Ik verlaat die middenweg van uitzichtloosheid

TINKEBELL

Vind je dan niet dat je eigenlijk misbruik maakt van die vluchtelingen voor je eigen kunst?" Dat is een oordeel. Sven Kockelman stelde me de 'vraag' in het programma 'Oog in oog'.

Hij doelde op een kunstproject in Vlissingen waarin ik twee vluchtelingen zonder status (illegalen) in een houten huisje op de markt liet slapen. Ik had een vergunning aangevraagd om als 'performance' twee mensen een maand lang in een huisje te laten wonen. Het kunstproject dat ik toonde rondom bevrijdingsdag droeg de titel 'Home sweet home' en ik wilde laten zien wat het betekende om ergens veilig thuis te zijn. Ik kreeg de vergunning. Wat ik echter niet in mijn aanvraag had geschreven is dat de bewoners geen status hadden en daardoor nergens mochten wonen. Door ze op papier te transformeren van illegalen naar performers in een kunstproject veranderde dat. Kregen ze wél bestaansrecht. Zelfs een legale vergoeding! Ik had immers een vergunning voor ze.

Helaas zat er een organisatie tussen mij en de gemeente en die organisatie had de vergunning niet schriftelijk, maar mondeling verkregen. Zo ging dat wel vaker bij grote festivals rondom Bevrijdingsdag. Die papieren vergunning was dan een formaliteit die achteraf in orde werd gemaakt. Ik was hier niet van op de hoogte.

Dit maakte dat de burgemeester de vergunning per direct kon intrekken toen de mensen in mijn huisje 'illegalen' bleken te zijn. Ook doordat er voor de tussenorganisatie op dat moment gegronde angst bestond hun subsidie te verliezen, viel er weinig tegenin te brengen. Dat laatste gebeurde uiteindelijk alsnog. Ze houden op te bestaan. Maar de vraag van Kockelman was of ik die vluchtelingen nu had misbruikt. Nee. Maar ik heb ze wel ge-bruikt. Met hun medeweten. Ik wilde graag laten zien hoe bepaalde mensen zo weinig bestaansrecht hebben dat het in dit bureaucratische land soms makkelijker is een vergunning voor een huis pal op de markt in Vlissingen te krijgen, dan als mens te mogen bestaan. De vluchtelingen zelf voerden al langer actie om hun situatie zichtbaar te maken. Zij kregen nu extra aandacht voor hun status en ik kreeg aandacht voor hun situatie. Win-win.

Morgen vertrek ik naar New Delhi om Feda Amiri te ontmoeten. Een Afghaanse man die na 18 jaar in Nederland werd gedeporteerd omdat er een vermoeden bestaat dat hij mogelijk iets te maken heeft gehad met oorlogsmisdaden. Er is nooit onderzoek naar zijn achtergrond gedaan. Het is dus écht niet meer dan een vermoeden van de mogelijkheid. Gevolg is een uit elkaar gerukt gezin, dat totaal kapot is gegaan. Ik heb mezelf ten doel gesteld om hem alsnog voor de rechter te krijgen door zelf in zijn verleden te gaan graven en deze week besefte ik meer dan ooit de verantwoordelijkheid die dit met zich meebrengt. Hij en zijn familie zijn namelijk nu al gesloopt. En nu ik ga spitten zal dat eerst erger worden. Pas daarna, áls (míts!) het me lukt gerechtigheid te krijgen, zal het beter worden. Maar die middenweg van uitzichtloosheid, die gaan we verlaten. Dat is een risico dat ik verkies boven stilstand. En het zal me nog vaak dezelfde vraag opleveren. "Vind je dan niet dat je eigenlijk misbruik maakt van die vluchteling voor je eigen kunst?" Het zij zo...

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden