'Ik leek meer op mijn moeder dan ik dacht'
interview | Sharah Mak kreeg net als haar moeder psychische problemen. En voor haar dochter is er weinig aandacht.
Toen Sharah Mak (46) op een barkruk in Milaan werd verwekt, hadden haar ouders net LSD ontdekt. Ze werd 'in een avontuur' geboren, vertelt Mak. Maar het avontuur van haar rondreizende hippieouders was al gauw niet zo idyllisch meer. Haar moeder ging vreemd, begon speed te gebruiken en woonde in 'rommelkraakpanden'. Mak ging bij haar vader wonen, die een huis in Kralingen vond.
"Ik wist als kind heel goed dat er iets niet klopte met mijn moeder. Ik logeerde wel bij haar, maar kreeg steeds meer een afkeer van haar. Dat wijt ik achteraf ook aan de drugs: ik had geen kans om een goede band met haar op te bouwen. Ik werd heel wantrouwig naar alle vrouwen toe."
Mak ziet nu pas hoe weinig er naar haar werd omgezien, als kind van een verslaafde moeder, met wie hulpverleners zich bemoeiden. "Ik liet ook niet merken dat ik het moeilijk had, redeneerde mijn eigen problemen weg." Ze miste wel een hulpverlener die doorvroeg in een gesprek over haar situatie. "Niemand vroeg bijvoorbeeld waarom ik mijn moeder afwees, terwijl daar eigenlijk angst achter zat."
Toen Mak volwassen werd, kreeg haar moeder psychoses. Dat was rond de tijd dat de oorlog in toenmalig Joegoslavië uitbrak, herinnert ze zich nog. Want haar moeder stond met haar hoofd tegen de muur te bonken, omdat ze zich zorgen maakte over alle vluchtelingen. "Zij hebben er niets aan als jij zo gek doet", zei Mak tegen haar. De jaren daarna ging het bergafwaarts met haar moeder. Mak begon haar te mijden. Als ze haar moeder tegenkwam op straat, dook ze een steegje in.
undefined
Te laat
Op een dag voelde ze zich heel raar tijdens een brunch met vrienden. "Alsof ik niet op de wereld was en met mijn hoofd in een vissenkom zat." Toen ze thuis kwam, hoorde ze dat haar moeder van een flat was afgesprongen. "Vanaf dat moment wist ik dat ik een moeder had, alleen was het te laat. Ik had gevoeld dat ze in haar sprong aan me dacht."
Drie jaar na de zelfmoord van haar moeder kreeg Mak zelf een dochter. "Ik dacht: ik ga dit helemaal goed doen, want ik weet precies wat ik gemist heb als kind. Maar ik kwam erachter dat ik meer op mijn moeder leek dan ik dacht. Een warme schoot zijn vond ik moeilijk, ik was soms kortaf. Ik dacht dat ik een mensenmens zou zijn als moeder, maar ik bleek toch meer een loner."
Een jaar of vijf geleden werd bij Mak een posttraumatische stressstoornis vastgesteld, die op een psychose leek, net als bij haar moeder. Ze stortte in, kon geen boterham meer smeren, was angstig en kon slecht haar bed uitkomen. Nog steeds gaat het niet goed met haar en kampt ze met suïcidale gedachten. "Ik moet leren leven met deze littekens. Ik vind het heel moeilijk dat mijn problemen afstralen op mijn dochter."
Ook voor haar is weinig oog, merkt Mak. Ze was ontzettend verbaasd toen ze erachter kwam dat er richtlijnen zijn om kinderen als haar dochter te helpen. "Daar merk ik weinig van." Terwijl haar dochter echt wel doorheeft wat er aan de hand is, vertelt ze. 'Mam, je leeft toch nog wel als ik terugkom', zegt ze soms als ze de deur achter zich dichttrekt. Mak: "Kinderen maak je niets wijs, die kijken dwars door je heen."
undefined