Inheems Sami-volk probeert de wonden van gedwongen assimilatie in Noorwegen te helen
In Noorwegen wordt een waarheids- en verzoeningscommissie opgericht voor de erkenning van het leed en de onderdrukking van de volken Sami en Kven. Is verzoening nog wel mogelijk?
Ellen Cecilie Triumphs moeder werd op haar zesde uit haar gezin weggehaald en naar een Noorse kostschool gestuurd, waar ze een groot deel van haar jeugd zou blijven. Vlak nadat ze thuis kwam zakte haar moeder door het ijs en overleed. “Ze heeft het nooit over het verleden en ik vraag er niet naar. De Sami zijn een volk van weinig woorden.”
In het noorden van Noorwegen kent iedereen wel een dergelijk verhaal: dat van de alzheimerpatiënt die plotseling geen Noors meer spreekt maar Sami. De gákti, de traditionele Sami-dracht, die op de zolder worden gevonden bij de oma van wie niemand wist dat ze oorspronkelijk geen Noorse was. Flarden vertellingen van praktijken als schedelmetingen. Van vernedering en discriminatie.
Maar de verhalen komen vaak niet verder dan de mondelinge fase. Er is veel schaamte, vertelt Triumph, een docent aan de Sami-hogeschool in Kautokeino. Veel trauma.
Wonden helen
Hoe maak je van die fragmentarische geruchten een samenhangende – en geaccepteerde – geschiedenis? En hoe heel je de wonden van zo’n onverwerkt verleden? Na een periode van politieke onwil is Noorwegen eruit: het land krijgt een waarheids- en verzoeningscommissie voor het onrecht jegens zowel de Sami als de Kven, een gemeenschap van etnische Finnen die in de 19de eeuw naar Noorwegen kwamen. De commissie moet de erkenning brengen waar deze volkeren al decennia voor pleiten.
De Sami is het oudste, inheemse volk van Europa dat al duizenden jaren het gebied rond de poolcirkel bewoont. De stichting van de Scandinavische staten, wier grenzen dwars door het noordelijke Sami-land werden getrokken, betekende doorgaans hun marginalisering.
Noorwegen kende vanaf eind 19de eeuw een officiële ‘vernoorsingspolitiek’: de Sami, en later ook de Kven, werden gedwongen zich te assimileren. Nieuwe wetgeving verbood scholing in de eigen taal, ontzegde de Sami het recht op hun eigen religie en cultuur en verhinderde grondbezit. Generaties aan Sami-kinderen groeiden op in Noorse kostscholen.
Repressie
Tot in de jaren vijftig verantwoordde Noorwegen het paternalisme door de minderheden te classificeren als ‘verstandelijk beperkt’. De vernoorsingsprocessen hielden stand tot in de jaren tachtig. Op de honderdste verjaardag van het eerste Sami-congres sprak de Noorse premier Erna Solberg dat ‘de politiek van vernoorsing veel Sami had gedwongen hun cultuur en taal achter te laten’. “Talloze generaties aan Sami is aangepraat dat hun spraak en tradities beschamend waren, iets dat het niet waard was in leven te houden.”
Zowel de Noorse koning als de Noorse staatskerk hebben al een officieel mea culpa aangeboden. “Maar excuses alleen lossen de situatie niet op”, zegt Aili Keskitalo, president van Sametinget, het Noorse Samiparlement. “Je kan niet zeggen: dat was toen, en dit is nu. We beginnen gewoonweg niet met een onbeschreven blad.” De Sami, zegt Keskitalo, leven met een erfgoed van repressie en misbruik. “Wat de Sami willen is erkenning, gebaseerd op geschiedschrijving, herstel en nieuw beleid.”
Noorwegen heeft haar eigen redenen om het assimilatieverleden in kaart te brengen. “Om het nationale verleden en diens consequenties voor eens en altijd op te helderen”, zegt voorzitter van de commissie Dagfinn Høybråten. “Maar ook om met dit erfgoed in het reine te komen.” Een jaar na het parlementsbesluit krijgt de commissie gestalte: haar leden zijn bekend en de groep heeft inmiddels een adres en telefoonnummer aan de Universiteit van Tromsø. Zoals Høybråten vaststelt: “Nu kan het echte werk beginnen.”
Assimilatiepolitiek
Het mandaat komt van het parlement, maar het initiatief kwam uit de minderheidsgemeenschap zelf. Het waren parallelle processen die in het idee voor deze commissie culmineerden, zegt Keskitalo: de oprichting van waarheids- en verzoeningscommissies voor inheemse volkeren elders, zoals in Groenland en Canada. De roep om erkenning tijdens een conferentie voor Sami-jeugd. De publicatie van een reeks persoonlijke verhalen, ervaringen van de assimilatiepolitiek, opgetekend door een Sami-journalist.
Het Sami-parlement opperde de oprichting van een dergelijke commissie al eerder, maar toen wuifde de Noorse politiek het voorstel weg. Vooral de Vooruitgangspartij, een nationaal-liberale volkspartij, zag er niets in. In 2017 bracht de Socialistische Linkerpartij het onderwerp van een waarheidscommissie op in het nationale parlement – en dit keer met succes. De meerderheid van de kamer stemde in. “Wat hielp”, zegt Keskitalo, “was dat de Sami de honderdste verjaardag vierden van het eerste officiële Sami-congres. Ineens waren alle ogen op ons gericht.”
Afgelopen zomer zijn de elf commissieleden benoemd. Het is een interdisciplinair gezelschap, bestaande uit historici, juristen, antropologen, een journalist en een museumconservator. De komaf van de leden varieert ook: er zijn Noren, Sami en Kven. De leden zijn gekozen door het Noorse parlement, maar met aanbevelingen van zowel de Sami als de Kven. “Wij staan achter de uiteindelijke samenstelling”, zegt Keskitalo, “ook al hebben niet al onze gegadigden een plek in de commissie kunnen krijgen”.
Gevoeligheid
Nu start het vier jaar lange proces van waarheidsvinding. Door de ‘experts’; maar vooral ook met de input van de betrokkenen zelf. De commissie nodigt leden van de Sami- en Kven-gemeenschap uit hun verhaal te komen doen.
“De interesse vanuit de Sami-gemeenschap is groot”, zegt Keskitalo. “Veel Sami hebben een persoonlijke geschiedenis die ze kwijt willen, over hoe ze de ervaring van de assimilatieprocessen hebben doorstaan.” Maar, voegt ze eraan toe: de commissie zal eerst het vertrouwen van de gemeenschap moeten winnen. “En dat vereist subtiliteit, gevoeligheid. Ik ben benieuwd hoe de commissie dat gaat aanpakken.”
Keskitalo hoopt uiteindelijk op een ‘rapport dat enige erkenning brengt’. “Maar er is meer nodig dan waarheidsvinding”, zegt ze. “Verzoening bereiken we niet alleen. De commissie zal ook de meerderheid van de bevolking moeten interesseren voor dit proces en voor onze huidige positie in de samenleving. We moeten de kans krijgen nieuwe verhoudingen te scheppen.”
Want, zegt ze: de officiële assimilatiepolitiek mag dan in het verleden liggen; de naschokken zijn tot op heden voelbaar. “We bevinden ons nog steeds in een situatie waarin onze inheemse rechten op land en cultuur ter discussie worden gesteld.” De Noorse wet schrijft sinds begin jaren negentig voor dat de Sami recht hebben op de onbelemmerde uitoefening van hun tradities, zoals het rendierhoeden, en dat ze recht hebben op het land dat ze van oudsher bewonen.
Economische belangen
“Het zou al heel wat zijn als Noorwegen zou handelden naar wat in schrift al is bekrachtigd”, merkt Keskitalo op. De Sami delven vaak het onderspit wanneer het inheems recht niet correspondeert met andere, vaak economische, belangen. Steeds grotere delen van Sápmi worden opengesteld aan mijnbouwbedrijven.
Zo gaf de Noorse regering in februari van dit jaar, ondanks jarenlang verzet van de Sami-gemeenschap, groen licht voor de komst van een kopermijn in Sápmi, op het zomergraasland van de rendierkuddes. Op vier andere plekken in Sami-land zijn grondstofwinnings- en olie-ontginningsprojecten in ontwikkeling. “Op die manier is het vernoorsinsproces nog altijd gaande”, zegt Keskitalo. “Onze bestaanswijze wordt voortdurend bedreigd.”
Håkon Hermanstrand, een Noorse historicus die is gespecialiseerd in de geschiedenis van zuid-Sápmi en die in deze hoedanigheid is verkozen tot lid van de commissie, zegt de hoop te hebben dat meer inzicht in het Sami-verleden uitmondt in rechtvaardiger beleid.
Waar de assimilatiepolitiek in Noord-Sápmi vooral leidde tot taalverlies, vernedering en discriminatie, zegt Hermanstrand, was het in Zuid-Sápmi vanaf begin af aan een kwestie van land. “Eind negentiende eeuw kreeg een eigenaardige theorie voet aan de grond, namelijk dat de Sami-gemeenschap niet inheems was aan Zuid-Scandinavië, maar dat ze zich hier pas na 1600 had gevestigd.”
Voorouders
Deze aanname had grote repercussies. In rechtszaken verloren de Sami op grond van deze theorie landrechten in de zuidelijke regionen. “Met de kennis van vandaag blijkt dit onterecht”, zegt Hermanstrand. “In deze gebieden werden geen geschreven bronnen gevonden van voor 1700, dus op basis daarvan werd gesteld: hier leefden de Sami van oorsprong niet. Maar nieuwer, archeologisch onderzoek heeft deze veronderstelling weerlegd; de Sami waren hier wel degelijk al eerder, zoals ze zelf ook altijd hebben volgehouden.”
Dit nieuwe inzicht heeft echter nog niet iedereen bereikt en wordt door anderen betwist. Zijn hoop, zegt Hermanstrand, is dat de commissie in deze kwesties een doorslaggevende rol kan spelen.
Is verzoening mogelijk voor de generaties die niet meer voor zichzelf kunnen spreken? Het onderzoek van de commissie, zegt Keskitalo, dekt ook de geschiedenis van hen die het niet meer na kunnen vertellen. “We zitten op veel verhalen van onze voorouders die van generatie op generatie zijn doorgegeven.”
“Ik geloof in medemenselijkheid. Ik moet geloven dat wat we hebben meegemaakt niet noodzakelijkerwijs voortkomt uit kwade wil. Het is een gebrek aan begrip, een gebrek aan kennis. Ik moet geloven dat, als we elkaar beter begrijpen, en als het land kan erkennen dat de Sami net zo goed een toekomst verdienen als de Noren, dat de hele maatschappij er beter op wordt.”
Lees ook:
Noorse Sami strijden voor eerherstel
Ze werden beschouwd als minderwaardig, zwakbegaafd zelfs. Nu strijden nieuwe generaties Sami voor hun eer en erfgoed.
Een rendierhoeder neemt het op tegen de Noorse staat
Jovsset Ante Sara moet van de Noorse overheid een groot deel van zijn rendieren slachten. Maar hij laat het er niet bij zitten.