In de schuur lag hasj, XTC en semtex
“Je moet ze nu zien op televisie. Dat moeten dan vertegenwoordigers van ons rechtssysteem zijn. Daar vertrouw je van je leven niet meer op.”
Oud-brandweerman Jan van Deenen en zijn levensgezellin Betty Neumann raken bij het zien van de parlementaire enquête over de politieopsporingsmethoden vaak geëmotioneerd. Drie jaar geleden veranderde hun leven volkomen toen op een rustige zaterdagochtend een politiemacht bij hen op de stoep stond.
Betty Neumann: “Het was mijn verjaardag en ik was aan het stofzuigen. Opeens stonden daar wel 20 politiemannen. Voor ik het wist hadden ze Jan geboeid in een politieauto gestopt. Ze zeiden dat hij verdacht werd van hasjhandel. Van schrik ben ik maar gewoon doorgegaan met stofzuigen.”
Op 6 november 1992 liet het IRT-team Noord Holland-Utrecht een drugstransport door. De auto werd door de politie gevolgd naar het verre Friesland. In een schuur aan de Nieuwe Bildtdijk in Oude Bildtzijl, een dorp aan een lange dijk aan de kop van Nederland, werd de lading opgeslagen. Die avond deed het IRT-team een illegale inkijkoperatie. Hasj lag er genoeg en de politie Friesland deed op verzoek van het IRT-team Amsterdam de volgende ochtend een inval in de bewuste schuur.
Jan van Deenen: “Een aantal maanden daarvoor was ik in een kroeg in Leeuwarden aan de praat geraakt met een marktkoopman, Ruud genaamd. Na een uurtje kletsen vroeg hij of ik wat ruimte had want hij zocht een opslagplaats voor zijn markthandel. Voor 250 gulden per maand heb ik toen een deel van mijn schuur verhuurd.”
Bij Van Deenen ging geen alarmbel rinkelen, zegt hij. Op het Friese platteland is verhuur van lege schuurruimte voor bij voorbeeld boten en caravans heel normaal. “Eens in de zoveel tijd kwamen hier een stel jongens om wat spul op te halen en te brengen. Ik heb ze zelfs wel eens geholpen. Ik was me van geen kwaad bewust.”
Jan van Deenen en Betty Neumanns bewuste schuur staat aan de smalle dijk. Het is een hoge schuur. Beneden staat altijd de auto van de familie en op de overloop van de schuur lagen de marktspullen. Aan de achterkant is het woongedeelte van de oude boerderij.
De politie Friesland deed op zaterdag 7 november 1992 de inval aan de Nieuwe Bildtdijk in de verwachting daar duizenden kilo's hasj te vinden. Dat had de inkijkoperatie de avond ervoor immers uitgewezen. Niet ingecalculeerd was de vondst van nog eens een paar duizend XTC-pillen, een aantal handgranaten en een kleine honderd kilo semtex. De agenten, op huiszoeking zonder speciale veiligheidsmaatregelen, schrokken zich het apelazerus. Semtex is een geliefd explosief voor terroristen. Waar de semtex naar toe vervoerd had moeten worden is nooit duidelijk geworden. Van Deenen: “De politie dacht werkelijk dat ik dat allemaal gedaan had. Ik ben echt vreselijk geschrokken bij het idee dat wij daar vlakbij geslapen hebben. Ik heb een auto die op gas loopt, die stond onder de bewuste opslagruimte. Ik ben toch niet gek.”
Na de arrestatie van Van Deenen werd zijn huis drie dagen lang binnenstebuiten gekeerd. “Ik was daar al niet meer bij, want met een smoesje ben ik naar het politiebureau gelokt en heb een week vast gezeten. Met Jan ging het al niet veel beter”, vertelt Betty Neumann. Jan van Deenen heeft na zijn arrestatie 67 dagen in het huis van bewaring in Leeuwarden vastgezeten. De eerste dagen werd hij zes keer per dag verhoord en na 40 dagen opsluiting mocht hij pas bezoek ontvangen. “Zo'n periode gaat je niet in de koude kleren zitten. Je denkt dat je dat allemaal wel aankan, maar na de tijd komt de reactie pas. We hebben het een jaar of twee behoorlijk moeilijk mee gehad, zeker na de rechtszaken.”
Tijdens de rechtszaak van Betty Neumann, begin 1993, werd al meteen duidelijk dat zij niets te maken had met de drugs- en explosievenopslag. Vrijspraak volgde toen al snel. Bij de rechtszaak van Jan van Deenen verliep dat allemaal wat anders. Tijdens de rechtszaak waren nog geen gegevens bekend over het illegaal verkregen bewijsmateriaal door de inkijkoperatie. Van Deenen werd tot anderhalf jaar cel veroordeeld. Het hoger beroep werd door het gerechtshof in Leeuwarden lang uitgesteld.
Inmiddels publiceerden Parooljournalisten Bart Middelburg en Kurt van Es het boek 'Operatie Delta'. Daarin werden de gebeurtenissen met het drugstransport tot in de detail beschreven, inclusief de inkijkoperatie. Uiteindelijk bleek dat dit boek de redding was voor Jan van Deenen.
“Inmiddels was het boek over 'Operatie Delta' gepubliceerd en dat maakte onze zaak natuurlijk solide. Toch kon ik niet stil zitten. Ik ben bijvoorbeeld in afwachting van het hoger beroep een aantal twijfelachtige kroegen in Leeuwarden en Amsterdam afgeweest. Ik wilde toch weten wie me dit gelapt had. Met marktkoopman Ruud had ik toch een appeltje te schillen. Natuurlijk kon ik hem niet vinden maar op de een of andere manier werd ik toch gesignaleerd”, verteld Jan van Deenen.
Op de Afsluitdijk werd Van Deenen kort daarna door twee auto's tot stoppen gedwongen. “De man had een mooie, grote zonnebril op. Ook had hij een blauw mutsje op. Door mijn tijd bij de brandweer herkende ik dat al snel als een mutsje dat de politie gebruikt. Hij kwam naar de auto en eerlijk gezegd dacht ik dat mijn laatste uur geslagen was. Die man boog zich door mijn raampje en zei dat ik me niet teveel in mijn eigen zaak moest verdiepen want dat was niet goed voor mijn gezondheid. Nou, ik heb nog tien minuten nagetrild in mijn auto.”
Van Deenen heeft geen idee waar de politie op uit was. Hij heeft meer van dergelijke confrontaties gehad, zegt hij. Hij vermoedt dat de politie hem af heeft geluisterd, tijdens een wegcontrole is hem geld geboden om identiteit van de marktkoopman te onthullen. “Ze deden het als er geen getuigen waren. Ik kan het niet bewijzen.”
Afgelopen mei liep het hoger beroep bij het gerechtshof van Leeuwarden met een vrijspraak af voor Van Deenen. Door twijfelachtige bewijsstukken, de nagekomen informatie en de getuigenis van IRT-leider Ton Lith, die de illegale inkijkoperatie moest toegeven, kon Jan van Deenen rekenen op vrijspraak. “Toen de rechter het tegen me zei, kon ik het gewoon niet bevatten. Zoveel ellende en toestanden hebben we door die rottige schuur gehad.”
De reactie kwam pas na die tijd. Jan van Deenen loopt inmiddels bij een psychiater en Betty Neumann wordt ook geholpen door slachtofferhulp. “Het heeft natuurlijk ons hele leven beïnvloed en de familie is er ook door aangedaan”, aldus Betty Neumann.
Ze volgen de hele IRT-affaire nu met belangstelling op de televisie. Jan van Deenen: “Door die mensen zijn we toch ook in de problemen gekomen. Het idee dat ik door de rechtsgang in Nederland wordt beschermd had ik al lang niet meer en zeker niet na het zien van de interviews op televisie. Als je dat allemaal hoort dan ga je toch denken dat criminaliteit zijn vruchten afwerpt. Die informanten hebben meer gekregen dan wij. Zij kregen veel geld van de politie en geen gevangenisstraf. En wij hebben veel verloren en ook nog voor niks in de gevangenis gezeten.”