'Ik schaamde me rot voor mijn vader in zijn Jaguar'
Vijftig miljoen op de bank en toch ongelukkig? Het idee werkt op de lachspieren. Maar voor de rijken is het realiteit, weet pedagoog Ad Kil, hoogleraar aan de Nyenrode Business Universiteit. "Geld is een gesel. Veel rijke mensen zeggen: 'Wat heb ik een pech dat dit mij overkomt.'"
Vooral gefortuneerde kinderen en kleinkinderen hebben het zwaar, blijkt uit 'De gouden rugzak', het eerste opvoedboek voor welgestelden dat deze week verschijnt. Daarvoor interviewden Kil en zijn collega's achttien erfgenamen over hun opvoeding en levensloop. Slechts één van hen was gelukkig. "Die had gekozen voor een eigen carrière en trok zich wat minder aan van de druk van de familie."
De anderen worstelen al van jongsaf aan met 'dat rótgeld, waar het altijd over gaat'. Dat brengt moois met zich mee (zwembad, paarden, Porsche), maar ook problemen die de identiteitsontwikkeling kunnen schaden. Zo merken kinderen al vroeg dat zij zich voor hun rijkdom moeten generen. "Nou, ik haatte het als mijn vader me naar school bracht, toen was ik 15, 16 jaar", vertelt een erfgename. "Mijn vader had een Jaguar. Echt verschrikkelijk, ik schaamde me helemaal rot." Een andere vrouw vertelde dat ze op weg naar school werd uitgejouwd door kinderen die ze helemaal niet kende. "Hé, moet jij geen gouden rugzak?", vroegen die.
Beklemmend
Schaamte domineert de gezinscultuur; veel ouders proberen hun rijkdom zelf geheim te houden, of benadrukken dat hun kinderen erover moeten zwijgen. Tegelijkertijd willen ze hun kinderen een 'gewone opvoeding' geven, een heel begrijpelijke wens. "Maar het kán niet", zegt Kil, die enkele vermogende mensen coacht. "Hun kinderen zijn ideale kidnap-objecten, ze worden door de beveiliging naar school gebracht, hun huis is omheind. Dat is niet gewoon."
Een 'opvoeding met een geheim' is beklemmend en de buitenwereld ontdekt de weelde toch. Met als gevolg jaloezie, spotlust en minachting; reacties die rijke kinderen gaan verinnerlijken. Ze kampen met schuldgevoelens, een lage eigenwaarde en zingevingsvragen. Want wat doe je als je in een gespreid bedje ligt en niet hoeft te werken? Als je ouders nauwelijks eisen aan je stellen op het gebied van studie of carrière? "Heel diep in mijn hart had ik het toch het liefste allemaal zelf bereikt, maar dat heb ik niet", aldus een multimiljonair. "Een leven zonder werk valt me toch tegen: je kinderen moeten gewoon naar school 's morgens en je vrouw zegt: 'Wat ga je doen? Naar de golf?'"
Pamperen
Veel rijke kinderen worden grenzeloos opgevoed: wil jij een auto of een extra studietoelage, dan krijg je die toch? Zo maskeert de eerste generatie, die druk is met het familiebedrijf, dat er voor de opvoeding weinig tijd rest. Maar geld lost lang niet alles op. "Mijn ouders hadden gewoon moeten zeggen: je krijgt één opleiding en voor de rest zoek je het maar uit", vindt een erfgenaam. "Dan ga je maar bij de Albert Heijn werken. Dat zal ik tegen mijn kind zeggen. Hupsakee."
Omdat welgestelde ouders hun kinderen pamperen, verdampt het familiekapitaal vaak in drie generaties. Een betere (financiële) opvoeding kan dat wellicht voorkomen, stellen de schrijvers van 'De gouden rugzak': een vermogen beheren valt te leren. Belangrijk is ook dat ouders open zijn over hun rijkdom, en hun kinderen helpen om vervelende opmerkingen te pareren. "Ze moeten een set van tien antwoorden krijgen", vindt Kil. Bijvoorbeeld: Ik, stinkend rijk? Dat huis is eigenlijk van mijn opa.
Kinderen merken al vroeg dat zij zich voor hun rijkdom moeten generen
'De gouden rugzak. Handboek voor vermogende families' van Raimund Kamp, Marijke Kuijpers en Ad Kil, verschijnt donderdag bij Boom Fiscale Uitgevers in Den Haag. Het boek is gebaseerd op het nog niet eerder gepubliceerde onderzoek 'Vermogensoverdracht in Nederland'.
Vier typen erfgenamen
Er zijn vier archetypen van de rijke erfgenaam. De rentmeester is nummer één: de telg van een ondernemende familiedynastie die zich verantwoordelijk voelt voor het familiebedrijf. Hij werkt hard, wil de erfenis uitbreiden en aan zijn kinderen doorgeven.
Type twee is de ondernemer: de 44-jarige vrouw die dankzij een schenking van haar grootouders op haar achttiende ineens multimiljonair wordt en ook daardoor in haar studententijd grote vertraging oploopt. Maar daarna begint ze een eigen bedrijf, met groot succes. Zo zet ze de familietraditie van ondernemerschap voort: "Ze kunnen trots op me zijn".
De vrijbuiter is het derde type: de werkloze, middelbare man die als kind materieel verwend wordt, geen enkele studie afmaakt en zijn draai nooit helemaal vindt. Op de vraag wat haar vader doet, antwoordt zijn dochter (9): "Ik weet het niet, maar als ik thuiskom zit hij met een whisky op de bank".
De planner, type 4, moet met haar twee zussen de erfenis van haar overleden vader zien te verdelen. Zijn uitdrukkelijke wens was: houd het familiekapitaal bij elkaar. Maar het drietal besluit het toch op te splitsen: "We vonden het belangrijk om allemaal onze eigen weg te gaan". De vrouw heeft het geld in verschillende potjes opgedeeld en richtte een studiefonds op voor haar zonen.
Een leugenachtig leven
Rijke kinderen moeten het familievermogen vaak geheim houden. Daartoe passen ze noodgrepen toe: ze gaan gespreksonderwerpen verbuigen, situaties vermijden, nemen andere kinderen niet mee naar huis. "Als een kind niet expliciet gevraagd wordt een geheim te bewaren, maar impliciet, én als het kind niet aangeleerd wordt hoe een geheim te bewaren, dan wordt het voor een kind moeilijk. Een kind kan dit geheel ervaren als een leugenachtig leven, waarin hij zelf eigenlijk een leugenaar is en een defect heeft," schrijven pedagoog Kil en zijn collega's.
Rijke kinderen moeten het familievermogen vaak geheim houden