Jezelf als goed gezelschap

De les van alleen reizen is niet de gave vrienden te kunnen maken of innerlijke onvrede te dempen met externe aandacht; het is waarlijk alleen kunnen zijn.

IRIS HANNEMA

De centraal geregelde verwarming werd met de gang van de zon heter en de Aziatische maartlucht, geurend naar curry en groene thee, voelde als een koud dompelbad, iets waar ik totaal niet van hield. Twee dagen eerder was de meereizende fotograaf met heimwee en zwaarmoedigheid naar huis vertrokken en ik was opgelucht, al had ik geen idee hoe een leven er alleen op reis uitzag.

Het was 2006 en ik was nog nooit alleen op reis geweest. Hij had in de vertrekhal gezegd dat het goed voor me zou zijn om eens alleen te zijn en ik dacht: 'Goed? Weet je wat goed is? Dat jij naar huis gaat, slappeling.' Maar dat zei ik niet en in plaats daarvan wenste ik hem een goeie reis. Sinds zijn vertrek voelde ik me losgetrokken van mezelf en ook al vond ik Hongkong een indrukwekkende stad, het gaf geen direct geluk af waar ik iets mee kon. In je eentje relativeren en ergens om lachen had een geheel andere lading, het kwam uit een andere bron en raakte het gevoel de echtheid van dingen te verliezen.

'Joh, alleen reizen is te gek!' riepen leeftijdsgenoten vol enthousiasme als ze terugkeerden van een jaar Australië, toentertijd de populairste bestemming voor backpackers. Ik had nooit doorgevraagd en gewoon aangenomen dat alleen reizen inderdaad te gek was. Het leek me in ieder geval het leukste wat een mens kon ondernemen. Waarlijk vrij zijn, precies doen wat je zelf wilde en zonder medeweten van kritische meningen doen wat de goden formeel verboden hadden. Ik dacht aan Parijse namiddagen met mijn zus, een camera obscura van glinsteringen, vleierijen, terrasjes, de verkoelende Seine, afspraakjes met Fransmannen en nooit meer naar huis willen. Zoiets zou alleen reizen ook zijn, en dan langgerekter.

Maar ik had er nooit over nagedacht dat goed met iemand samen kunnen zijn, niets wezenlijks zei over de capaciteit het alleen met jezelf ook prettig te kunnen hebben. Terwijl ik in Hongkong bijna stikte van de galg van heimwee, kwamen er opbeurende mails vanaf de Haarlemse oevers van oerblijheid. Ik opende ze in internetcafés met plakkerige toetsenborden en zombieachtige gamejongens. 'Iris, doe lekker waar je zin in hebt', schreef het thuisfront, maar ik vond dat zij er overduidelijk niets van snapten. Maar het was natuurlijk het enige juiste reisadvies: mens, geniet.

Het tij keerde abrupt toen ik in de smalle Hongkongse hotelgang een andere reiziger tegenkwam en we onmiddellijk besloten samen over de antiekmarkt te slenteren en naar de zittende gouden boeddha af te reizen. Het is niet overdreven te zeggen dat het voelde als een genade niet meer alleen te hoeven zijn.

Een van de moeilijkste dingen van alleen reizen vond ik om niet opgelaten in mijn eentje aan een tafeltje in een restaurant te zitten en de ober zonder schaamte te antwoorden op de vraag of hij het tweede couvert kon weghalen. Waarom toch? Wat was er nou zo moeilijk aan? Ik kende het antwoord heus, ook al geneerde ik me ervoor: ik was bang door anderen zielig gevonden te worden. Niemand die je ter reisvoorbereiding vertelde dat wie je thuis was op reis totaal niet telde en dat het goed is je daar mentaal op voor te bereiden. Componenten als werk, carrière, uiterlijk, geld, bezittingen, hoeveel vrienden je hebt en wie dat zijn, rusten onderweg in een papieren bootje, toegedekt. Tegenwoordig ben ik eraan gewend, maar ik snap goed waarom mijn ego in mijn eerste reisjaren zo kribbig tegensputterde.

Met de tijd zag ik in wat je als lezer nu waarschijnlijk al aanvoelt: dat het niet de bedoeling is om alleen zijn te pleisteren met gezelschap. Het maakt je afhankelijk van anderen en reizen geeft je juist de mogelijkheid het tegenovergestelde te bereiken. De levensles van alleen reizen is niet de gave vrienden te kunnen maken of innerlijke onvrede te dempen met externe aandacht; het is waarlijk alleen kunnen zijn. Het klinkt een stuk simpeler dan het is maar de enige functionerende aanpak is deze: goed met jezelf zijn, leer je door alleen te zijn.

Ondertussen kan ik zeggen dat ik mezelf goed gezelschap vind en heel graag alleen reis. Ik praat geregeld hardop tegen mezelf, vooral als ik iets mooi vind of me ergens over verwonder, ook dat is gewenning geworden. Het mooiste aspect van je alleen bewegen vind ik het nog altijd om mensen te ontmoeten, maar nu zonder de hoop dat de ander mijn leegte zal betoveren en opvullen. Vaak ben ik het die initieert een gesprek te beëindigen omdat ik graag weer met mezelf wil zijn.

Tot besluit: een perfect alleeneettafeltje is goed gepositioneerd (bij het raam), de keuken serveert kleine porties (je eet minder als je alleen bent) en er is genoeg licht om een boek of krant te kunnen lezen. Een volgende stap is zonder iets te lezen naar een restaurant tijgen en ontdekken hoeveel er te zien en te ervaren valt als je jezelf niet probeert te vermaken.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden