Ik hou van volle verhalen
Jasje gaat de grens over. De hoofdpersoon uit het debuut van Isabel Hoving wordt in het buitenland een grote toekomst toegedicht.
De Engelse vertaalrechten voor haar debuut 'De gevleugelde kat' zijn voor meer dan 100.000 euro verkocht aan het Engelse Walker Books en het Amerikaanse Candlewick Press. Een recordbedrag.
De overzeese uitgeverijen verwachten kennelijk dat deze pil van ruim vijfhonderd bladzijden net zo'n succesverhaal wordt als de boeken over Harry Potter. Achter 'De gevleugelde kat' gaat echter geen Engelse bijstandsmoeder schuil, maar een Amsterdamse woonbootbewoonster die jarenlang de voorkeur gaf aan wetenschappelijk literatuuronderzoek. Nu heeft schrijfster Isabel Hoving (1955) de deur naar verhalen vertellen wagenwijd opengezet.
'De gevleugelde kat' gaat over de belevenissen van drie kinderen die geronseld zijn door het handelshuis Giphart Internationaal. De afzetmarkt van dit vreemde familiebedrijf beslaat de tijd en de droomwerelden. Giphart heeft veel kinderen als commissionairs in dienst omdat deze uitverkorenen ongestoord kunnen overspringen van de ene naar de andere droomwereld. In die werelden drijven de commissionairs hun handel. Dat doet wat irreëel aan maar verder oogt het bedrijf zakelijk, nuchter en een tikje futuristisch: vrouwen in mantelpak, trendy kuipstoeltjes, zoevende scootertjes, boze arbeidsinspectie, winstmarges en volop pc's.
Zonder haar geloofwaardigheid te verliezen kan Hoving grenzeloos vertellen en iedereen meevoeren in werelden vol ziektes, heerlijkheden, bergen, verraad, ridders, raadsels, tunnels, kleren en geuren, werelden van allerlei volkeren, vol vreemde verhalen en talen. Zo vol dat het nauwelijks te bevatten lijkt voor kinderen van een jaar of twaalf.
,,Ik was verbaasd toen critici het boek te moeilijk noemden. Het verhaal leek me heel toegankelijk omdat het genre zo algemeen bekend is: de hoofdpersoon zit in zijn eigen wereld, opeens gebeurt er iets geks, hij belandt in een vreemde wereld en krijgt een opdracht, moet op zoek. Om te voorkomen dat ik alle schrijfwetten zou loslaten en alles raar en ingewikkeld zou maken, heb ik een stevig genre gekozen: dat van de queeste, de zoektocht. Toen het boek af was, heb ik het aan mijn zoon voorgelezen, vooral omdat ik het ontzettend leuk vond om het verhaal met hem te delen. En een beetje om te toetsen. Hij raakte de kluts niet kwijt.'
Het begint allemaal met de telefoon. Alleen Jasje, de hoofdpersoon van twaalf, schrikt daar 's nachts thuis wakker van, dankzij een speciale kinderfrequentie die Giphart hanteert. Eenmaal oog in oog met de gelikte zakenlui komt Jasje te weten dat ze hem hebben uitgekozen omdat hij waarschijnlijk kan tijdreizen. Hij moet helpen een nieuwe afzetmarkt te veroveren: de geschiedenis.
Tegenstribbelen, twijfelen en vragen doet Jasje voortdurend, maar het salaris plus de keuze uit Gipharts uitvindingen, zoals zoeklichtkompassen en eenpersoons-springvliegmotoren, zijn onweerstaanbaar. Het duizelt Jasje in het begin van zijn loopbaan. Zoveel nieuwe termen, een doolhof van een gebouw, een ondoorzichtige organisatie, een gek baantje als droomreiziger en allemaal missies, commissies en functies. Er valt voor Jasje heel wat uit te denken en op te lossen.
,,Kinderen denken gemakkelijk met Jasje mee. Zij volgen die ene lijn van het avontuur en filosoferen: wat wil Herman Sprik van Jasje, is Siparti een goeie of een kwaaie, wat is er nu met Jasje gebeurd? Natuurlijk zien ze dat er naast die ene lijn van alles aan de hand is maar ze hoeven dat niet meteen te begrijpen. Volwassenen hebben meer neiging tot doordenken, misschien wel vanwege al die grapjes en symbolische laagjes. De verwikkelingen in het begin vallen niet onmiddellijk op te lossen: ze ontvouwen zich gaandeweg.'
Lachend: ,,Je moet er maar zin in hebben als volwassene. Acht stamhoofden met families, allemaal verzonnen, houden op een ingewikkelde manier met elkaar verband. Soms denk ik als ik zoiets tegenkom in een roman: ik kan nog beter de namen van het nieuwe kabinet uit mijn hoofd gaan leren. Dat is ten minste echt.'
,,Voor kinderen zijn droomwerelden echt. Het idee van één werkelijkheid was voor mij als kind in elk geval grote onzin. Overgangen tussen werkelijkheid en droomwerelden zijn voor kinderen vaak nog vloeiend, daarom zijn de commissionairs een jaar of veertien en kunnen ze door allerlei tijden reizen.'
,,Dat Jasje vanwege zijn opdracht terug in de tijd gaat, is verrukkelijk. Daardoor kon ik bijvoorbeeld zowel de ridderverhalen kwijt waar ik zo van hou, als de uitdrukking die in West-Afrika werd gebruikt voor de kolonisators: mensen zonder huid. Die uitdrukking heb ik in mijn boek verwerkt in het volk de Inelesi, doorschijnende, blubberige figuren. Ik wil niet alleen de historische werkelijkheid beschrijven, maar ook de ideeën die over het verleden heersen. Allerlei uiteenlopende stijlen en sferen vermengen tot één boek, zonder er een organisch geheel van te maken.'
,,Ik hou van volle verhalen en zocht naar een onzuivere eenheid: verschillende werelden, indrukken, kleuren, geluiden, geuren, verhalen die samengevoegd zijn zonder dat ze vervloeien. Conform mijn idee over onze wereld, onze multiculturaliteit: we moeten mengen -wat moeilijk is- maar de verschillende elementen moeten voor een deel herkenbaar blijven. We moeten dus niet streven naar assimilatie, iets wat tegenwoordig zo in zwang is. De manier waarop ik vertel, hangt samen met de boodschap.'
,,Zo had ik het van tevoren niet bedacht. Toen ik begon, wist ik alleen dat het een overdadig, barok boek moest worden en dat de hoofdpersoon terug in de tijd moest gaan. Het moest over een multicultureel verleden gaan, over de grote wereld, over Jasje, die ik nog van vroeger kende, en hij moest twaalf zijn omdat dat zo'n mythische leeftijd is: net afscheid genomen van de kindertijd.'
,,Het verhaal schreef zichzelf, sleurde mij mee. De verhalen die ik aan de keukentafel heb verteld, boeken die ik gelezen heb en een zwerm gele vlinders die ik zelf eens tijdens een vakantie heb zien opvliegen, alles werd erin gezogen.'
,,Nadat ik iets had bedacht, moest ik het precies uitzoeken. Doordat Jasje terug in de tijd gaat, komt hij door de periode van de pestepidemieën. Daar bleek ik bijvoorbeeld nauwelijks iets over te weten. Kan iemand binnen een dag doodgaan? Uiteindelijk kon ik een deskundige raadplegen die met pestlijders heeft gewerkt in India. Hij raadde me de longpest aan voor Jasje. Echt 'vet' vond een jongen van twaalf die passage.'
,,Ik had er zo'n plezier in alles kloppend te maken. Jarenlang ben ik bezig geweest met andere mooie dingen -lesgeven, literatuurwetenschappelijk onderzoek- en heb ik mijn drang tot vertellen weggeduwd. Opeens botste ik tegen een deur op en besloot die te openen. Hij werd uit mijn handen gerukt. Tijdens het schrijven moest ik mijzelf vooral afremmen. Terwijl ik van tevoren eigenlijk alleen hoopte een boek te maken dat de lezers zou ontroeren, of ze nu acht of tachtig zouden zijn. Dat ze na afloop het idee zouden hebben: dit gaat over het leven.'