In het Nederlands klinkt de Mattheus heftiger

Hoe klinkt de Matthüus Passion in het Nederlands? Tekstdichter en voormalig popzanger Jan Rot schreef een Nederlandse versie: de Mattheuspassie, bedoeld voor zowel oude als nieuwe Bach-luisteraars, gelovigen en niet-gelovigen. Kenners zijn lovend.

door Sandra Kooke

Wie aan de Matthüus Passion van Johann Sebastian Bach komt, komt aan het mooiste, liefste muziekstuk van hele generaties Nederlanders. Wij neuriën ’Erbarme dich’ en ’Lass ihn kreuzigen!’ op de fiets, zingen ’Mache dich, mein Herze, rein’ mee met cd, radio- of tv-uitzending en brullen tijdens de Meezing-Matthüus ’Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden’. De muziek van de Duitse componist is te beschouwen als Nederlands cultureel erfgoed en de tekst van tekstdichter Picander is, hoe onbegrijpelijk die ook af en toe is, in ons collectieve geheugen opgeslagen.

Wie daaraan wil sleutelen, moet van goeden huize komen en goede argumenten hebben. De Nederlandse tekstdichter en voormalige popzanger Jan Rot vindt het niet alleen verantwoord, maar ook noodzakelijk om de Matthüus Passion te vertalen en heeft er bijna vijf jaar aan besteed om een Nederlandse Mattheuspassie tot stand te brengen. Het werd geen rechttoe rechtaan-vertaling, zoals Jan Engelman in 1949 maakte, maar een vrije vertaling met een boodschap waar Rot zelf in kan geloven.

Rot luisterde als klein jongetje elke zondag voor Pasen naar de Matthüus Passion. Hij moest minstens drie van de vier kanten van de dubbel-lp afluisteren. Terwijl bij zijn vader de tranen over de wangen biggelden, zat de elfjarige Jan zich te ergeren aan dat Duitse ’Barabbam’, want die man heette toch echt ’Barabbas.’ Een jaar of vijf geleden hoorde hij de Matthüus Passion in het Concertgebouw met de Engelse tenor Ian Bostridge als evangelist. Een Engelsman, die een Nederlands publiek in het Duits toezong. Rot dacht: ’Ik geloof hier niets meer van. Dit moet gewoon in het Nederlands worden gezongen.’

Korte tijd later sloeg Rot het openingskoor open en begon te vertalen. Hij had al veel klassieke liederen vertaald, van Purcell tot Schubert, Schumann en Puccini, maar de dorre tekst van de Matthüus Passion was toch een maatje groter dan de Heines en Goethes waar de liedcomponisten zich op baseerden. Rot ploeterde de hele passie door – met naslagwerken van de kinderbijbel van Anne de Vries tot geschiedenisboeken onder handbereik – steeds opnieuw zoekend naar betere oplossingen. Ook had hij een tekstcommissie met een dominee, een filosoof en een Bachkenner tot zijn beschikking. Tot slot leverden vele zangers commentaar. Van sommige aria’s heeft hij in totaal wel twaalf of veertien verschillende versies gemaakt.

Maar nu ligt er een tekst die volgens Rot een consistent geheel vormt, dat zowel oude als nieuwe Bach-luisteraars, gelovigen en niet-gelovigen iets te bieden heeft en dat bovenal past bij de muziek van Bach.

Daarbij zijn wel wat heilige huisjes gesneuveld. Jan Rot: ,,Als je dit werk goed wilt vertalen, moet je snappen wie Jezus was en wat hij wilde. Je moet erin geloven. Ik ben opgevoed in een milieu van progressieve gereformeerden, met Oosterhuis, Kuitert en andere moderne dominees. Als kind geloofde ik al niet. Toen bleek dat Sinterklaas niet bestond, was dat een verademing: je moest het zelf doen! Zo zag ik het ook bij het geloof: er is geen God. Je moet het zelf doen, met liefde.’

Rot presenteert deze passie dan ook nadrukkelijk als een ’hertaling’. Een interpretatie, gekleurd door zijn eigen opvattingen, fantasie en smaak. De evangelist is daarom omgedoopt tot verteller. De hoofdpersoon in Rots passie is een vrijdenker. Rot: ,,Wat ik in dit verhaal zie, is een dappere man, die in zijn eentje de strijd aangaat met het gezag, o m de liefde te prediken. Dàt kan ik volgen. Zo wordt Jezus wat menselijker. Met een man die kan lopen op het water, heb ik niks.”

Rot heeft zich in de eerste plaats opgesteld als dienaar van Bach. Zijn belangrijkste uitgangspunt was dat de vertaling vanuit muzikaal oogpunt moest kloppen. Er mocht geen lettergreep te veel in staan, de tekst moest de vorm en lijn van de melodie volgen: voegt hij een berg in, dan op een plek waar de melodie omhoog gaat. Het graf komt juist bij een dalende lijn, precies zoals Bach het ook gecomponeerd heeft. Heel wat zinnen waar Rot trots op was, moesten wijken, omdat Bach dat voorschreef.

Op grond van de muziek en de klank verwierp Rot ook voor de hand liggende vertalingen, die Matthüus-veteranen zouden verwachten. ’Lass ihn kreuzigen!’ werd niet ’Laat hem kruisigen’, maar ’Op naar Golgotha’. Dat klinkt namelijk veel grommender en heeft daardoor een lugubere klank. De prachtige klank van ’erbarme’ moest juist weer wijken voor de taal. Want wie gebruikt nu nog het woord erbarmen? Maar Rot stopte de klank toch nog verderop in de aria, in de zin ’Troost, omarm,*..’ Rot: ,,Het wachten op de bekende klank van ’erbarme’ geeft de aria een soort spanning, die oplost als het omarm eindelijk klinkt. Het voordeel van de tekst ’Maria huilt...’ is bovendien dat je het zoete van dat vage ’erbarme’ meteen kwijt bent. Het is een echte aanklacht: ’God, doe iets! Bestaat u wel?’ Dieper in de twijfel kun je als mens niet zinken. Ik heb net zolang doorgezocht tot ik die onmacht te pakken had.”

In de eerste fase van de vertaling lag er nog een typische Jan Rot-vertaling, met veel woordspelletjes en directe taal. Hij liet een knallend ’godverdomme’ aan Petrus ontsnappen. Voor het koor had hij een prachtig swingend ’Spijt, is wat de geit schijt, is wat de geit schijt!’. Hoewel een enkele passage nog steeds een typische Rot-klank heeft (’Jezus! Wie? Je medemens. Jezus! Waar? Ze slaan hem lens!’) zijn de meeste van dat soort zinnen gesneuveld. Hij zou zijn doel voorbij schieten. Want in het voetspoor van Bach wil Rot zoveel mogelijk mensen winnen voor dit werk. En dat betekent dat hij de passie moet overbrengen zonder mensen weg te jagen.

,,Naarmate ik het werk meer van binnenuit kende, werd het me steeds duidelijker dat Bach zijn diepe geloof wilde overbrengen. Dat wilde ik respecteren. Dat werd het doel, het overbrengen van het verhaal. Want daar is het werk voor bedoeld.”

Maar letterlijk vertalen kon ook weer niet. Rot: ,,Tegenwoordig is het geloof niet zo barok en niet zo zonder twijfel als drie eeuwen geleden. Ik wil bovendien geen niet-religieuze mensen buiten sluiten. Bach is voor iedereen bedoeld. De koralen zijn daarom niet meer teksten voor een belijdende gemeente. En ook de aria’s hebben een menselijk gezicht gekregen.”

Ook op personages als Petrus, Judas en Pilatus heeft Rot zijn eigen visie losgelaten. Pilatus was een wrede heerser, blijkt uit de geschiedenisboekjes. Zo klinkt hij dus ook hier. Het zwarte van Judas’ karakter en verraad is al eerder door velen met grijstinten gemengd. En daar gaat Rot in mee. Judas is niet alleen een schurk, hij is ook degene die Jezus dwingt te laten zien dat hij de zoon van God is. De vrouwen, moeder Maria en Maria Magdalena, die volgens Rot zeer waarschijnlijk ’Jezus’ bruid’ was, komen bij Rot meermalen aan het woord. Moeder Maria (eenmaal aangeduid als ’Mamma Mia’) ziet de heldenrol van haar zoon helemaal niet zitten. Rot: ,,Ik had ook nog een passage gemaakt met kritiek op de SGP, waar vrouwen niet mee mogen doen. Maar ja, dat was toch niet zo geschikt.”

Rot besloot zelfs God sprekend op te voeren. Maar hoe klinkt de stem van God? Na lang nadenken wist Rot het: het jongenskoor zingt nu in het openingskoor de woorden van de Geestesvader: ’...Breng jij dat offer? O jongen!’

De hedendaagse twijfel aan het geloof vind je op veel plaatsen in de versie van Rot terug. Terwijl de gemeente in Bachs tijd zonder aarzeling kon zingen ’In Jesu Armen sucht Erlösung, nehmt Erbarmen’, horen we nu ’Zoek naar klaarheid. Wat is waarheid? Zoek dan!’. Of zinnen als: ’Wijs de weg echt te geloven.’ En: ’Schiep God ons, of zou het toch andersom zijn?’

Rots eigen visie op Jezus horen we nadrukkelijk in het slotkoor, waar we niet ’mit Trünen nieder setzen’, maar zelf aan de slag moeten: ’Wij zijn de weg, wij zijn de waarheid! De hemel licht in iedereen, de hemel ligt in iedereen. Eenzaam samen, samen één!’

Dat er kritiek op deze vertaling zal komen, staat als een paal boven water. Rot zal worden beschuldigd van aantasting van het werk van Bach en van aantasting van het evangelie. Daarom is hij bijzonder blij dat Deutsche Grammophon het heeft aangedurfd een cd met dit werk uit te brengen. Rot verwacht de kritiek met name van leken, en niet zozeer van de ingewijden, die goed op de hoogte zijn van moderne ontwikkelingen in de theologie. ,,Ik kan alleen maar zeggen dat ik dit met integere bedoelingen heb gemaakt. Ik wil mijn tekst niet in de plaats van de Duitse stellen. Het is en-en, niet of-of. Ik hoop dat de boodschap dichterbij komt.”

Theologe Helene Perfors, die in een vroeg stadium als kritische gesprekspartner van Rot diende, is overtuigd van Rots integriteit. Ze vindt bovendien dat Rot erin is geslaagd om een goed hedendaags antwoord te geven op de tekst van Picander.

Perfors: ,,We doen soms of de tekst van Picander heilig is, maar dat was ook maar een tijdgebonden versie van het evangelie. Bach en Picander hebben het evangelieverhaal willen uitleggen aan de kerkelijke gemeente. Rot doet precies hetzelfde, maar dan in deze tijd van het ’ietsisme’. Hij heeft het zoete, piëtistische van Picander eruit gehaald. Al is het grappig dat er via woorden als ’prachtmens’, de huilende Maria en de Vader, die ’O jongen’ zegt, weer een bevindelijk trekje in komt. Het mooie van dit project vind ik dat je door de Nederlandse tekst heel anders tegen het werk aan gaat kijken.”

Een aantal zangers, onder wie sopraan Lenneke Ruiten, weigerde mee te werken aan de opname van deze Mattheuspassie. Maar tenor Marcel Beekman, die op de cd de rol van verteller zingt (en hoe!), werd na lezen en zingen van de tekst enthousiast. Beekman: ,,Ik vind dat Rot een mooie vertaling heeft afgeleverd. Ik had vooraf een gezonde dosis scepsis, maar toen ik de tekst doorgezongen had, was ik overtuigd. Rot heeft zoveel charme in de tekst gelegd. In het Nederlands is het nu boeiender geworden, de tekst heeft veel meer impact dan in het Duits. De spirituele betekenis van het werk komt daardoor veel meer naar boven. Ik sta ook helemaal achter de inhoud die Jan Rot eraan gegeven heeft. Maar je moet deze versie niet zien als vervanger van de Duitse.”

Ook dirigent Jos Vermunt denkt er zo over. Want ook hij is gezwicht voor de kwaliteit van de vertaling. ,,Je eerste vraag is toch: mag dat wel, een Nederlandse vertaling van zo’n meesterwerk? Als het antwoord ’ja’ is, moet het wel een buitengewoon goede vertaling worden. We hebben het tenslotte niet over een of ander onbeduidend werk. En dan moet het muzikaal ook nog kloppen. Want de tekst mag niets afhalen van de muzikale beleving. Dat is Jan Rot gelukt. Waar Bach passende muziek bij een tekst heeft gezocht, heeft Rot een passende tekst bij de muziek gevonden. Het mooie is dat ik door de Nederlandse tekst de Duitse weer beter ben gaan begrijpen.”

beluister de fragmenten op www.trouw.nl/mattheus

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden