Inspectie sluit kledingfabrieken Bangladesh

Vrouwen aan de slag in een kledingfabriek in Ashulia, Bangladesh. De omstandigheden voor de arbeiders zijn vaak bijzonder slecht. Beeld afp
Vrouwen aan de slag in een kledingfabriek in Ashulia, Bangladesh. De omstandigheden voor de arbeiders zijn vaak bijzonder slecht.Beeld afp

Zwakke bouwconstructies, onveilige aanleg van elektriciteit, nauwelijks aandacht voor brandpreventie en bij brand kan een groot deel van de vier miljoen Bengaalse textielarbeiders geen kant op. Dat waren de indrukken van de Bangladesh Accord Foundation (BAF), die gisteren de resultaten bekendmaakte van de vorig jaar december begonnen inspecties van de eerste tien kledingfabrieken in Bangladesh.

Marco Visser

Bij twee producenten waren de problemen met de constructie zo ernstig, dat de fabriek deels moest worden gesloten, zo maakte de stichting bekend.

De twee gebouwen bleken meer etages te bevatten dan in de bouwplannen was aangegeven, terwijl de draagconstructie juist zwakker was dan oorspronkelijk bedoeld. Levensgevaarlijk, vooral omdat de kledingproducenten complete etages volpropten met voorraad.

Geen onverwachte bevindingen
Elke maand gaat de BAF vanaf nu 250 fabrieken inspecteren zodat eind augustus de teller op 1500 staat. Dat de BAF twee van de tien fabrieken deels heeft laten sluiten, wil niet zeggen dat eind augustus nog steeds twintig procent van de gebouwen op slot gaat. De organisatie pakt eerst de meest onveilige fabrieken aan. Naarmate de inspecties toenemen, zal het aantal gesloten fabrieken dalen, zo verwacht de directeur van de BAF, Alan Roberts.

Onverwacht waren de eerste bevindingen niet, liet de stichting weten, maar daarmee niet minder zorgelijk. Hoe rampzalig een ondeugdelijke bouwconstructie kan uitpakken, bleek vorig jaar april in een buitenwijk van de Bengaalse hoofdstad Dhaka bij de Rana Plaza-fabriek.

Een Bengaalse overheidsfunctionaris constateerde destijds dat door het gebouw een flinke scheur liep. Hij adviseerde de ruim 3000 medewerkers niet naar binnen te gaan. De eigenaar dacht daar anders over. De naaisters moesten naar binnen, anders konden ze fluiten naar hun vergoeding van maximaal 24 cent per uur. De gevolgen zijn bekend. Ruim 1100 mensen verloren het leven, 2200 arbeiders raakten gewond.

Vergrootglas
De ramp stond niet op zichzelf. Een half jaar eerder vielen bij twee branden in kledingfabrieken 112 doden. In 2010 verloren 25 textielmedewerkers het leven toen de fabriek instortte.

De ramp legde het vergrootglas op de misstanden in de Bengaalse kledingindustrie. Een maand na Rana Plaza richtten internationale vakbonden, actiegroepen en kledingmerken de BAF op. Het akkoord van de stichting is een juridisch bindende overeenkomst waarin 150 kledingbedrijven uit twintig landen afspreken de fabrieken veiliger te maken. BAF-directeur Roberts sprak gisteren van 'een mijlpaal' nu het eerste inspectierapport is gepubliceerd.

De problemen in Bangladesh met de kledingindustrie staan niet op zichzelf. Ook in China, Cambodja en Birma zijn de arbeidsomstandigheden- en voorwaarden in de zogeheten sweatshops beroerd. Als de situatie in Bangladesh verbetert, bestaat het gevaar dat kledingproducenten het land verlaten om elders goedkoper te produceren. Om deze race to the bottom enigszins te beperken, is in het akkoord afgesproken dat kledingbedrijven Bangladesh niet zo maar kunnen verlaten. Als een fabriek tijdelijk stilligt om de veiligheid te vergroten, zijn westerse merken verplicht nog twee jaar lang kleding af te nemen.

Medische kosten
Ondanks de inspanningen om de omstandigheden voor Bengaalse textielarbeiders te vergroten, wachten de slachtoffers van Rana Plaza nog altijd op hun schadevergoedingen. Direct na de ramp beloofden de Bengaalse overheid, internationale modemerken en werkgeversorganisaties financiële hulp.

Een groot deel van de slachtoffers en nabestaanden wachten op de vergoedingen en bijdragen in de medische kosten, zo blijkt uit een rapport dat de Bengaalse denktank Centre for Policy Dialogue (CPD) vorige maand publiceerde. De Bengaalse overheid heeft een hulpfonds opgezet, maar er is te weinig geld om de toezeggingen na te komen.

De fabriekseigenaren en modemerken zijn evenmin over de brug gekomen. Wel zijn er initiatieven om een internationaal trustfonds op te zetten voor langdurige zorg. Vier grote retailers hebben al 40 miljoen euro toegezegd, al is het bedrag nog niet overgemaakt.

Nederlandse bedrijven
Nederlandse bedrijven die het Bangladesh Akkoord hebben ondertekend zijn: De Bijenkorf, Coolcat, Fashion Linq, G-Star, Hema, MS Mode, N-Tex, O'Neill, Teidem, Texsport, The Sting, V&D, Veldhoven Group. Vingino, We Europe, Wibra, Y'Organic en Zeeman.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden