Geketende tot slaaf gemaakten op Zanzibar, 19de eeuw.  Beeld Corbis via Getty Images
Geketende tot slaaf gemaakten op Zanzibar, 19de eeuw.Beeld Corbis via Getty Images

BoekrecensieGeschiedenis

In de Zanzibardriehoek verdwenen honderdduizenden Afrikanen spoorloos in de slavernij

Behendig beschrijft Martin Bossenbroek hoe het sluiten van de slavenmarkt op het Afrikaanse eiland Zanzibar gepaard ging met westers imperialisme.

Paul van der Steen

Tegenover zich lang voortslepende conflicten uit de wereldgeschiedenis, zoals de Honderdjarige en Tachtigjarige Oorlog, staat de kortste oorlog ooit. Die begon op 27 augustus 1896, in de ochtend. De lezingen over de duur lopen uiteen: ergens tussen de 38 en 45 minuten. Zelfs voetbalteams nemen dubbel zoveel tijd voor hun onderlinge duels.

In die kortste oorlog ooit traden twee ­totaal onvergelijkbare partijen in het strijdperk. Het sultanaat Zanzibar opereerde ­eigenzinnig, flirtte met Duitsland en ­gedoogde nog steeds slavenhandel. Dat ­zinde Groot-Brittannië niet, op dat moment ’s werelds machtigste land. Londen legde Zanzibar een ultimatum op, dat de sultan durfde te negeren. Daarop voegden de Britten de daad bij het woord: hun rake schoten vernietigden in een mum van tijd het paleis en het jacht van de sultan, zo’n vijfhonderd bewoners van het Oost-Afrikaanse eiland in de Indische Oceaan stierven of raakten gewond.

In die tientallen minuten Zanzibarees-Engelse oorlog, het voorspel ervan en de nasleep komen veel van de thema’s ­samen van Martin Bossenbroeks nieuwe boek De Zanzibardriehoek. Een slavernij-­geschiedenis 1860-1900. In de laatste vier ­decennia van de negentiende eeuw liepen er bij de Britten allerlei belangen dwars door elkaar heen: goede bedoelingen, zoals de wil om een einde te maken aan slavenhandel en slavernij, gingen samen met imperialistische ambities.

Historicus Bossenbroek (69) schreef in bijna veertig jaar tijd een breed oeuvre met titels als De meelstreep. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog en Fout in de Koude Oorlog. Nederland in tweestrijd 1945-1989. De koloniale tijd is een duidelijk specialisme. Het leverde onder meer het veel-­geprezen en -gelezen De Boerenoorlog op en recenter De wraak van Diponegoro. Begin en einde van Nederland-Indië.

Handelsdraaischijf

In De Zanzibardriehoek richt Bossenbroek zich op slavernijgeschiedenis. Nu eens niet op de Atlantische, maar die aan de oostkant van Afrika. Zanzibar fungeerde lang als een handelsdraaischijf. Van het eiland zelf kwamen kruidnagels en kokosnoten, uit India katoen en rijst, uit het Midden-Oosten dadels, aardewerk en tapijten, uit Europa wapens en stoffen, en uit Afrika ivoor, kopal (een stof voor vernis), huiden én mensen.

Aan die slavenhandel ontleent Bossenbroek zijn boektitel. Hij vergelijkt Zanzibar en omgeving met de Bermudadriehoek, berucht vanwege het verdwijnen van boten en vliegtuigen. Bij het eiland in de Indische Oceaan verdwenen honderdduizenden naamloze slachtoffers spoorloos. Vergeleken met het Atlantische gebied verliep het zakendoen met menselijke waar hier een stuk minder gestructureerd en werd er slechts fragmentarisch gedocumenteerd. Die ongrijpbaarheid maakte dat abolitionisme hier zo lastig te realiseren was.

Bossenbroek hangt veel van zijn verhaal op aan de Schot John Kirk (1832-1922), tussen 1866 en 1887 (vice-)consul en een spilfiguur op het eiland. Kirk is als medicus opgeleid, had in die hoedanigheid gewerkt tijdens de Krimoorlog en was als allround-assistent jaren op expeditie geweest met ontdekkingsreiziger David Livingstone. Hij was kortom een man die je om een boodschap kon sturen, al had hij getwijfeld of hij het ambt moest accepteren.

Eenmaal in functie toonde Kirk de ambitie om slavernij en slavenhandel aan te pakken, maar hij moest zich ook schikken naar de omstandigheden, de machtsverhoudingen en bestaande belangen.

Beeld in Stonetown, Zanzibar, dat herinnert aan de slavenhandel. Beeld Getty Images/iStockphoto
Beeld in Stonetown, Zanzibar, dat herinnert aan de slavenhandel.Beeld Getty Images/iStockphoto

Nobel project

De westerse inbezitneming van Afrika werd in de meeste gevallen gepresenteerd als een nobel project. Op de plek in Zanzibar waar eens de slavenmarkt stond, verrees al snel een kerk, een tempel ter ere van de verlosser op de plaats van de ‘citadel van satan’. Officieel werd het gebouw de Christ Church gedoopt, in de volksmond heette het de Slave Market Church.

In navolging van Livingstone spraken de Britten over het gelijk opgaan van de drie c’s: christianity, commerce en civilisation. Daarin zat een verkapte belofte van vrijheid, maar Bossenbroeks boek maakt scherp duidelijk dat met dit streven automatisch een vierde c meekwam, die van control.

Europese landen rolden hun model uit over de koloniën op het zwarte continent, namen land in bezit dat op westerse wijze werd geëxploiteerd en straften al te veel ongehoorzaamheid zonder scrupules af met geweld.

Kirk liep behoorlijk in de pas. Later zou hij een flink zakelijk belang in de expansie in Afrika hebben, doordat hij een van de directeuren van de Imperial British East Africa Company werd.

Met de koloniale ambities dook ook Sayyida Salme op, een met een Duitser getrouwde en tot het christendom bekeerde dochter van de sultan van Zanzibar. Ze hoopte dat ze via Berlijn de macht kon krijgen in het sultanaat.

Kleurrijke bijrollen

Evenzoveel kleur zit er in andere personen met bijrollen in dit boek: de eigenzinnige ­Livingstone, de ijdele journalist-ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley en ­diverse sultans. De Duitse avonturier Carl Peters lijmde stamhoofden met onder meer Husarenjacke en schnaps. Tijdens drinkgelagen zong hij liederen uit zijn vaderland en gaf hij schietdemonstraties.

De Zanzibardriehoek is geen boek voor liefhebbers met een voorkeur voor een haarscherpe scheiding tussen helden en schurken. In werkelijkheid liepen die rollen voortdurend door elkaar heen. Bossenbroek weet raad met zo’n complex verhaal en toont, ­behendig verteller als hij is, en passant dat geschiedenis zich niet leent voor eendimen-­sionaliteit. Daarmee is De Zanzibardriehoek een fijne aanvulling op een standaardwerk als H.L. Wesselings Verdeel en heers. De deling van Afrika 1880-1914.

Ja, de Britten redden minimaal tienduizenden Afrikanen uit de klauwen van mensenhandelaren. Maar Bossenbroek laat overtuigend zien dat de edele motieven pas resulteerden in effectief optreden als ook eigenbelang in het geding was.

Menslievendheid en beschavingsdrang vormden één ‘verraderlijke cocktail’ met hebzucht en machtshonger. Bossenbroek drukt de tol van die mix niet in cijfers uit, maar het zou zomaar kunnen dat daarvan tienduizenden Afrikanen het slachtoffer werden.

null Beeld

Martin Bossenbroek
De Zanzibardriehoek. Een slavernijgeschiedenis 1860-1900
Athenaeum; 424 blz. € 32,50

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden