Column
Je mag heel veel, behalve het beestje bij de naam noemen
Als zelfs mijn doorgaans zo milde medecolumnist Rob Schouten zijn nagels in het behang zet, dan moet er werkelijk wat aan de hand zijn. Althans, dat zou je denken.
Maandag schreef hij dat Jet Bussemaker 'eigenlijk' geen minister van onderwijs, cultuur en wetenschap moet heten, maar minister van 'economie en betutteling'. Volgens Schouten mogen vrouwen helemaal zelf uitmaken wat ze met hun toekomst willen: huisvrouw worden, bankdirecteur of truienbreister 'voor Afrikaanse weesjes'. Waarom mannen - tenzij ze welstandig genoeg zijn - die keuzevrijheid niet hebben vertelde hij er niet bij.
Mijn medecolumnist, leerde een paar dagen bladeren door uw krant, staat beslist niet alleen. Want tjonge, wat was Nederland weer kwaad. Bussemaker werd 'bemoeizucht' verweten, 'een slechte preek', 'eenzijdigheid'.
Voorlopig dieptepunt was wel de reactie van ene Mirjam Janssen, die op deze pagina's schreef dat laagopgeleide vrouwen maar lekker moeten teren op de zak van hun man. Want, vroeg de historica zich af, wat is er zo ontplooiend aan 'champignons inpakken of kantoren dweilen'? Dieper belediging, groter dedain voor mensen (m/v) die zich niet te goed voelen om laaggeschoold werk te doen - zonder wier toewijding trouwens ook deze geleerde nog lelijk op haar neus zou kijken - is nauwelijks denkbaar.
Weinig opzienbarend
Bussemaker overkomt dezer dagen wat iedereen overkomt die de kwestie onder de aandacht brengt: ze krijgt woorden in de mond gelegd die ze niet heeft gezegd, opvattingen toegedicht die ze niet heeft, verdachtmakingen naar het hoofd geslingerd die nergens op slaan. En als haar al een punt wordt gegund, dan zijn het wel haar toon en timing die niet deugen. Zie de commentator van deze krant die het had over 'het nare inspelen op schuldgevoelens'.
In werkelijkheid was het natuurlijk weinig opzienbarend wat de minister beweerde. Ze wees er slechts op dat vrouwen grote mensen zijn. Die net als alle andere grote mensen voor zichzelf dienen te zorgen, óók als er kinderen komen - simpelweg omdat het aardse bestaan ongewis is. En dat schuldgevoelens omtrent werkend moederschap volstrekt onnodig zijn. Zo deed ze precies wat ze in februari in maandblad Opzij al aankondigde: "Dus dat ga ik doen - het onderwerp van de financiële zelfstandigheid op de agenda zetten."
Onnozelheid met statistische feiten verstoren
Maar ja. Als het om dit thema gaat, mag je alles - behalve het beestje bij de naam noemen. Je moet het namelijk heel gewoon vinden dat voor vrouwen tegenover rechten geen plichten mogen staan. Je dient het als een verworvenheid te beschouwen dat zij peperdure, door u en mij ruimhartig gefinancierde opleidingen kunnen volgen teneinde zich te wijden aan hun 1,7 kind en het draaien van de witte was. Je moet het toejuichen dat ze uitsluitend buitenshuis willen werken in minibaantjes die 'leuk' zijn. Je moet begripvol knikken als zij vervolgens eindeloos mekkeren over 'de dubbele belasting'. En als ze in de illusie geloven dat van alle partners uitgerekend de hunne nóóit onder de tram zal komen, werkloos zal raken, een ziekte krijgt, ervandoor gaat met een jong ding - dan dien je die onnozelheid niet met statistische feiten te verstoren.
Je mag, kortom, heel veel zeggen. Behalve dat het in dit land wemelt van de verwende prinsesjes.