Interview
Interview Jan Terlouw - Hunkeren naar geborgenheid
Schrijver Jan Terlouw constateert dat broederschap- 69 jaar na de oorlog - onder druk staat. Hij houdt daar de 4 mei-voordracht over. 'Er was in die periode veel saamhorigheid, terwijl je nu veel eenzaamheid ziet.'
Voor schrijver en oud-politicus Jan Terlouw (82) is de Tweede Wereldoorlog nooit ver weg. Hij was 8 toen het Duitse leger Nederland binnenviel en 13 toen Canadese soldaten zijn dorp bevrijdden. Tijdens de twee minuten stilte hoeft de oud-politicus en schrijver, die zondagavond in de Nieuwe Kerk in Amsterdam de 4 mei-lezing uitspreekt, geen enkele moeite te doen om aan die oorlog terug te denken. De beelden komen bij hem vanzelf.
"De oorlog heeft grote invloed op mijn leven gehad. In dat laatste oorlogsjaar heb ik in mijn groei naar volwassenheid een versnelling doorgemaakt. Alles was zó intens. Als nu in het dorp iemand omkomt bij een verkeersongeval dan is iedereen een week van slag. Maar toen gebeurde elke dag zoiets."
"De ene dag hoorde je dat de buurman in zijn buik was geschoten door een Spitfire en twee dagen later was hij dood. De andere dag aten we 's middags een boterham toen er een familie totaal ontredderd aan de deur kwam, omdat hun huis vlak bij de spoorlijn weg was gebombardeerd. Zij konden op tijd vluchten en hadden het overleefd. Mijn ouders zeiden 'Kom binnen jongens' en zij zijn drie maanden bij ons gebleven."
"In dat laatste jaar zagen we elke dag honderden mensen voorbijkomen over de Zuiderzeestraat in Wezep. Oude mensen, grootouders waarschijnlijk, wanhopig op zoek naar eten, op gymnastiekschoenen ploeterend door de sneeuw. Deerniswekkend. Na de oorlog hoorde ik dat mijn vriend, naast wie ik op school zat, in een concentratiekamp was afgemaakt. Deze ervaringen hebben gemaakt tot wie ik nu ben."
"Eén beeld van mijn vader - een Gereformeerde Bondsdominee - vergeet ik nooit. Hij was lichamelijk totaal onsportief. Ik had hem nog nooit hard zien lopen, hij schreed altijd. Schaatsen en zwemmen kon hij niet. En op die dag in mei 1945 zag ik hem huppelend bij ons de deur uitlopen. Daar was ik nog meer over verbaasd dan over de Canadese soldaten die er in verte aankwamen. Uit dat huppelen sprak zo'n ongelofelijke opluchting, zo'n intense vreugde."
In Nederland is er sinds enige jaren verzet tegen het herdenken van alle oorlogsslachtoffers op 4 mei, niet alleen die van de Tweede Wereldoorlog. Is dat terecht?
"Ik zou daar niet een artikel over schrijven. Maar als je het mij vraagt, zeg ik: de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, hier en in Zuidoost-Azië. 4 mei is niet voor niets de dag van de capitulatie. Voor de slachtoffers van vredesmissies - die zeker een herdenking verdienen - zou ik een andere datum kiezen. Op 4 en 5 mei denk ik in elk geval nooit aan wat anders."
Wie moeten deelnemen aan die herdenking? Is de tijd gekomen om Duitsers en kinderen van NSB'ers een plaats te geven bij de dodenherdenking?
"Kinderen van NSB'ers natuurlijk wel. Die konden er niets aan doen dat hun ouders verkeerde keuzes maakten. Die kinderen hebben we na de oorlog schandelijk behandeld en die hebben hier erg onder geleden. Maar Duitsers? Dat vind ik niet zo gelukkig. Ja, heel veel Duitsers hebben spijt betuigd. Sterker nog, onschuldige Duitse burgers hebben net zo goed ontzettend geleden onder de oorlog."
"Toch, voor mij hoeft het niet. Als in Vorden burgemeester en wethouders op 4 mei langs graven van Duitse soldaten willen lopen, moeten ze dat doen. Daar zou ik nooit een punt van maken. Ik heb ook niks tegen Duitsers, dat zijn voorbeeldige democraten. Maar als je nu aan het herdenken bent dat zij hier vreselijke dingen hebben gedaan? Ik zou het niet verzinnen."
Nog altijd ontvangt Terlouw brieven over het boek 'Oorlogswinter' dat hij in 1972 schreef, waarin hij aan zijn ervaringen tijdens de oorlog gestalte gaf. Van het boek zijn meer dan een half miljoen exemplaren verkocht. Onbekend is hoeveel kinderen het boek hebben gelezen. Afgaand op gegevens van bibliotheken moeten dat er meer dan een miljoen zijn geweest. Ook de verfilming van enkele jaren geleden was een succes.
Verbaasd
Tijdens het schrijven heeft Terlouw nooit stilgestaan bij de mogelijkheid dat hij invloed zou hebben op het beeld dat enkele generaties van kinderen van de Tweede Wereldoorlog zouden krijgen. "Het succes van 'Oorlogswinter' heeft me ontzettend verrast. Ik heb dit het makkelijkst en snelst geschreven van al mijn 25 boeken. De herinnering was zo dichtbij. Aanvankelijk dacht ik dat het het zoveelste oorlogsboek zou zijn, maar de verkoop nam een enorme vlucht. Eerlijk gezegd ben ik daar nog steeds verbaasd over. Wat is er nu zo bijzonder aan het boek?"
"De enige verklaring die ik voor het succes heb, is dat het authentiek en eerlijk is. De gevoelens die ik toen had, staan er in en blijkbaar is dat overgekomen. Ik was altijd bezorgd dat mijn vader iets zou overkomen. We woonden dicht bij Putten. Het verhaal van de doodgeschoten gijzelaars van Putten in september 1944 had een enorme indruk op me gemaakt. Het besef dat hij als dominee daarvoor kandidaat was, begon tot me door te dringen. Kennelijk heb ik die angst kunnen terugroepen."
"Ik vertelde mijn kinderen vaak over wat ik in die oorlogsjaren had meegemaakt en die verhalen dronken zij in. Toen zij de leeftijd hadden die ik had in de oorlog, pakweg twaalf jaar, wilde ik kijken of ik daar een boek over kon schrijven. Twee dingen heb ik van tevoren goed bedacht. Ik wilde niet dat kinderen na het lezen zouden denken: goh, wat is de oorlog toch heerlijk, wat jammer dat ik het niet heb meegemaakt. Dat beeld mocht beslist niet ontstaan."
Minder zwart-wit
Terlouw: "In de tweede plaats - en dat was begin jaren zeventig nog niet in de mode - wilde ik laten zien dat Duitsers ook mensen zijn. Met mate hoor, want dat was toen nog not done. Zo schreef ik van dat jongetje in de dakgoot dat gered wordt door een Duitser. En de moeder die zegt dat een gebroken been van een kind in Duitsland ook erg is. Heel onschuldig dus."
"Ik ben zeker blij dat onze kijk op de Tweede Wereldoorlog wat minder zwart-wit is geworden. We dachten vlak na de oorlog dat we allemaal helden waren geweest, maar als je ziet wat er in werkelijkheid is gebeurd... Spoorwegen die meewerkten aan het transport van mensen naar Westerbork, burgers die lijdzaam meewerkten aan deportatie van Joden. Er zijn sindsdien veel waarheden bovengekomen. Ik hou erg van de waarheid. De waarheid moet boven tafel komen, anders doe je het straks weer."
Begrijpt u waarom de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog alleen maar lijkt toe te nemen?
"Dat is zeker heel wonderlijk. Ik las een tijdje terug dat uit een studie was gebleken dat er nu 83 oorlogsmusea zijn en dat de bezoekersaantallen nog steeds elk jaar stijgen. Onlangs werden in Zelhem (in de Achterhoek, red.) de restanten van een bommenwerper, een Lancaster, opgegraven en vroegen de organisatoren of ik daar wat wilde komen zeggen. Het zag er zwart van de mensen. Onvoorstelbaar."
"De verklaring hiervoor? Zou het zijn omdat die tweede helft van de vorige eeuw een fantastische periode was, met de wederopbouw, toenemende welvaart, bevrijding van mensen van staat en kerk. Er was toen veel saamhorigheid, terwijl je in deze eeuw veel eenzaamheid ziet. Zou het een hunkering naar die geborgen samenleving zijn?"
Vereenzaming
Terlouw: "Broederschap is in vergelijking met de waarden vrijheid en gelijkheid de laatste jaren zwaar onderbedeeld. Daar hoop ik zondagavond in de Nieuwe Kerk ook wat over te zeggen. Met de vrijheid en gelijkheid gaat het bij ons goed. We gaan populair met elkaar om en we hoeven tegen ministers geen excellentie meer te zeggen. Onze vrijheid is enorm, iedereen kan zich ontplooien. Maar broederschap? De vereenzaming is nu veel groter dan in de vorige eeuw. Er zijn vrijwilligers nodig om te voorkomen dat mensen eenzaam sterven. Met vreemdelingen gaan we steeds vervelender om. Zo kan ik eindeloos doorgaan."
"Met vrijheid gaan mensen vrijblijvend om. Ik ben een hartstochtelijk verdediger van de Verlichting en de vrijheid van meningsuiting maakt daarvan een belangrijk onderdeel uit. Maar als het aanzetten tot haat wordt, dan moet je gaan nadenken. Vrijheid is een heel moeilijk begrip. Ik hou me aan de beschrijving van Montesquieu die zei: Je bent vrij als je kunt doen wat je moet doen, als je vrij bent om je geweten te volgen. In dat geval is er geen kerk of staat die verhinderen dat je doet wat je geweten je ingeeft. Die invulling houdt aan alle kanten rekening met de vrijheid van anderen. Vrijheid zonder broederschap, wat is dat waard? Vrijheid zonder onderlinge solidariteit, zoals je steeds vaker ziet, is valse vrijheid."
De voordracht op 4 mei van Jan Terlouw en de 5 mei-lezing van oud-VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Mary Robinson zijn in boekvorm te koop bij de boekhandel.
Curriculum vitae
Jan Terlouw (1931) kwam in 1971 voor D66 in de Tweede Kamer. Twee jaar later werd hij fractievoorzitter. Onder zijn leiding behaalde de partij in 1981 een grote verkiezingszege. In de kortzittende kabinetten Van Agt II en III was Terlouw minister van economische zaken. In 1983 verliet Terlouw de politiek. Tot 1991, toen hij commissaris van de koningin in Gelderland werd. In 1999 werd hij senator voor D66. Terlouw schreef tientallen boeken, waarvan 'Koning van Katoren' en 'Oorlogswinter' de bekendste zijn. Sinds 2007 schrijft hij zijn boeken samen met zijn dochter, Sanne Terlouw.