Examenklas

'Ivo heeft een baard van hipster-allure. Misschien wordt het voor mij tijd naar een scheermes te zoeken'

null Beeld Vivian Keulards
Beeld Vivian Keulards

Gerwin van der Werf geeft les aan examenleerlingen en volgt ze voor Tijd. Vandaag moet hij cijfers geven voor eigen composities.

Gerwin van der Werf

Baard

Ik heb nog nooit meegedaan aan Movember. Noch aan Decembeard of Janu-hairy. Het kapen van de namen van maanden om een goed doel te promoten, daar moet je bij mij niet mee aankomen. Hippe flauwekul. En ik scheer mijn kaken netjes kaal. Tot dit jaar dus. Nu zit ik met een jeukende stoppelbaard van twee weken. Dat komt door Ivo.

Ivo zit in de examenklas, niet in de mijne, maar dat maakt Ivo niet uit. Ivo gaat recht op zijn doel af en ik was die ochtend zijn doel. “Meneer, mag ik u wat vragen”, begon hij. Zeg dan maar eens nee. U kent Ivo niet. Hij legde uit dat alle jongens uit zijn klas hun baard zouden laten staan deze maand om aandacht te vragen voor prostaatkanker. Aandacht was niet het enige: er moest ook geld mee worden opgehaald. Dus ik kon twee dingen doen: betalen of niet meer scheren.

De enige

Ivo is zo ongeveer de enige zesdeklasser die zich dagelijks moet scheren om zijn kaken glad te houden. Maar ik dacht aan Tijn, Jelmer, Paul, Steven, de jongens uit mijn klas met hun gladde gezichtjes. Veel aandacht zouden die niet genereren met hun baarden, al lieten ze ze doorgroeien tot volgend jaar movember.

Enfin, Ivo legde precies genoeg urgentie in zijn stem om mij te bewegen tot deelname. Nu zit ik dus met een beginnende baard. Waarom? Laat ik mezelf niet vrij pleiten. Ik heb sowieso nog nooit een baard gehad en was wel benieuwd hoe die mij zou staan. IJdelheid, ijdelheid. Tot nu toe heeft mijn baard gemengde reacties opgeroepen. Er zijn twee kampen, zou je kunnen zeggen: mijn vrouw griezelt ervan, alle anderen interesseert het niet zo. Ik ben door twee collega’s een zwerver genoemd, wat ik bij gebrek aan beter als een compliment opvat.

Barbapappa

In mijn klas is vandaag iets spannends aan de orde. De leerlingen moeten een zelfgeschreven liedje of een compositie laten horen. Daar moet ik dan een cijfer voor geven, en dan zijn we weer een stapje dichter bij de voltooiing van het schoolexamen dat ons allemaal in de greep houdt. Liedje, cijfer, klaar. Klinkt simpel nietwaar? Maar dan ga je voorbij aan de gierende zenuwen in mijn lokaal op de middag van de presentatie.

Soms zie ik mijzelf als een rechter en een beul in één abject persoon. Soms identificeer ik mij met die tandarts die tegen zijn jonge patiënt zegt ‘ach kind, het doet geen pijn, het is juist fíjn!’ Soms ook ben ik zelf weer die leerling die zich klein en onbetekenend voelt en die het lokaal uit wil rennen. Je moet niet te ver gaan in deze nutteloze vorm van empathie, je helpt er niemand mee. Ik wrijf over mijn stoppels, alsof ik daar autoriteit zoek, en een openingszin. “Gaan we nou nog beginnen?” vraagt Liselotte.

Achthonderd jaar

Het begint. Eerst Paul. Hij speelt een deun op zijn blokfluit die klinkt alsof-ie al achthonderd jaar bestaat. Een instant klassieker dus. Grappig, soms lijkt het ook alsof Paul zelf achthonderd jaar bestaat. “Er moet een accordeon bij”, zegt hij na afloop. “Maar ik speel geen accordeon. En als ik het wel speelde kon ik niet tegelijk fluiten.”

Mirjam speelt een dwarsfluitsolo die tussen Mozart en Debussy heen en weer pendelt, alsof de fluit zelf het niet goed weet en op zoek is naar een eigen stem. Diede speelt piano en begint met iets wat lijkt op Haydn, dan langzaam stilvalt en ineens is afgelopen. Het stuk heet ‘Barbapappa’, vertelt ze, ‘omdat het langzaam vervormt’. “Ken jij Barbapappa?” vraag ik oprecht verbaasd.

'Singer-songwriter'

De meeste liedjes vallen in het genre ‘singer-songwriter’. Als ik een mutsje op zou zetten en een gitaar pakken, dan zou ik met die ongeschoren bakkes hoge ogen gooien in dit genre. Maar jammer voor mij en gelukkig voor hen mag ik niet meedoen. Evelien heeft het aangedurfd een Nederlandse tekst te schrijven. ‘Ik zal je beschermen tegen onheil en pijn’ luidt de tekst. Als je het zo opschrijft, is het misschien niks bijzonders, maar probeer het maar eens droog te houden als Evelien het zingt met gitaarbegeleiding.

Lisanne is aan de beurt. Er parelt zweet op haar voorhoofd, haar bril een beetje beslagen, rode vlekken in haar gezicht. Ze heeft haar liedje opgenomen. Ze plugt haar telefoon in de versterker, drukt op play en rent het lokaal uit. We luisteren naar haar liedje. Iedereen is doodstil. Als het is afgelopen gaat Romy haar zoeken.

Ukelele

De meeste indruk maakt Annika. Zij heeft een rode ukelele meegenomen. Ook haar lippen zijn rood. Het lijkt me leuk als zij een tijdje bij ons thuis kon komen wonen, zodat ze mijn kinderen tot voorbeeld kan zijn. Niet vanwege die rode lippen of de ukelele (die speelt ze nog maar een paar weken), maar... nu ja, gewoon. Daarom. Ze staat pal voor de rij met de drie gebroeders Tijn, Nico en Jelmer maar kent geen vrees. Niet dat Tijn, Nico en Jelmer vreeswekkend zijn, maar ze zitten op een halve meter afstand. De laatste keer dat ik publiek op een halve meter afstand had zitten vergat ik welk instrument ik aan het bespelen was. Annika vertelt eerst iets over het liedje. Ze zegt dat we haar kennen als een vriendelijk en stil meisje. “Maar soms ben ik ineens heel onaardig, en dan doe ik gemeen tegen mensen van wie ik hou. Dat vind ik erg. Daar gaat dit liedje over.”

Ik luister en houd mijn handen voor mijn baard, alsof ik me ervoor schaam. Voor dat liedje moet ik een cijfer geven. En dan moet ik ook letten op de onvolkomenheden, de eenvoudige vorm, kleine onhandigheden, van die dingen die maken dat je nooit een tien kunt geven. Als je met tienen gaat strooien, simpelweg omdat je ontroerd bent, dan is het einde zoek. Cijfers moeten wel controleerbaar zijn, hè? Waar zijn je criteria? En als die kinderen straks een dikke acht gemiddeld staan voor het schoolexamen, en voor hun eindexamen halen ze maar een zes, dan krijg je indringende vragen van de inspectie. Wat ga je dan zeggen, Barbabaard? Dat het zo ontroerend was?

Ivo heeft een baard van hipster-allure. Ik denk dat hij hem laat staan tot het gala, om voor kertsman te spelen. Misschien wordt het voor mij tijd naar een scheermes te zoeken.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden