Interlandelijke adoptie? liever niet meer
afstand | Kinderen en ouders zijn er het meest bij gebaat om bij elkaar te blijven, betoogt Lies Wesseling.
Het advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) om te stoppen met interlandelijke adoptie, is volledig in lijn met recent onderzoek naar adoptiepraktijken in donorlanden zoals China, India of Colombia.
Antropologen zoals Kay Johnson, Pien Bos, Laura Briggs en Julia Vich Bertran hebben de moeite genomen om niet alleen over, maar ook met afstandsouders te praten. Bovendien hebben ze ter plekke de trajecten nagetrokken van kinderen die uiteindelijk ter adoptie worden aangeboden op de internationale markt. Hun bevindingen liegen er niet om.
Afstandsouders - doorgaans analfabeet - beseffen dikwijls onvoldoende dat afstand doen van hun kinderen voorgoed is. Daarbij komt dat de vraag naar adoptiekinderen zoveel groter is dan het aanbod, dat kinderen die in China reeds een adoptiefamilie hadden gevonden, daar alsnog weggehaald kunnen worden. Het is lucratiever om hen aan te bieden via de internationale adoptiemarkt. De naleving van het subsidiariteitsprincipe - alleen interlandelijke adoptie wanneer in het eigen land niet in opvang kan worden voorzien - kan in feite door geen enkel donorland worden gegarandeerd.
undefined
Debat versmalt
Helaas versmalt het Nederlandse debat over de (on)wenselijkheid van interlandelijke adoptie zich voortdurend tot de vraag of die wel het belang van het kind dient. Dit perspectief is te beperkt om aan de complexiteit van de kwestie recht te doen.
Ten eerste doet men net alsof het iedereen duidelijk is wat deze belangen van kinderen zijn. Wie bestudeert hoe ontwikkelingspsychologen elkaar voortdurend hebben tegengesproken in de loop van de twintigste eeuw beseft dat dit bepaald geen uitgemaakte zaak is. En al helemaal niet wanneer niet-westerse samenlevingen in beeld komen, die als het om familie gaat waarden eerbiedigen die afwijken van de westerse verabsolutering van het kerngezin.
Ten tweede is het merkwaardig dat geadopteerden alleen als kinderen in beeld komen, terwijl velen van hen allang de volwassenheid hebben bereikt en via allerlei media en genres hun beleving van hun adoptietraject hebben vertolkt.
undefined
Luister naar de betrokkenen
Volwassen geadopteerden worstelen met diepgaande identiteitsproblemen. Velen ontpopten zich dan ook tot anti-adoptie activisten, zoals in ons land Hilbrand Westra, mede-oprichter van United Adoptees International. Ook hier geldt dat men niet alleen over, maar ook met geadopteerden moet praten.
Ten derde gaat het bij interlandelijke adoptie niet alleen om de belangen van kinderen, maar ook om de kwetsbaarheid van hun ouders, die onder druk van bijzonder moeilijke omstandigheden, zoals armoede, discriminatie van alleenstaande moeders en één-kindpolitiek, tot de onmogelijke keuze komen om hun kind af te staan.
Als we werkelijk door humanitaire motieven worden bewogen, dan zouden we er beter aan doen om deze zware omstandigheden te verlichten, zodat ouders in economisch achtergestelde en politiek onvrije gebieden voor hun eigen kinderen kunnen zorgen: een menselijk verlangen.
Het is verfrissend dat de RSJ in het rapport 'Bezinning op interlandelijke adoptie' wel voor de vereiste bredere visie kiest. Het advies om interlandelijke adoptie af te bouwen vloeit haast onafwendbaar voort uit een dergelijk inclusief perspectief. Dit is een goed geïnformeerd en weloverwogen advies dat het verdient om te worden opgevolgd.
De minder bedeelde regio's van deze wereld zijn geen profi-markten waar organen, draagmoeders, of adoptiekinderen voortdurend voor westerse klanten in de aanbieding zijn.
undefined