Irak moet oppassen voor de volgende Islamitische Staat
Een jaar nadat IS uit zijn laatste bolwerk (Mosul) in Irak werd verjaagd, kampt het land met een erfenis van ongekende proporties. En de voedingsbodem voor terreur is nog lang niet verdwenen.
Dokter Sukayna ontving vorige week nog een kind dat te vondeling was gelegd bij een moskee. Een ander kind waarover ze zich ontfermde, was door een moeder bij de geboorte in het ziekenhuis afgestaan omdat de vader bij Islamitische Staat zit. Dokter Sukayna, die niet met haar hele naam in de krant wil, leidt een weeshuis in Mosul. De erfenis van IS is nog vers, zelfs al is het vandaag een jaar geleden dat de Iraakse premier Abadi de Iraakse stad bevrijd verklaarde van de terreurgroep.
Een deel van de kinderen van yezidi's en Turkmenen die het weeshuis het afgelopen jaar opving, kon Sukayna herenigen met familie. Maar van de bijna zestig kinderen die ze nu nog verzorgt, heeft het merendeel een IS-brandmerk. Je ziet het niet, als je de jonge meisjes in hun kleurige jurkjes ziet spelen. Ze vertellen enthousiast over de picknick bij de Tigris en over de boot waarmee ze de rivier op gingen. Over alles, maar niet over hun verleden, want dat wil de leiding niet. Te confronterend. Ze kunnen het maar beter vergeten.
"Hun toekomst? Die is onbekend", zucht dokter Sukayna. "Als er niet voor ze gezorgd wordt, ze geen goede opleiding krijgen en niet weten te integreren in de samenleving, worden ze het nieuwe IS. En als de regering in Bagdad de behoeften van Mosul blijft negeren, is dat slecht voor de nieuwe generatie, of ze wees zijn of niet. We hebben rehabilitatie nodig, gelijkheid, vrede en het accepteren van anderen. Zelfs ik heb een trauma."
Ze verwoordt waar Irak een jaar later mee kampt: het land heeft last van de erfenis van IS. Bovendien is met de herovering van het laatste IS-bolwerk in Irak de terreurgroep niet verslagen; nog steeds worden slapende cellen opgerold, voert de groep in onherbergzaam gebied aanslagen uit en blijven delen van Irak onveilig. De vrouwen en kinderen van IS-strijders zijn nog steeds niet welkom in hun eigen buurt of stad en zitten opgesloten in kampen. Hun vaders, mannen en zonen worden vermist, of wacht levenslang in een Iraakse cel of de doodstraf.
Getraumatiseerd
In de bevrijde steden laat de overheid het afweten. Burgers nemen het ruimen van lijken en explosieven op zich, en werken hard aan wederopbouw. In deze steden verdubbelde de armoede. Nog steeds worden zo'n drieduizend yezidi's vermist die IS in 2014 ontvoerde, en honderdduizenden wachten in ontheemdenopvang tot hun provincie Sinjar stabiel genoeg is om terug te gaan. Ontelbare Irakezen zijn door onderdrukking en strijd getraumatiseerd.
Irak zal de pijn van drie jaar IS plus de strijd om de groep te verjagen nog lang voelen, stelt parlementslid Shirouk al-Abayachi van de kleine Burgerlijke Nationale Beweging vast. "Want we hebben de instrumenten niet om hiermee op de juiste manier om te gaan, en belangrijker nog: er is geen politieke wil." Bovendien zijn alle ingrediënten die een terreurorganisatie tot bloei kunnen brengen, nog altijd aanwezig in Irak.
Het land heeft bijvoorbeeld geen sterke instituties, zegt Abayachi in haar huis in Bagdad. "IS is een product van een heleboel factoren, in Irak en de regio. En die zijn er nog steeds: de instabiliteit, de zwakke staat en regering, de invloed van buitenaf, het conflict tussen de geloven. Eigenlijk gaat dat om conflicten over de belangen die de politieke elite na 2003 vergaarde", zegt ze, doelend op de omwenteling na de val van dictator Saddam Hussein. "Daar komt de corruptie vandaan: macht alleen delen om er beter van te worden, en niet om instituties te bouwen."
Voor Abayachi vormt de corruptie de grootste plaag. Die ligt aan de basis van alle problemen, ook de toekomstige. Politici die elkaar de bal toespelen en niet bezig zijn met het opbouwen van de staat. Ze hebben geen oog voor de toegenomen armoede die een vruchtbare grond vormt voor nieuwe groepen als IS. Want het was juist de aandacht voor de corruptie waar IS zijn populariteit onder Iraakse soennieten in 2014 aan dankte. De soennieten hoopten dat er een einde zou komen aan afpersing door militairen en bestuurders. Ze kwamen bedrogen uit, want onder IS-bewind werden ook steekpenningen betaald.
Abayachi is van mening dat de corruptieproblemen oplosbaar zijn. "We hebben oliegeld, steun van buitenaf, niemand hoeft arm te blijven in Irak. In een Irak zonder corruptie en invloed van buurlanden zouden we de grootste problemen in een jaar of vier kunnen oplossen. We hebben de beste landbouwsector, maar importeren tomaten. Het gaat om politieke wil die verbonden is aan corruptie. Want het is beter om het geld in de zak te hebben, dan er iets goeds voor het volk mee te doen."
Fraude en brandstichting
Corruptie was ook het belangrijkste onderwerp bij de verkiezingen van mei, met een ongekend lage opkomst van 44 procent. De coalitie die won, belooft verandering. Wrang genoeg toonden dezelfde verkiezingen hoe groot het probleem is: verregaande fraude noopte tot een hertelling die de uitkomst ingrijpend kan wijzigen. Brandstichting bij een van de opslagplaatsen van stembiljetten in Bagdad geeft aan hoe groot de belangen zijn.
Die corruptie heeft niet alleen consequenties op politiek niveau. Ook het Iraakse leger merkt de verregaande gevolgen hiervan. Mosul kwam bijvoorbeeld in handen van IS omdat de officiële strijdtroepen zich terugtrokken.
Sjiitische politieke partijen vormden vervolgens hun eigen milities, de zogenoemde Hashed al-Shabi. Ze deden dat om sjiitische heiligdommen te beschermen, en vervolgens om IS te verjagen. Ook deze vrijwilligers, die na een fatwa van Iraks hoogste sjiitische geestelijke aan macht wonnen, vormen de erfenis van IS. Het kan gevaarlijke gevolgen hebben. Iran steunt de milities in de vorm van geld en training. Iraanse commandanten waren bovendien aanwezig op het strijdveld, waardoor de invloed van Teheran in Bagdad verder toenam.
Als je in soennitische steden als Tikrit, Falluja en Mosul rondloopt, dan valt vooral op wie de controleposten beheert. In plaats van leger of politie, zijn dat op veel plaatsen nog steeds de sjiitische milities die de steden mede bevrijdden. Soennitische burgers klagen dat zij hun stempel op de stad drukken, en dat ze kantoren, grond en gebouwen confisqueren.
Regelmatig wordt Irak opgeschud door geweld tussen verschillende milities. Vorige maand nog was er een schietpartij in Bagdad tussen militieleden die weigerden zich te laten controleren door Iraakse veiligheidstroepen.
Gebrek aan vooruitgang
In de Iraakse stad Basra wordt een groot deel van het gebrek aan vooruitgang toegeschreven aan conflicten tussen partijen en hun milities. De voorlopige winnaar van de parlementsverkiezingen, de rebelse sjiitische geestelijke Moktada al-Sadr, maakte een belangrijk gebaar door de ontbinding van zijn militie in Basra aan te kondigen en militieleden op te dragen hun wapens in te leveren.
Om de winst op IS politiek te verzilveren, verenigde een deel van de militie zich voor de parlementsverkiezingen in de Fateh-coalitie. De kans is groot dat die in de regering komt. Tweede man Abdelkarim Younis al-Ansari maakt een kwartier vrij voor een interview, op de basis in Bagdad van de pro-Iraanse Badr-militie die de coalitie leidt.
Voor Ansari is de veiligheid in Irak de essentie, en die 'is toegenomen na de strijd tegen IS', zegt hij stellig. "Die strijd heeft ons gedwongen over ons land na te denken." Door de grotere veiligheid zal er economische stabiliteit zijn, meent hij, en daarbij staat het opstarten van bedrijven voorop. In plaats van te spreken over de banen die dat oplevert, verkondigt hij trots dat daarvoor voldoende mankracht is, immers "zo'n drie miljoen jongeren hebben zich aangemeld bij de Hashed (de sjiitische militie, red.)".
Veel werkloze jongeren uit de armste gezinnen sloten zich aan bij de milities. Om te voorkomen dat ze straks hun wapens voor de criminaliteit gebruiken, besloten regering en parlement eerder dit jaar hen onder de verantwoordelijkheid van defensie te plaatsen en een salaris te geven, maar de vraag is of daar genoeg geld voor is.
IS-ideologie
IS is misschien verslagen, maar zijn ideologie niet, benadrukt Ansari. "Vijftien jaar na de bevrijding denken sommigen nog steeds aan Baath." Veel leden van IS kwamen voort uit de Baath-partij van Saddam Hussein, en zagen de terreurgroep als een manier om de soennitische hegemonie terug te brengen. De sjiitische milities blijven dus nodig, is zijn boodschap.
Parlementslid Abayachi noemt dit soort uitspraken exemplarisch voor de kloof tussen politici en de Iraakse jeugd. "Jongeren begrijpen vijftien jaar na Saddam niets meer van politici die van buiten komen, uit Iran, Europa of Turkije en die dit land besturen vanwege hun vroegere strijd tegen de dictatuur. Het gaat hen alleen maar om een betere toekomst: banen, veiligheid, en vrijheid."
Terwijl Ansari desgevraagd ontkent dat hij een politieke partij leidt om macht te geven aan sjiitische militaire krachten, ziet Abayachi de militarisering van staat en samenleving als de laatste en beslissende plaag na IS. Er zijn zoveel wapens in omloop, zoveel elkaar beconcurrerende sjiitische groepen die hun voedingsbodem vinden in de zwakke staat, zegt ze. "Het is niet in hun belang om aan een sterke staat en sterke instituties te werken. Want als alles onder controle van de staat komt, beperkt dat hun macht."
Ze verwacht niet dat zij hun wapens zomaar zullen overdragen aan de regering. "Dat zal tot strijd leiden, en dat heeft gevolgen voor de samenleving." Misschien wel heel ingrijpende, "want mensen zijn de situatie zat. Er is toenemende woede. En als mensen geen zicht hebben op verbetering, dan denk ik dat er een explosie dreigt, al snel".
De jeugd, die in Irak de meerderheid vormt, is wanhopig, en heeft signalen nodig die hoop voor de toekomst bieden, zegt Abayachi. "Als de volgende regering er niet vanaf het begin aan werkt, dan zullen zaken uit de hand lopen. Criminaliteit, meer milities en meer geweld in de samenleving. Alle elementen zijn ervoor aanwezig."
De hele naam van dokter Sukayna is bekend bij de redactie
Lees ook:
Jong Irak is de oude politici met dezelfde beloften zat
Toen IS op slechts enkele kilometers afstand tot staan werd gedwongen, bleef Iraks laatste synagoge gespaard - maar niet van verval en verwaarlozing.
De laatste synagoge van Irak is gered, van IS en verwaarlozing
De toekomst van de jeugd stond centraal bij de Iraakse parlementsverkiezingen. Zeventig procent van de Irakezen is jonger dan dertig. Is deze groep in staat de oude garde te wippen?