Inspecties: Instanties hadden te weinig oog voor veiligheid Sharleyne
Onderzoeksrapport Was de dood van de 8-jarige Sharleyne te voorkomen? In ieder geval had haar belang voorop moeten staan.
De veiligheid van Sharleyne (8) uit Hoogeveen heeft nooit de prioriteit gehad die noodzakelijk was. De hulporganisaties richtten zich te veel op de ouders.
Dat is de harde kritiek die de Inspecties Jeugdzorg, Gezondheidszorg en Veiligheid en Justitie uiten in een rapport dat komende maand door de inspecties naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. De resultaten van het onderzoek naar de tragische dood van het meisje zijn gisteren naar buiten gebracht door het programma 'Zembla'.
De achtjarige Sharleyne werd vorig jaar in de nacht van 7 op 8 juni dood gevonden onder aan de flat De Arend. Het meisje verbleef daar met haar moeder Helene.
Hoe het meisje van de tiende etage naar beneden is gevallen, werd niet duidelijk. Wel duidelijk is, zo blijkt uit het rapport, dat er in de drie jaar die aan de tragische gebeurtenis vooraf gingen voldoende momenten zijn geweest dat ingegrepen moest worden. Hulpverleners en politie kregen tal van meldingen dat er sprake was van verwaarlozing. En daar bleef het niet bij. De inspecties vonden ook meldingen van huiselijk geweld en drankmisbruik bij de moeder. Dat drankgebruik - en vooral de gevolgen daarvan - werden niet voldoende erkend en zeker niet als een veiligheidsrisico voor het meisje ingeschat.
De vrouw is lange tijd als verdachte gezien en zat ook korte tijd vast. September vorig jaar moest het Openbaar Ministerie echter de zaak wegens gebrek aan bewijs seponeren. Op verzoek van de vader van het meisje - overigens niet de biologische vader - deden oud-rechecheur Dick Gosewehr en criminoloog Harrie Timmerman onderzoek in de zaak. Zij kwamen tot de conclusie dat er wel degelijk sprake van een misdrijf is. De vader zet alles op alles om de zaak te heropenen.
De drie inspecties hebben de gemeente opgedragen een plan op te stellen met de hulpinstanties. Daarvoor krijgen ze drie maanden.
undefined