Islamofobie piekte na aanslagen Parijs

Meldpunt Islamofobie brengt voor het eerst jaarcijfers

MARIJE VAN BEEK en REDACTIE RELIGIE&FILOSOFIE

In zijn eerste jaarrapportage zag het Meldpunt Islamofobie een verschuiving: van islamofobie in vooral daden, naar islamofobie in vooral woorden. Na de aanslagen in Parijs, in januari en november, kwamen er aanmerkelijk meer meldingen binnen. In totaal zijn het er 158. Onderzoekster en sociologe Ibtissam Abaâziz legt uit.

Hoe duidt u die verschuiving?

"We hebben nog te weinig gegevens om daar iets over te zeggen. We weten alleen dat de tweede helft van 2015 minder geweld kende. Er waren meer pamfletten, meer protesten van Pegida, bekladdingen van muren, en bij een online petitie hadden de reacties islamofobe trekjes. Zo van: 'De islam neemt het hier over, dat moeten we niet hebben'. Misschien, dat is een hypothese, heeft het vluchtelingendebat dit op gang gebracht. Maar in december werd nog vuurwerk gegooid naar een huis van moslims in Pannerden, met op pamfletten een foto van Wilders, en laatst zijn brandbommen gegooid naar een moskee."

Valt kritiek op gewelddadige Koranteksten ook onder de noemer 'islamofobie'?

"Het is simpel: islamofobie is de ervaring van moslims dat ze negatief behandeld worden vanwege hun religieuze achtergrond."

Is 'moslimhaat' geen betere term? Het probleem is toch de haat tegen mensen, niet de angst voor religie?

"Die term is helderder, ja. Maar bij islamofobie gaat het niet alleen over de praktijk, het gaat ook over ideeën. Ideeën waarmee een negatieve, generaliserende definitie van islam wordt geconstrueerd, en waarmee vervolgens moslims als groep geproblematiseerd worden. Neem een docent die over meisjes met hoofddoeken denkt dat zij toch niet mogen gaan werken van hun ouders, en ze vervolgens minder aandacht geeft in de klas. Let wel: als het niet duidelijk vast te stellen is of er sprake is van islamofobie, nemen we zo'n geval niet op als melding."

Op jullie facebookpagina vertelt een meisje dat de tram doorreed, 'Omdat ik een hoofddoek droeg'. Dan zeggen jullie: 'Doe een melding, we nemen dat mee'. Rekenen jullie dit soort gevallen inderdaad mee?

"Nee. Bij zo'n melding bellen we er achteraan en stellen aanvullende vragen. Je weet niet of een trambestuurder zoiets expres doet. We raden wel aan een klacht in te dienen bij de vervoerder."

Het kan ook doorgeslagen wantrouwen zijn. Komt dat vaak voor bij de meldingen?

"Wantrouwen lijkt me heel lastig om aan te tonen. Dat is ook niet onze taak. Gevoelens erkennen is in het belang van ons meldpunt. Anders ontmoedig je mensen. Islamofobie, discriminatie en racisme worden al heel weinig gemeld."

undefined

Islamofobie in Europa 'harder en normaler'

Voor het eerst is islamofobie op Europees niveau in kaart gebracht. Gisteren verscheen het European Islamophobia Report, met gegevens uit 25 landen. UvA-onderzoeker Ineke van der Valk schreef het hoofdstuk over Nederland. De trend die ze ziet: "Het gaat er harder aan toe, en wordt normaler."

Een vergelijking van Nederland met andere landen is lastig te maken: daarvoor verschillen de registratiemethoden per land te veel. Het valt Van der Valk op dat ook in Oost-Europese landen, waar nauwelijks moslims wonen, toch islamofobie opsteekt. "Als extreem-rechts hier in het Westen moslims en niet-moslims tegen elkaar opzet, heeft dat daar zijn weerslag."

Uit het recente SCP-rapport 'De Sociale Staat van Nederland' bleek dat Nederlanders sinds 2004 positiever zijn gaan denken over de islam. 55 procent denkt dat de meeste moslims respect hebben voor anderen. In 2004 was dat nog 33 procent. Van der Valk: "Natuurlijk doen zich ook positieve ontwikkelingen voor. Steeds meer organisaties trekken zich dit aan. Zo schreven kerken in Harderwijk een brief van liefde naar de moskee."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden