'Ik voel me voor het eerst geworteld'
Het duurde lang voordat actrice en theaterregisseuse Saskia Goldschmidt zich in het kampverleden van haar vader durfde te verdiepen. Ze schreef er een boek over.
Les 1
Durf je verleden onder ogen te zien
"Schrijven als beroep was iets waar ik weleens over droomde, maar wat ik ook direct weer wegduwde. Dan dacht ik: doe niet zo ijdel. Wat heb jij de wereld nou te vertellen? Ik heb altijd met veel innerlijk commentaar geleefd, keek oordelend naar mezelf en dus ook naar anderen. Er was trouwens weinig ruimte om te schrijven, ik had het te druk met mijn theaterwerk.
Ik heb geacteerd en geregisseerd bij verschillende theatercollectieven. Als theaterdocent en -consulent trad ik later steeds meer op als bemiddelaar tussen scholen en jeugdtheater. Ik merkte dat er weinig relevante jeugdvoorstellingen waren voor kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond. Ik ben toen allerlei theaterprojecten voor cultureel diverse scholen in Amsterdam gaan organiseren.
Een bijzonder project, dat we op Curaçao hebben ontwikkeld, was 'Het nachtkastje': acteurs met een verschillende culturele achtergrond speelden verhalen van oudere migranten over hun leven vroeger en de transitie naar het nieuwe land. De kinderen vertelden elkaar over gebeurtenissen uit hun leven, die hun belangrijke herinneringen van later zouden kunnen worden en zo hoorden ze dingen van elkaar die ze niet wisten. Achteraf besef ik dat ik toen al bezig was de niet-vertelde verhalen van kinderen naar boven te krijgen. Ik beschouw ze als essentieel voor de vorming van een mens, pijnlijke verhalen die niet aan de oppervlakte mogen komen, etteren door in een ziel. Maar ik realiseerde me nooit: 'dat geldt ook voor jou, Goldschmidt!'
In 2007 kreeg ik een burn out. Ik voelde me totaal mislukt. Alles wat ik eerder had gedaan, stelde opeens niets meer voor. Dat dwong mij voor het eerst werkelijk na te denken over de vraag wie ik ben.
Ik ben gaan schrijven, aanvankelijk alleen voor mezelf. Over mijn jeugd en mijn vader. Het was alsof er een luikje openging, de anekdotes stroomden naar buiten. Ik heb ze aan mijn partner, kinderen en een paar goede vrienden laten lezen en raakte er steeds meer van overtuigd dat ik ermee verder moest gaan.
Voordat ik besloot mijn verhaal te publiceren, had ik al vaker het idee de geschiedenis van mijn vader en zijn voorouders uit te zoeken, maar ik verwierp het ook altijd weer omdat er al zoveel is geschreven over Joden en de Tweede Wereldoorlog. Bovendien zag ik het als koketteren met ellende, niet eens mijn eigen ellende.
Vroeger spraken wij bijna nooit over mijn vaders verleden. We wisten dat hij in Bergen-Belsen had gezeten, maar hij vertelde daar nauwelijks iets over.
De schrijver David Grossman heeft eens gezegd dat we oud worden geboren, met de last van de geschiedenis op onze nek. Ik bewonder Grossman omdat hij de moed heeft zijn angsten onder ogen te zien. Bij mij duurde het lang voordat ik mij in de last van mijn geschiedenis durfde te verdiepen."
Les 2
Erken je gevoelens
"Ik heb in archieven onderzoek naar mijn vaders familie gedaan in de tijd dat hij al dementerend was. Hij vond het wel interessant dat ik bezig was met een boek over hem. Dan zei hij: 'Vergeet vooral niet te vertellen dat ik heb lesgegeven op de universiteit en dat de mensen bijzonder tevreden over me waren.' De publicatie van 'Verplicht gelukkig' heeft hij niet meer meegemaakt. Toen ik voor hem zorgde, vertelde ik hem de verhalen over zijn jeugd die hij mij nooit had verteld. Als kind was hij dromerig. Met andere mensen had hij weinig contact. Hij was wat je nu dyslectisch noemt, en had een rekenstoornis. Op school werd hij als stom beschouwd, maar zijn vader zag dat dat niet zo was. Wel had hij autistische trekken waardoor hij, denk ik, beter door het kamp is gekomen dan veel lotgenoten. Je niet verbonden voelen met anderen was de enige manier om daar te overleven. Ik besef nu dat hij altijd uitzonderlijk is geweest, al is hij ook vervormd door zijn kampervaringen.
Mijn moeder had zich de onmogelijke taak gesteld die door de oorlog beschadigde man gelukkig te maken. Ze cijferde zich volkomen weg voor mijn vader en zijn logopediepraktijk en bevestigde zo onbedoeld zijn dominante rol bij ons thuis. Ze was echt een jaren vijftig-moeder. Heel lief en warm.
Ze deed erg haar best een goed en gezellig ouderlijk huis te vormen, maar onze belangen en die van mijn vader waren tegengesteld. Op allerlei manieren ontzag ze hem en dat verlangde ze ook van ons. Het is geen verwijt. Ik realiseer me dat zij, door wie ze was en de tijd waarin ze leefde, niet anders kon.
We zijn opgevoed met de opvatting: het is niet vanzelfsprekend dat je op de wereld bent, noch dat je er blijft. Maak je zo nuttig mogelijk. Je moet dankbaar zijn en dat verplicht tot heel hard werken. Mijn vader hield zodoende het verleden op afstand, ook voor ons. Aan de ene kant wilde hij ons niet met het kamp belasten, tegelijkertijd was het op een verwrongen manier bijna dagelijks aanwezig, in allerlei kleine opmerkingen. Wanneer je je ergens druk over maakte, verzuchtte hij: 'als je hebt wachtgelopen bij stapels lijken, kun je je daar niet meer zo over opwinden.' Voor hem was dat ook zo, maar het effect op een kind was dat je je eigen gevoelens wegdrukte omdat ze er niet toe deden. Alles was peanuts vergeleken bij Bergen-Belsen.
Daar heb ik lang mee geworsteld. Pas de laatste jaren heb ik geleerd mijn wensen en verlangens serieus te nemen. Daardoor ben ik een veel prettiger en waarachtiger mens geworden. Ik had altijd weinig compassie met mezelf. Dat was een van de redenen waarom ik overspannen raakte. Ik mocht van mezelf niet zeggen dat ik iets niet kon, of om hulp vragen. Anderen bekeek ik met diezelfde kritische houding."
Les 3
Neem eigen verantwoordelijkheid
"De burn out was een belangrijk moment in mijn leven. Het werd mij andermaal duidelijk dat je eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Als kind in de jaren zestig, op het Montessorilyceum, leerde ik eigen keuzes te maken en verantwoordelijkheid te dragen, zowel voor jezelf als voor de wereld om je heen. Later was ik een tijd aangesloten bij de kraakbeweging waar ik veel acties heb meegemaakt. Zaken die in onze ogen niet deugden, probeerden we te veranderen. Ik woon nu in een chic huis, maar die strijdbare houding heb ik nog steeds. Ik vind het bijvoorbeeld beschamend hoe we met vluchtelingen omgaan, daar kun je ook als individu in je eigen omgeving iets aan doen. Wij zijn een opvanggezin voor een jongen uit Afghanistan en eerder voor een jongen uit Soedan. Ik scheld lustig mee op alles wat fout gaat, maar tegelijk moet je kijken wat je zelf kan betekenen.
Neem jezelf ook niet altijd even serieus, probeer je eigen zorgen af te zetten tegen wat anderen te verduren hebben. Dat heeft met zelfrelativering en humor te maken. Relativeren kregen wij met de paplepel ingegoten. Ik word weleens tweede generatie slachtoffer genoemd, dat vind ik een volkomen verkeerd woord. Ik ben wel 'tweede generatie' maar allesbehalve slachtoffer. De problematiek van deze groep is niet specifiek terug te voeren op wat de ouders in kampen hebben meegemaakt, maar komt ook voor bij NSB-gezinnen en families die in het verzet zaten. Dat merkte ik door alle reacties op 'Verplicht gelukkig'. Het boek overstijgt het persoonlijke, daarom heeft het mijns inziens ook bestaansrecht.
Voor mijzelf is de waarde van het onderzoek dat tot het boek geleid heeft dat ik me voor het eerst geworteld voel in een familie. Voordat ik eraan begon, wist ik niet veel over de familieleden, ik had ook nooit het idee dat ze iets met mij te maken hadden. Een goudmijn waren de brieven van mijn destijds 73-jarige grootvader Maurits die ik ontdekte. Tot zijn deportatie naar Bergen-Belsen heeft hij een jaar lang iedere twee weken vanuit Westerbork brieven gestuurd. Gelukkig zijn ze bewaard gebleven, daardoor heb ik hem echt leren kennen."
Les 4
Leg je niet neer bij tegenslag
"Je kunt weliswaar niet bepalen wat er in je leven gebeurt, wel heb je een keuze hoe ermee om te gaan. Mijn grootvader, die het nooit aan iets had ontbroken, onderging de ontberingen in Westerbork sportief. In een van de brieven schrijft hij: 'Ik zie het maar als een soort merkwaardige padvinderij'. Ik ben niet zo'n optimistisch zonnetje, maar ik heb door mijn opvoeding naast mijn vader wel een allergie gekregen tegen slachtofferschap. Hij was het ultieme oorlogsslachtoffer en daarom moesten wij op alle mogelijke manieren rekening met hem houden. Als volwassene heb ik besloten mij nooit als slachtoffer op te stellen, je kunt altijd zoeken naar een manier om de situatie te verbeteren.
Een vriendin, die negen jaar met kanker worstelde voordat ze stierf, heeft mij op een bewonderenswaardige manier laten zien hoe je geestelijk om kunt gaan met grote tegenslag. Ze werd geen slachtoffer van haar ziekte. Op mijn vijftigste heb ik een half jaar met krukken gelopen als gevolg van twee versleten knieën. Volgens de orthopeed moest ik ermee leren leven. Op aanwijzing van de fysiotherapeut ben ik gaan afvallen en mijn beenspieren gaan trainen om de gewrichten te ontlasten. Ik train nog dagelijks en het heeft geholpen. Juist als het tegenzit, moet je proberen er iets van te maken."
Les 5
Schenk je kinderen vertrouwen
"Ik heb gemerkt hoe belangrijk het is je leven te vullen met dat wat je passie heeft. Mijn kinderen heb ik altijd aangemoedigd die in zichzelf op te sporen. Ik heb ze willen meegeven dat je niet alleen voor jezelf leeft. Je moet ook verantwoordelijkheid nemen voor mensen om je heen, voor de samenleving. Achteraf zijn er wel dingen die ik nu anders zou doen. Toen ik kinderen kreeg, zat ik nog zo verstrikt in mijn eigen erfenis. Wij leerden: de wereld is levensgevaarlijk, mensen zijn levensgevaarlijk, van leven ga je dood. Ik ben bang dat ik dat deels op mijn kinderen heb overgebracht. Gelukkig hebben ze een heel betrokken vader die met twee benen op de grond staat.
Als ik de opvoeding over mocht doen, zou ik ze veel minder belasten met mijn zorg om hen en ze meer vertrouwen schenken. Ik heb zorg met liefde verward. Het grootste cadeau dat je een kind kunt geven, is als je het leert op zijn kracht te vertrouwen. Het is heel liefdevol een kind te laten inzien dat het zelf een oplossing kan bedenken. Nelson Mandela zei: 'We zijn niet bang voor onze zwakte, we zijn bang voor onze kracht.' Je hoeft je niet altijd sterk en stoer voor te doen. Kracht betekent ook: kunnen zien wat wel en niet in je vermogen ligt en weten wanneer je hulp moet vragen. Het is jammer dat je pas beseft hoe je je kinderen moet opvoeden als ze volwassen zijn. Het systeem van vroeger, toen grootouders voor de kinderen zorgden, was heel goed. Op die leeftijd weet je eindelijk hoe het moet."
Saskia Goldschmidt
Saskia Goldschmidt (Amsterdam, 1954) studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en was lang actief als actrice en regisseuse in het (jeugd)theater, o.a. bij het door haar opgerichte vrouwenvariétégezelschap Flying Lipstick. Ze werkte als theaterdocent en -consulent en ontwikkelde culturele onderwijsprojecten in binnen- en buitenland. Als projectleider in het Tropenmuseum Junior organiseerde ze van 2003 tot 2006 een uitwisselingsproject met basisschoolleerlingen uit Amsterdam en Teheran. Tegenwoordig werkt ze sporadisch als trainingsactrice voor communicatietrainingen aan specialisten in het AMC. In 2011 debuteerde ze als schrijfster met 'Verplicht gelukkig, portret van een familie'. Met de solovoorstelling die ze van het boek maakte, treedt ze onregelmatig op. In 2012 verscheen haar eerste roman 'De hormoonfabriek' die, evenals haar debuut, lovende recensies kreeg en nu wordt vertaald in het Engels, Duits en Frans. Samen met regisseur Peter te Nuyl maakt ze op dit moment een hoorspelbewerking van het boek. Daarnaast werkt ze aan een nieuwe roman. Saskia Goldschmidt is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen.
undefined