Il Duce’s liefje: sterk en treurig
Regie: Marco Bellocchio. Met Giovanna Mezzogiorno. In twaalf filmtheaters.
Benito Mussolini was geen man van subtiliteiten. ’Ik daag God uit mij binnen vijf minuten met de bliksem te treffen’, roept hij tijdens een vakbondsbijeenkomst in de eerste scène van ’Vincere’. ’Lukt hem dat niet, dan bestaat hij niet!’ De arm gaat omhoog. De zaal blijft stil, een jonge vrouw straalt: Ida Dalser, Mussolini’s latere minnares. Ze heeft haar held gevonden, ze levert zich uit, zoals heel Italië zich niet veel later uit zal leveren aan de man die de strijd predikt. ’Audacia!’, Guerra!, Vincere! Regisseur Bellocchio laat die kreten in beeld opdoemen over archiefbeelden en nagespeelde opnames van demonstraties, rellen met de politie. Hij voegt rook, mist, schaduwen en tromgeroffel toe. Zo ingetogen als hij het politieke drama rond de ontvoering van Aldo Moro verfilmde in ’Buongiorno, Notte’ (2003), zo operatesk is zijn ’Vincere’. De leiders bepalen het verschil in stijl: het Italië dat in de ban raakt van Mussolini is een hysterisch, bedwelmd Italië, een land dat zich verliest in de schijnwereld van propaganda en melodrama.
In ’Vincere’ geeft Bellocchio zijn visie op Mussolini vanuit het perspectief van zijn minnares van het eerste uur, Ida Dalser, die vol overgave wordt neergezet door Giovanna Mezzogiorno. Ook Filippo Timi maakt indruk als de jonge Mussolini wiens oogbollen bij ergere opwinding uit de kassen lijken te springen. Als hij uit Dalsers leven verdwijnt wordt deze Timi makkelijk vervangen door de even opgefokte, echte Mussolini die dan alleen nog in krant of bioscoop voorbij komt.
Dalser valt voor de macho, verkoopt haar bedrijf om zijn krant te financieren, trouwt hem en krijgt een zoon van hem om verstoten te worden als Mussolini een tweede vrouw trouwt, een conservatieve echtgenote die beter past bij het fascistische familie-ideaal. Dalser blijft hem smeken en wordt uiteindelijk als paranoïde geval opgeborgen in een gesticht; het lot van de opstandige vrouw. Extra tragisch omdat ze echt een kind van de bewonderde Duce heeft, iets waar toen vele Italiaanse vrouwen over droomden. Ettore Scola maakte over die ban van Mussolini eerder ’Una Giornata Particolare’, waarin Sophia Loren een naamloze huismoeder speelt die dweept met de viriele Benito.
Ida Dalser laat zich niet wegstoppen, zij volhardt, ook in het gesticht. Sterk maar ook treurig, niet alleen voor haar, ook voor de film van Bellocchio die in de tweede helft te lang in dezelfde groef blijft hangen. Bellocchio imiteert slim Mussolini’s retoriek. Hij maakt met zijn montage van archiefbeelden, propaganda en melodrama een vuist tegen de waan van de dag, maar jammer is wel dat het lijdensverhaal op den duur aan spanning verliest. Zoveel tegen een muur opbotsende passie, daar word je ook een beetje moe van.