column
Ik raad al die types die zo negatief tegen vrouwenvoetbal aankijken aan gewoon iets anders te gaan doen
Vorige week zondag had ik afgesproken met een meisje om samen naar de eerste wedstrijd van het EK vrouwenvoetbal in Utrecht te kijken. Ik kwam haar ophalen van haar werk.
Haar baas vroeg wat we gingen doen en zij zei dat we naar een kroeg aan de gracht zouden gaan om de wedstrijd Nederland tegen Denemarken te zien.
"Welke wedstrijd?" vroeg hij. Hij lachte om zijn eigen grap, gooide zijn hoofd naar achteren en zei: "Ik wil niet lullig doen, maar dat kan je geen voetbal noemen".
Nu denk ik ten eerste dat als je niet lullig wilt doen, je dat ook gewoon niet moet doen. En ten tweede vroeg ik me af waarom je voetbal geen voetbal kunt noemen. Dat lijkt me in zekere zin een groot en onoplosbaar filosofisch vraagstuk, maar ik vrees dat de man in kwestie toch gewoon bedoelde dat vrouwen, zeker als zij een sport als voetbal beoefenen, de inhoud van het werkwoord niet waard zijn; voetbal is immers een typische mannensport. Vrouwen mogen wel hetzelfde spel spelen, maar dan is het toch echt iets anders, er moeten nieuwe woorden voor worden (uit)gevonden.
"Hoe wil je het dan noemen?" vroeg ik met oprechte nieuwsgierigheid aan de baas van het meisje, maar zij trok me aan mijn mouw; een teken dat ik het maar even moest laten. Misschien was dat verstandig van haar. Je kunt op allerlei manieren boven een belediging gaan staan en zwijgen is er daar één van. Winnen een tweede. En dat deed het Nederlands elftal tot nu toe.
Ondergeschiktheid
Het is opvallend hoeveel het vrouwenvoetbal losmaakt. Veelal positief; er kijken zeer veel mensen naar het Nederlands elftal en ik ga er gemakshalve maar even vanuit dat die mensen kijken omdat ze het willen, omdat ze het leuk vinden; ze besteden er in ieder geval tijd aan. Op pleintjes bij mij in de buurt zie ik de laatste dagen extra veel meisjes voetballen met elkaar of met vriendjes. Toch wordt de (in dit geval fysieke) ondergeschiktheid van vrouwen in de media of tijdens gesprekken over het vrouwenvoetbal keer op keer benadrukt.
Ze zijn minder snel (met hun paardenstaarten) en minder sterk dan mannen. En als ze net zo snel en sterk zijn, zijn het net mannen en daar kunnen dan weer eindeloos grappen over worden gemaakt. Vrijdagavond zei Jort Kelder aan tafel bij Jinek dat hij niet graag naar vrouwen met spieren keek. (Jammer voor hem). En ene Martijn Kleijwegt voelde zich geroepen een ingezonden brief naar de Volkskrant te sturen, waarin hij schrijft dat het vrouwenvoetbal niet om aan te zien is en ook hij stelde - net als de baas van eerdergenoemd meisje - dat de vrouwen een compleet andere sport dan voetbal beoefenen.
Vanavond speelt het Nederlands elftal in Tilburg tegen België. Ik zou al die types die zo negatief tegen het vrouwenvoetbal aankijken aanraden om gewoon iets anders te gaan doen, want zoals zij niet op het vrouwenvoetbal zitten te wachten, zitten de meeste mensen ook niet bepaald op hun commentaar te wachten. En tot slot een aanmoediging voor het Nederlands elftal: spelen, zwijgen, aanvallen, lachen en winnen; ver boven alle beledigingen uit.