsen dus, met voorzitter Núñez bij Barcelona, met de bestuursleden van de KNVB, waarvan hij nooit bondscoach werd. Zij hebben geen verstand van de materie, van voetbal, vindt Cruijff zonder uitzondering. Als nummer één, vindt hij, heeft hij altijd tegen nummers twee moeten strijden - en van tien nummers twee kun je niet winnen.
Lijf
Al op zijn vijftiende is Cruijff, in de geest van de tijd, stiekem gaan roken. Hij is een spriet. Kracht voor een verre pass of een hoekschop heeft hij niet. Daardoor heeft hij, denkt hij, leren dribbelen. Volgens Ajax-clubarts Rolink is hij lichamelijk te zwak voor topvoetbal. Hij heeft geregeld migraine, en wordt daarvoor afgekeurd voor militaire dienst. Altijd speelt hij tegen ouderen, op straat en bij Ajax. Hij is de beste, en hij vindt dat hij dat moet zijn. Van kinds af aan, zegt hij in 1971, heeft hij hoofdpijn.
Roken is voor hem ook iets om de spanning kwijt te raken. Nico Rijnders, zijn oud-ploeggenoot bij Ajax, overlijdt in 1976 op 28-jarige leeftijd aan een hartkwaal. Dat grijpt hem aan. "Als je zoiets net gehoord hebt, grijp je ook zelf naar je hart", zegt hij in Het Parool. "Ik doe dat trouwens wel meer. Op de trainingen. Pfff, zeg ik dan tegen mezelf, weer 189/190. En dan vraag je je af of jij er ook niet eens zomaar uit zou kunnen stappen."
Nee, roken is niet gezond, maar hij denkt liever aan waar hij het wel goed voor vindt: het tegengaan van de stress, die op het veld en die van de conflicten. De gedachte knaagt dat het lot van zijn vader ook het zijne kan worden - en bijna is dat ook zo, als de medische wetenschap er niet zo op vooruit was gegaan. In 1991 krijgt hij twee bypasses. Ze hadden er niet veel later bij moeten zijn, krijgt hij te horen. Hij stopt resoluut met roken. Voortaan zit hij, als trainer van Barcelona, met een lolly in zijn mond op de bank. Hij heeft zich niet aan zijn hart laten opereren, zegt hij, om daarna met angst door het leven te gaan.
Great to meet sports legend @JohanCruyff here in #Barcelona pic.twitter.com/tHPlXA3rIU
— Max Verstappen (@Max33Verstappen) 6 september 2016
Cruijff bij Formule 1
Een van de laatste keren dat Johan Cruijff in het openbaar verscheen was in maart, bij de training van de Formule 1 in Barcelona. Daar ontmoette hij ook coureur Max Verstappen.
Totaalvoetbal
Vier keer op rij wordt hij kampioen met Barcelona, de beste serie in de clubhistorie. Het avontuurlijke voetbal van het eerste Dream Team aldaar is gebaseerd op het 'totaalvoetbal' van Ajax in de beginjaren zeventig en van Oranje op het WK 1974. Daar kan heel ingewikkeld over worden gedaan, maar voor Cruijff is de definitie simpel: totaalvoetbal is voetbal waarin iedereen een aanvallende en een verdedigende taak heeft. Nooit heeft hij zichzelf als de architect ervan voorgedaan.
Zo zien zijn onvoorwaardelijke fans hem wel graag. In een van de nogal eens kleingeestige twisten die Cruijff ook vaak omgaven, vinden zij het maar moeilijk om voor dat totaalvoetbal Rinus Michels te eren, de trainer die Ajax vanaf 1965 professionaliseerde. Michels zou zonder Cruijff niets zijn geweest. In 1988 wordt dat ontkracht, als Oranje met Michels als coach Europees kampioen wordt - voor zover, zij wel aangetekend, de inbreng van coach en speler(s) zo rigide kan worden gescheiden.
Als bestuurslid van de KNVB laat Michels Cruijff tegen de wil van de belangrijke spelers geen bondscoach op het WK 1990 worden. Ook vier jaar later wordt Cruijff, nu na vergevorderde onderhandelingen, geen bondscoach. Het ketst volgens de overlevering af op geld en kleding, het al of niet willen dragen van een KNVB-blazer. Michels, bondsadviseur in 1994, heeft er naar eigen zeggen dan de hand niet in. "Het was voor alle partijen beter geweest als Cruijff WK-coach was geworden, al was het maar om af te rekenen met de soesa, met de mythe", zegt Michels. "Maar het wordt bij hem altijd gecompliceerd. Altijd spanning, altijd problemen."
Cruijff heeft nooit een verkeerd woord gezegd over de man die hij als de belangrijkste in zijn voetballeven zag. In een tv-interview met Johan Derksen in 2013 haalt hij een herinnering op: hij ligt ziek thuis, als jonge speler van Ajax, zijn moeder is aan het werk. Michels brengt hem naar de dokter en weer terug en zegt dat hij nog maar een dag in bed moet blijven. "Dat is ook Michels", zegt Cruijff, de Jordanees. "Moet je dan afgeven op iemand die altijd klaar heeft gestaan om je te helpen? Michels heeft me dingen bijgebracht die ik onbewust, of nee onbetwist, nodig had om de mens te worden die ik uiteindelijk geworden ben."
Daar laat hij het niet bij. Cruijff vertelt dat hij zijn dochtertje plots kwijt was in de hectiek van een aankomst op het vliegveld van Barcelona. Zag hij ineens Michels weglopen uit de drukte, met het kinderzitje. Al die lichten, die camera's, dat is niet goed voor zo'n kind, had 'De Bul' gedacht. "Dat is ook Michels", zegt Cruijff nog een keer.
In het onmetelijke dat over Cruijff is gepubliceerd, duikt ook een andere versie van dit verhaal op, met zoon Jordi in het kinderzitje. Het lijkt in de chronologie van de geschiedenis minder logisch, maar het maakt in wezen natuurlijk niet uit. 'De grootheid van een mythische figuur kan altijd het beste worden afgemeten aan de misverstanden die over hem in omloop zijn', schreef Nico Scheepmaker al.
Neem ook het verhaal over waar er al iets gebroken zou zijn tussen Cruijff en Louis van Gaal, zijn rivaal die in de kern toch altijd hetzelfde heeft gewild als hij: mooi, aanvallend voetbal. Van Gaal loopt eind jaren tachtig als trainer in opleiding stage bij Barcelona. Hij eet, op uitnodiging van Danny, enkele dagen mee bij de Cruijffs. Van Gaal moet halsoverkop terug naar Nederland, omdat het niet goed gaat met zijn zus, en volgens hem neemt Cruijff het hem kwalijk dat hij niet voor de gastvrijheid heeft bedankt. Dat ontkent Cruijff dan weer.
Danny
Cruijff heeft twee persoonlijkheden ontwikkeld, zegt hij in 1989: één thuis en één buiten. In 1972: "Ik heb de problemen zo ver mogelijk van mijn huis in Vinkeveen gehouden. De voetballer Cruijff bestaat daar wel, maar hij is een heel andere vent dan de jongen in het Ajax-shirt met nummer veertien op zijn rug. Ik geloof niet dat de mensen mij kennen. Hun beeld van mij - de ruziezoeker, de lefgozer, de geldwolf of de vedette - klopt niet."
Danny was de belangrijkste persoon in zijn leven. In de jaren zeventig ziet hij dat, ouderwets als hij is, nog simpel: een voetballer heeft een vrouw nodig, dat geeft rust. Bij zijn vijftigste verjaardag zegt hij het wijzer tegen Frits Barend en Henk van Dorp. Ze heeft hem in toom gehouden waar het moest en ondersteund waar het moest, want anders zou het natuurlijk nooit gekund hebben. Graag had hij zijn kinderen, en natuurlijk kleinkinderen, allemaal thuis met Kerst. In 1971 al: "Gezelligheid, een thuis plus een leuk kind, een leuke vrouw, een goed huwelijk. Wat wil je nog meer?"
Moet het nog gaan over het zwembadincident in het spelershotel in Hiltrup, tijdens het WK 1974? Cruijff in het water met naakte vrouwen, als in een valstrik van het Duitse boulevardblad Bild. Danny die eindeloos aan de telefoon heeft gehangen, theorieën dat daardoor de finale is verloren, dat Cruijff daardoor niet naar het WK 1978 is gegaan; theorieën óók dat daar weinig van waar kan zijn, van dat bellen, omdat Danny dan in een moeilijk bereikbaar vakantiehuis in de bergen buiten Barcelona zit.
Cruijff heeft al vroeg gezegd dat hij er in 1978 niet meer bij zou zijn, dat het voor hem te zwaar zou zijn, lichamelijk en geestelijk - laat het daarbij blijven.
De voetbalzonen
Rest het WK 1994, of beter: dat ondoorzichtige geharrewar, de besprekingen met de KNVB, aan het eind waarvan Cruijff ook voor dat toernooi de bondscoach niet wordt. "Je had het gewoon moeten doen", zegt Marco van Basten hem eind 1993 in een tv-uitzending. Eén keer bondscoach worden en eens één keer niet zo zeuren, bedoelt hij. Van Basten is de Nederlandse voetballer in wie Cruijff het meeste van zichzelf terugzag, en waarschijnlijk zit er meer van hemzelf in dan hem lief was. Van Basten zet zich tot twee keer toe af tegen Cruijff, in 2008 als Cruijff de jeugdopleiding van Ajax al wil hervormen, en (vorig jaar) in de laatste dagen van Cruijffs mislukte revolutie bij Ajax. Van Basten laat er geen spaan van heel.
Het is het laatste plan dat Cruijff met, zeg maar, zijn intelligentie van de straat bedacht. Cruijff maakte ooit de ulo niet af. Ajax had nog geprobeerd hem het middenstandsdiploma te laten halen, maar ook dat was niet gelukt. "Ik had er gewoon zwaar de pest in dat ik achterlijk genoemd werd, omdat ik geen opleiding had", zegt hij in 2004. "Als ik dan zei dat ik van bepaalde onderdelen veel meer verstand had, dan negeerden ze me. Nou ja, zo voelde ik dat."
Eind jaren negentig heeft hij zijn stichting, de Cruyff Foundation, in het leven geroepen om jeugd te laten sporten. Hij kreeg zoveel verzoeken in die richting, zo kon hij het in eigen hand houden - en, zei hij erbij, als schoenmaker bij zijn leest blijven. Later volgt zijn University, een opleiding die van sporters bestuurders moet maken. Alleen zij, met verstand van de materie, kunnen de sport besturen, is de gedachte - in wat zijn broer het gekanaliseerde denken noemde.
Zal de geest van Johan Cruijff, mede hierdoor, blijven voortleven? Natuurlijk. Bedenk dat hij in een boekje uit 1968 ('Voetbal mijn sport, De Aanvalsspits') al voorspelde dat het Nederlandse voetbal het beste kon worden dat op de wereld ooit te zien was geweest. Hij daagde de lezer al uit om het boekje er over vijf of tien jaar nog eens op na te slaan. Drie keer kwam hij bij Ajax in een magere fase, drie keer was er bij zijn vertrek talent in overvloed, en weer behoorlijk wat geld. In de voor het Nederlandse voetbal donkere jaren tachtig voorspelde hij dat de top gauw zou worden bereikt, en ga de Europees kampioen van 1988 er maar op na: vrijwel alle kernspelers zijn op een of andere manier gevormd door Cruijff, in diens eerste jaren als coach.
Zijn voetbalideeën worden gekoesterd en eerbiedig uitgedragen door Pep Guardiola, de meest aansprekende trainer van het jongste tijdvak. Hij, oud-speler van Cruijff bij Barcelona, wordt graag als zijn voetbalzoon gezien. Eén kanttekening: natuurlijk voegde hij in het snellere en veeleisender voetbal van tegenwoordig de vereiste moderne accenten toe.
Kon Cruijff dat nog? Zit daar niet de kern van de verwijdering met Van Basten, zijn voetbalzoon in den beginne? Cruijff heeft zich inderdaad tot op het laatst uitgesproken, vooral in zijn column in De Telegraaf, zijn lijfblad van het eerste uur. Het kon gebeuren dat hij in een betoog over de 'makke van het Nederlandse voetbal' vijf namen noemde van spelers met of tegen wie hij meer dan veertig jaar geleden had gespeeld. Zoals ze toen combineerden, zo zou het weer moeten - en zo galmde in zijn lessen vaker de gauw simplificerende echo van de jaren zeventig door.
Ook Johan Cruijff was, of we dat nou wilden of niet, een mens van vlees en bloed. Als vrijwel niemand de neiging kan weerstaan om, ouder wordend, de jeugd en het verleden te romantiseren, te idealiseren of op z'n minst iets te vertekenen, had hij dat dan wel moeten kunnen? Hij die zoveel had om te romantiseren en te idealiseren en die, ook nog eens, altijd een ouderwetse inslag heeft gehad.
Zo vervloeit elk leven, ja ook het zijne. Als je valt, was een van Cruijffs lijfspreuken, sterf dan met je eigen ideeën. Dat is gebeurd, nu ook in letterlijke zin. Wij hebben hem mogen zien, onze beste voetballer ooit. We weten al heel lang dat we zullen sterven zonder er ooit nog zo één te zien, en te horen.