'Jeugdwerkloosheid in Europa is een non-probleem'

Demonstratie in Madrid ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid. Emigreren of werk. Wij kiezen de revolutie, staat op het spandoek te lezen. Beeld afp
Demonstratie in Madrid ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid. Emigreren of werk. Wij kiezen de revolutie, staat op het spandoek te lezen.Beeld afp

Omdat er toch íets gedaan moet worden aan de jeugdwerkloosheid, praten Europese leiders deze dagen in Berlijn over verloren generaties en (vooral) Zuid-Europese jongeren die massaal thuis op de bank hangen. Maar met de jeugdwerkloosheid valt het best mee, schrijft Daniel Gros, de directeur van de Brusselse denktank Center for European Policy Studies.

Marco Visser

De cijfers zijn overdonderend. In Ierland is ruim 40 procent van de jongeren werkloos, in Spanje is dat de helft en in Griekenland is zelfs de carrière van tweederde in de knop gebroken. De nood is hoog, beseffen politici in Europa.

Dat zou het inderdaad zijn als de cijfers van Eurostat overeen zouden komen met de werkelijkheid. Volgens critici, waaronder Gros, is dat niet het geval. Europese en nationale beleidsmakers baseren zich op verkeerde getallen waardoor ze verkeerde keuzes maken.

Werkloze 15-jarige?
Dat zit zo. Het Europese bureau voor de statistiek rekent met de leeftijdscategorie 15 tot en met 24 jaar. Maar kun je een 16-jarige zonder baan een werkloze noemen? Tieners behoren naar school te gaan. En zij die op die leeftijd geen onderwijs volgen, zouden ook in economisch goede tijden buiten de boot vallen.

Als volgens Eurostat de jeugdwerkloosheid in Griekenland 62,5 procent bedraagt, wil dat volgens Gros niet zeggen dat ruim 60 procent van de jonge Grieken werkloos thuis op de bank zit. Gros heeft daarom liever dat beleidsmakers zich zouden baseren op de werkloosheidsratio.

"Slechts 9 procent van de Griekse tieners zijn deelnemers op de arbeidsmarkt; tweederde van die groep kan geen baan vinden", legt hij uit. "De werkloosheidsratio onder tieners in Griekenland is dus minder dan 6 procent. Maar dit cijfer wordt niet breed verspreid omdat het minder alarmerend is."

In de groep werklozen tussen 20 en 24 jaar is het verschil tussen de cijfers en de werkelijkheid minder groot, maar ook daar is de werkloosheidsratio geregeld de helft van de officiële cijfers, schrijft de directeur van de Europese denktank.

Verloren generaties
Krantenkoppen over verloren generaties beschrijven meestal de tragiek van Griekse en Spaanse jongeren, terwijl de jeugdwerkloosheid daar in werkelijkheid slechts een kwart van de totale werkloosheid beslaat.

Nee, dan het Verenigd Koninkrijk en Zweden, waar de jeugd 40 procent van de totale werkloosheid voor haar rekening neemt. De verrassende conclusie is volgens Gros dat niet Spanje en Griekenland, maar Zweden en het Verenigd Koninkrijk zich zorgen moeten maken over de vermeende verloren generaties.

Waarom zoveel tijd, energie en geld besteden aan specifiek jonge werklozen en niet aan alle werklozen, vraagt Gros zich af. "Is een werkloze tiener een groter verlies voor de maatschappij dan een werkloze alleenstaande moeder of een oudere werknemer die wellicht voor het inkomen van een compleet gezin moet zorgen?"

Gros concludeert dat 'puur in economische termen' de jeugdwerkloosheid - zeker die onder tieners - minder zwaar weegt dan de werkloosheid onder Europeanen die in de bloei van hun carrière zouden moeten zijn.

Jeugdwerkloosheid is het probleem niet, stelt Gros. De starre arbeidsmarkt en vraaguitval, dat zijn de knelpunten waar politici zich over moeten buigen. "Dit houdt in dat er geen behoefte is aan ad hoc maatregelen voor jonge werklozen, die slechts het risico vergroten op overbelasting van de sociale zekerheidsstelsels door nog meer uitzonderingen en speciale regels."

Nederlandse cijfers
Ook op de Nederlandse werkloosheidscijfers die het CBS hanteert, is het nodige aan te merken. Volgens de Nederlandse cijfers is de werkloosheid 1,7 procentpunten hoger dan de internationale standaard. Voor jeugdwerkloosheid is dit zelfs 2,2 procentpunten. Dat komt door de afwijkende methode die Nederlandse statistici gebruiken.

Wie een baan heeft van minder dan 12 uur maar wel meer wil werken, is volgens het CBS wel en volgens de internationale standaard niet werkloos. Vandaar dat de Nederlandse cijfers hoger zijn dan die van Eurostat.

Zeker in crisistijd zijn de CBS-cijfers misleidend. Werknemers met een klein baantje zullen bij economische tegenwind voor de zekerheid streven naar meer uren werk. Zo stijgt de werkloosheid terwijl er niet meer werknemers ontslagen worden of banen verloren gaan.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden