Levenslessen

Jesse Klaver: 'Houd lamzakken een droom voor'

null Beeld Merlijn Doomernik
Beeld Merlijn Doomernik

Jesse Klaver (28), fractievoorzitter van GroenLinks, verafschuwt de tendens om alle maatschappelijke problemen te reduceren tot een financiële rekensom. Hij spreekt liever in idealen.

Suzanne Rethans

Les 1: Tussen jou en je dromen staat de angst om te falen
"Op het vmbo was er nog weinig van mijn intellectuele capaciteiten te merken. Wil je er na zo'n langzame start nog uitspringen, moet je keihard werken. Ik twijfelde of ik het hbo aan zou kunnen, maar mijn moeder zei: 'Wat is het ergste dat er kan gebeuren? Probeer het gewoon.'

Het is een van mijn kritiekpunten op het huidige onderwijssysteem: kinderen worden zo jong in hokjes geplaatst. Sommige kinderen zijn laatbloeiers. Ik had het geluk dat ik via een speciale regeling, een getuigschrift, op het hbo terechtkon, met mijn vmbo-diploma van de vrije school. Daar kwam ik erachter dat ik wel degelijk goed kon leren en grote lappen tekst snel kon verstouwen.

Als puber wilde ik miljonair worden, ik had altijd handeltjes, schreef businessplannen. Zo bedacht ik een backup-systeem rond de millenniumwisseling, voor mensen die bang waren dat alles uit zou vallen en de leidingen zouden bevriezen. Een inschrijflijst waarmee je alvast technici kon boeken zodat jij vooraan in de rij stond, daar moest je dan wel voor betalen. 'Maar hoe ga je dat regelen', vroegen mensen mij als ik erover vertelde. Ik zei: 'Dat hoef ik niet te regelen, want het gaat toch niet gebeuren.' Niet zo ethisch, realiseerde ik me later, inspelen op de angst van mensen terwijl je er zelf niet in gelooft.

Ik wilde iets betekenen voor de wereld, daarom ging ik studeren voor sociaal werker. Maar ook als sociaal werker zijn je mogelijkheden beperkt om de kansen van mensen te vergroten. Dan moet eerst het systeem zelf veranderen. Toen las ik een boek van John F. Kennedy, 'Profiles in Courage', en dacht: de politiek, dat is het! De grootste deugd van een politicus is volgens Kennedy moed. Voor je principes staan. Niet de peilingen, maar de geschiedenis over je te laten oordelen.

Tijdens de persconferentie over mijn fractievoorzitterschap gebruikte ik grote woorden: 'We gaan Nederland veranderen. Voor minder wil ik het niet doen.' Dat was eng, op grote woorden kun je afgerekend worden. Het is makkelijker je op de vlakte te houden, maar ik dacht: nee, dat is niet waarom ik dit wilde doen.

Ik wil werkelijk iets betekenen en veranderen. En dan kun je niet anders dan je idealen uitspreken."

Les 2: Wees bereid stemmen te verliezen
"In het boek 'De laatste honderd dagen van JFK' van Thurston Clarke staat een scène waarin hij met zijn broer Bobby in the Oval Office zit. Ze hebben het over de rassenkwestie, een onderwerp dat op dat moment ongelooflijk gevoelig ligt.

Wat zij willen, een wet die de verschillen opheft, gaat stemmen kosten. De opiniepeilingen zakken. Maar dan zegt John: 'Als we in '64 de herverkiezing moeten verliezen, dan op een principiële zaak als deze.'

Alles in onze samenleving wordt teruggebracht tot een simplistische rekensom, dat wil ik bestrijden. Wat niet in geld is uit te drukken heeft geen enkele waarde. Dat verengt ons leven en maakt ons arm. Je ziet het in zoveel facetten terug. Een patiënt is een Diagnose Behandel Combinatie, een kind moet toetsen halen. Dat je toetst wat een kind kan, is niet erg, wel dat scholen erop afgerekend worden. Klimaatverandering aanpakken is duur en kost economische groei, maar de waarde van een leefbare aarde is zoveel groter en belangrijker.

Politiek is een eenheidsworst geworden. Het narcisme van het kleine verschil. Maar welke politicus deelt jouw hoop, jouw dromen en idealen? Dan wordt politiek weer een ideeënstrijd.'

Les 3: Veranderen gaat niet in een keer
"Mijn opa was milieuactivist en was daar compromisloos in. Dat mag als activist, maar het is de taak van een politicus niet alleen gelijk te hebben, maar ook gelijk te krijgen. En dan is het belangrijk dat je mensen meeneemt en bereid bent tot samenwerken. Het gevaar van de vorige les is dat je allerlei mooie dingen vindt, maar ze niet in realiteit omzet. Uiteindelijk gaat het erom wat ik voor elkaar krijg, hoe wordt er over tien, twaalf jaar naar gekeken?

De wereld waarin we nu leven is niet onlangs ontstaan. Het economisme waar ik me zo tegen verzet, is begin jaren tachtig ingezet. Stel dat we dat in tien, vijftien jaar kunnen veranderen, is dat nog steeds heel snel. Het gaat niet in één keer. Je moet game changers vinden: kleine veranderingen in wet- en regelgeving met grote gevolgen. Als je die knop omzet, wat verandert er dan?

Het mooiste voorbeeld is Duitsland. In 2000 zaten de Groenen in de regering en die hebben ervoor gezorgd dat het voor burgers makkelijker werd om zelf energie op te wekken. Daardoor zijn de grote energiebedrijven aan het wankelen gebracht en is duurzame energie in een stroomversnelling geraakt. Dát noem ik een game changer. Als je echt iets wilt veranderen moet je heel precies de diagnose stellen: waar zit de belemmering? In Nederland hoef je als burger geen belasting te betalen over zelfopgewekte energie. Maar als je het in een collectief wilt doen omdat je geen zonnepanelen op je eigen dak kunt leggen, zijn er weer allerlei ingewikkelde regelingen. Haal die weg."

null Beeld Merlijn Doomernik
Beeld Merlijn Doomernik

Les 4: Heb mededogen
"Mijn oma is Indonesisch en in die cultuur ben ik opgegroeid. Mijn Marokkaanse vader heb ik nooit gekend, mijn moeder werkte meer dan fulltime om te zorgen dat ik alles kreeg. Ik werd grotendeels opgevoed door mijn opa en oma. Die hele cultuur, met dat Indonesische eten, die geuren, smaken en gebruiken, daar voel ik me senang bij. Kassian, een Indisch begrip, draait om mededogen, compassie, omkijken naar de ander.

Mijn oma werkte vroeger in de toko van haar broer en daar kwam altijd een Bengalese man, Mokbul, een handje rawit halen - heel hete pepertjes. Op een koude winterdag vertelde hij dat zijn gas was afgesloten. Hij maakte zich zorgen, want zijn vrouw was zwanger, hij kwam zevenhonderd gulden tekort. Dat was precies het bedrag dat mijn oma in haar tas had en ze dacht: hij heeft het nodig en ik kan het missen. En ze leende het hem, zonder afspraken.

Die man heeft alles tot de laatste cent terugbetaald, er ontstond een hechte band, hij noemde haar mama. Jaren later verhuisde Mokbul naar Londen en toen hij hoorde dat mijn oma ernstig ziek was, ze had kanker, heeft hij de imam van zijn moskee voor haar laten bidden. Dat zo'n gebaar van vertrouwen, zoiets teweeg kan brengen."

Les 5: Falen is niet je eigen schuld
"Ik hoor weleens van mensen dat ik de Amerikaanse droom ben. Vmbo-jongen schopt het tot fractievoorzitter. Maar ik geloof niet dat alles wat je bereikt je eigen verdienste is. Evenmin als falen. Ik heb bij CNV-Jongeren veel met Wajongers gepraat. Je kunt pech hebben in het leven, een ongeluk krijgen of hersens hebben die minder goed meedenken. Hoe kun je dan zeggen dat iemand faalt? Succes kent vele vaders. Ik geloof niet alleen in kansen, maar vooral ook in herkansen. En daarvoor is het, wederom, nodig dat je compassie hebt.

Alles draait om intrinsieke motivatie en hard werken. Niks komt vanzelf, je moet je best doen en discipline hebben. Dat is voor veel jongeren het probleem, zeker op het vmbo. Dat soort jongens moet je niet sturen op: je moet nu harder werken, nee, je moet ze een droom voorhouden: wat wil je echt? Volg je hart! Zo wakker je het vuur aan. En vervolgens moet je discipline kweken. Bijbaantjes kunnen daar heel geschikt voor zijn. Toen ik een puber was, werkte ik in de toko van mijn oom. Ik stond daar ook lamzakkerig om me heen te kijken terwijl het een teringzooi was en de ongeopende dozen om me heen stonden. 'Wat kan ik doen?', vroeg ik. Nou, dat heb ik geweten. De zweep erover, dat is wat sommige jongens nodig hebben. Als ik me een keer ziek meldde, zei mijn oom: 'Dat mag. Maar ik kan je wel vertellen dat ik nog nooit een dag heb gemist.' Dat zit nog steeds in mijn hoofd. Arbeidsethos is iets dat je moet leren."

Les 6: Let op verborgen (ideologische) agenda's
"Het gevaar van het economisme is dat het wordt gepresenteerd als een zakelijke keuze, als iets neutraals (kleine overheid, economische groei, goed voor iedereen) en daarmee lijkt het alsof er nog maar één richting is in de politiek. Maar je moet het wantrouwen, het is ideologisch geladen. Er is niet één ding goed voor de economie, daar liggen politieke keuzes aan ten grondslag.

Daarom is de ondertitel van mijn boek ook 'Pleidooi voor nieuw idealisme'. Alles wat je om je heen ziet hebben we zelf bedacht, zelf gebouwd. En dat is gedaan door mensen die echt niet per se slimmer of beter zijn dan jij of ik of ieder ander. Dus kunnen we het zelf ook weer veranderen.

Ik geloof in de talenten van mensen, in de kracht van individuen en in een overheid die de burgers vertrouwen geeft. Kassian. Een samenleving is meer dan de opstelsom van alles wat we met elkaar produceren en ik vind dat je zuinig moet zijn op de aarde. Rechts vindt dat allemaal onhaalbaar en ongrijpbaar en idealistisch, maar als dat is wat je onder idealisme verstaat, dan ben ik damn proud dat je mij een idealist noemt."

Les 7: Beoordeel mensen niet op afkomst
"Ik was zes toen mijn opa zei: 'Je bent een wereldburger.' En zo voel ik me ook. Ik heb Marokkaans, Indonesisch en Nederlands bloed. Ik ben Nederlander, maar ook Brabander en Europeaan. Nederland is het gebied waarop ik invloed heb. En daarin doe ik wat ik kan.

Mijn moeder, opa en oma hebben me altijd beoordeeld op inzet. De weg ernaartoe. Ben je heel erg goed in wiskunde, dan is het niet zo knap als je daar een acht voor haalt. Het is pas knap als je een zesje voor wiskunde haalt, terwijl je er slecht in bent. Dan waren mijn opa en oma trots. Ik ben gestimuleerd maximaal te presteren, juist doordat ik niet op prestaties werd afgerekend."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden