Jan Moors kijkt terug zonder wrok: Het blijven mijn kinderen

interview | Oud-verzorger TVM-ploeg blijft loyaal na bekentenis Blijlevens en Voskamp over dopingtransport

EDO STURM

EPERNAY - Jan Moors is terug in Epernay. De voormalige verzorger van TVM ontspant zich in de lobby van Hotel De Champagne met zijn kleinkinderen. Buiten brullen de luidsprekers van reclamecaravan die de start van de zevende Touretappe voorafgaat. Moors (63) voelt zich, vreemd genoeg, thuis in het onderkomen waar hij in het najaar van 1998 samen met ploegleider Cees Priem vier maanden 'hotelarrest' uitzat op last van de Franse onderzoeksrechter. Als Moors en zijn vrouw in de buurt zijn, gaan ze altijd even langs bij uitbaatster Michele.

Moors hoorde donderdagavond van de bekentenis van Bart Voskamp en Jeroen Blijlevens in de uitzending van 'Andere Tijden Sport'. "Ze vraten dingen uit die misschien niet konden. Maar het blijven toch altijd een beetje mijn kinderen."

Voskamp en Blijlevens gaven toe dat ze een hand hadden in het dopingtransport dat op 4 maart 1998 bij Reims door de Franse douane van de weg werd geplukt. In de vrachtwagen van TVM trof de douane 104 epo-ampullen aan. De vangst kwam drie maanden later naar buiten tijdens de Ronde van Frankrijk, die de geschiedenis zou ingaan als Tour du Dopage. Moors, Priem en ploegarts Andrej Michailov draaiden uiteindelijk op voor de vondst. De drie verdwenen voor weken achter de tralies. Uiteindelijk werden ze in 2002 veroordeeld voor georganiseerd dopinggebruik.

Het gevang en die vier maanden hotelarrest hebben Moors' loyaliteit en optimisme niet aangetast. De bekentenis ook niet, zegt hij opgewekt. "Dat Bart en Jeroen ons vrijpleiten vind ik mooi. Ze zetten hun maatschappelijke carrière daarmee misschien ook wel op het spel."

De koffie is van het huis, zegt Michele als de ploegbussen langskomen. Moors is een beetje familie. Hij en Priem waren soms de enige gasten in het hotel. Soms kwamen hun gezinnen langs. Meestal zaten de twee met elkaar opgezadeld terwijl ze naar buiten keken naar de platanen die langzaam bruin kleurden. "Ik had alles over voor die jonge jongens in de ploeg. Ik deed veel voor ze. Dingen die ik nu ook voor mijn kleinkinderen doe." Van medicamenten wist Moors niet, zegt hij in de lobby waar hij in 1998 uren aaneen roerloos voor zich uit staarde. "Ik werd er buiten gehouden. Daarvan kon ik iedereen overtuigen, behalve het gerecht. Nee, ik heb nooit dingen gezien, ben er nooit bij geweest. Ik deed mijn werk. Je weet er ook niet het fijne van."

Hij kan epo niet billijken. Maar het gebeurde overal, merkt hij op. "Het is wat Voskamp zegt: je legt je erbij neer of je stopt met je carrière. Op een gegeven moment vond ik een potje Eprex (erytropoëtine-medicijn dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, red.). Waar weet ik niet meer. Heb het in mijn tas gegooid. Maanden daarna vond ik het terug. Tegen mijn vrouw heb ik gezegd dat het spul ook bij ons in de ploeg werd gebruikt. Ik had toen te veel aan mijn kop om er iets mee te doen."

Niemand buiten zijn vrouw vertelde hij van het potje. Niet de rechter, niet de politie. "Wie hoefde dat te weten? En wat wil je uitleggen als je niks weet? Ze hebben mij 48 uur op het politiebureau ondervraagd. Wij waren toch al bij voorbaat schuldig. Ik neem dat die rechter zeker zoveel kwalijk als wat de coureurs flikten."

"Cees Priem belde mij vorige week op. 'Ze gaan een docu maken over TVM', zei hij. Ik heb niet geweten dat het zo openhartig zou worden. Voordat wij naar Epernay vertrokken, zag ik Voskamp voorbijkomen op 'Studio Sport'. Ik dacht: wat ziet hij er slecht uit. Daarna borrelden er bij mij beelden naar boven van coureurs waarvan ik vermoedde dat ze gebruikten. Ook van mannen waarvan je je het niet kan voorstellen. Bij Bart was ik verbaasd. Het is toch een slimme vent, hoe hij zich uitdrukt en praat."

Binnen handbereik op de salontafel ligt Moors pillendoos. "Voor mijn hartkwaal, hetzelfde als Robert Gesink. Mijn hartritmestoornis is echter dodelijk, daarom draag ik een apparaat in mijn borst." Hij was graag doorgegaan als soigneur maar TVM wilde van hem af. "Misschien maar goed ook", zegt hij nu. Wat steekt is dat hij zich soms verstoten voelt door de wielerfamilie waarvoor hij zijn privéleven opofferde. Naar vrijkaarten voor het WK in Valkenburg bijvoorbeeld kon hij als Limburger fluiten. "Misschien ben ik besmet, ik weet het niet."

Als Moors praat is het op geanimeerde toon. Niet een keer deze vrijdagochtend valt hij uit zijn rol. Heeft hij geen moeite om naar Epernay, net onder Reims, te gaan? "Mijn auto staat hier om de hoek. Ik kan zo wegrijden als ik wil. Nee, bij dit stadje heb ik geen negatieve gedachten. Ik wilde toen zeker wel naar huis. Maar tegelijk dacht ik: we moeten een keer naar deze streek als ze druiven plukken. Dat gaan mijn kinderen mooi vinden."

Zijn vrouw Marion breekt in. Ze grijpt naar haar keel. "Ik krijg het hier benauwd. Michele is heel lief, maar ik wil zo snel mogelijk weer weg. Dit is Jans stad."

"Hier ligt een deel van mijn leven, zo zie ik dat. Het is een mooie stad ook. Uren heb ik door de bossen gelopen. Ik heb restaurantjes zien komen en gaan in die paar maanden. Zo slecht hadden we het er niet. Je kon niet weg, dat was het enige. Ik was het gewoon om maanden van huis te zijn. Alleen moesten we ons iedere dag melden op het politiebureau aan de overkant."

De drie verdachte TVM'ers zaten 48 uur in het Franse gevang. Daarna ging het naar het gerechtsgebouw, herinnert Moors zich. Geboeid aan enkels en polsen met een riem om zijn middel die was vastgeklonken aan de vloer van het arrestantenbusje. Hij weet nu hoe een wasmachine zich met voelen. "Als ik hier in de gevangenis beland kom ik er niet uit, was mijn vrees."

Het hotel in Epernay beviel hem stukken beter. Priem niet. Voor de gewezen ploegleider waren zij twee mannen wier hoop maandenlang aan een zijden draadje hing. "Wij praatten er zelden over. Niet over wat er nu echt met die ampullen gebeurde. Nou is Cees sowieso geen prater. Hij sprak alleen als hij kwaad was. Soms zei hij dat we er niet over moesten beginnen."

"Wij hadden een Volkswagen Polo om mee te toeren. Wij gingen naar Châlons, een prachtige streek. Mooie stad ook. Ik zei 'hier heb ik in de bak gezeten'. Moesten we meteen terug van Cees. Echte gesprekken hebben wij nooit gehad. Misschien wilde hij het verhaal ook wel niet horen. Uit eigenbescherming."

Slapeloze nachten zal Moors niet krijgen van de bekentenis van zijn voormalige 'kinderen'. "Mijn hele leven is een 'struggle for life'. Ik ben bouwvakker geweest. Toen ik dit kon doen, werd ik besmet. Ik ben bezeten van de sport. Daar kom je nooit meer van af."

Moors geeft Michele twee zoenen en sjokt opgewekt met vrouw en twee van zijn vijf kleinkinderen naar het Tourdorp aan de overkant van het hotel. "Het is goed weer even terug te zijn."

undefined

Nederlanders stappen af, Trentin wint

Matteo Trentin heeft gisteren de zevende etappe in de Ronde van Frankrijk op zijn naam geschreven. De Italiaan van Omega Pharma-QuickStep was in een chaotische sprint net iets sneller dan de Slowaak Peter Sagan. Tony Gallopin uit Frankrijk werd derde, voor de Nederlander Tom Dumoulin.

De Italiaan Vincenzo Nibali behoudt de gele trui en heeft twee tellen voorsprong op de Deen Jakob Fuglsang.

De Nederlanders Stef Clement (Belkin) en Danny van Poppel (Trek Factory Racing) stapten allebei af. Clement kwam al vroeg in de etappe ten val en liep meerdere schaafwonden op aan elleboog en schouder. Van Poppel heeft te veel last van een knie.

Het uitvallen van Clement is een flinke tegenvaller voor Belkin en kopman Bauke Mollema. Clement had in de bergen als belangrijke knecht voor Mollema moeten fungeren. "Dat is een groot verlies voor de ploeg, want juist nu komen de etappes eraan waarvoor hij was meegegaan", baalde Mollema.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden