'Ik druk de bangheid de kop in'

Pieter Wispelwey viert zijn vijftigste verjaardag in het Amsterdamse Concertgebouw met twee avonden kamermuziek én hij lanceert zijn derde opname met de Suites voor cello solo van Bach.

INTERVIEW | FREDERIKE BERNTSEN

Als tiener hoorde hij zijn latere leraar Anner Bijlsma de Suites voor cello solo van Bach spelen in de Amsterdamse Waalse kerk. Slapeloze nachten volgden: "Niet door een enge droom, maar door dat geluid dat maar rond bleef zingen in mijn hoofd", zegt Pieter Wispelwey. "Als een sirene van schoonheid: dit is het mooiste wat er bestaat. Hier wil ik mee leven, en ik wil er dicht bijkomen."

Is er een andere componist die hem zó bezighoudt? "De suites vormen een substantieel onderdeel van het repertoire voor cellisten. Je hebt nog die andere grote B: Beethoven. Zijn vijf sonates voor cello en piano blijven ook terugkomen. Brahms schreef er twee. Ja, en dan houdt het al snel op. Er is niet een cyclus van Berio of Kurtág waar ik een avond mee kan vullen - een avond een verhaal vertellen aan de hand van een grote componist."

In Oxford bezocht Wispelwey twee professoren, Bachkenners, om te overleggen, de noten te bestuderen: hoe snel, wat voor soort staccato, hoezeer legato? "Ik weet minder omdat ik meer weet. En des te meer besef je dat je er niet genoeg van kunt weten. Zelfs de geleerden, die van minuut tot minuut een dag van Bach kunnen uitstippelen, zitten met vraagtekens."

Het doosje met daarin twee cd's en een dvd met de Oxfordexpeditie is opgedragen aan Wispelweys eerste cellopedagoge, en levenslerares: Dicky Boeke. "Zij leerde me het Duitse lied kennen, Schubert, Brahms, Strauss, gezongen door Dietrich Fischer-Dieskau. Honderden luisteruren zijn daaraan opgegaan. Zij stond de muzikaliteit en frisheid van zijn manier van muziek maken voor, en de fysieke dimensie van het musiceren. Tieeeh dooh dieeh", klinkt het met stevig vibrato door Wispelwey's keuken in een landelijk dorpje ten noorden van Amsterdam. Hij zingt de eerste noten van Beethovens Derde sonate voor cello en piano voor. "Daar kun je niet genoeg van genieten. Het besef van de fysieke sensatie bij het aanstrijken van die noten, dat sloeg enorm aan."

"Ik heb zeer veel Bach voor haar gespeeld. Ze had een absolute aversie tegen pretenties en maniërisme. Bach moet je vol kleur en fantasie uitvoeren, maar er moet een element van aardsheid inzitten, en dus eigenlijk ook weer muzikaal plezier."

Lang voerde Wispelwey op het podium de Bachsuites uit op een cello met stalen snaren. Schoon spelen, noemt hij dat. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kan en van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds leende hij een barokcello met darmsnaren ('dikke touwen'). Dat deed hij ook voor zijn eerdere opnames, maar nu draaide hij de stemming terug naar 392 Herz. Ter verduidelijking: een modern orkest is gestemd op een A van 442 Herz. Wispelwey zette de knop om: zo moet het vroeger geweest zijn. "Het klinkt allemaal ruiger en echter, tenminste, zo voel ik dat. Het is heel opvallend dat Bach voor cello solo heeft geschreven, want in zijn tijd had het instrument een krasserig basgeluid, totaal anders dan we nu kennen. Een nuttig basinstrument ter begeleiding dus, maar om daar je hele verhaal aan op te hangen, dat is gedurfd. Bach was voor de duvel niet bang, heel onconventioneel en ook wel een beetje gek. Deel van de magie van de suites is dat zo'n grote meneer voor zo'n beperkt instrument heeft geschreven. Het kan geen kwaad dat generatie op generatie zich aan diezelfde steen blijft stoten en dat de suites steeds vanuit een nieuwe invalshoek bekeken worden."

Vijftig jaar: groot feest, in de achtertuin en met een weekend in het Amsterdamse Concertgebouw waar de nieuwe Bachopname gelanceerd wordt. Is hij veranderd in de opnames, als cellist, als mens? "Er moeten altijd lagen af, dat zal in de toekomst ook zo blijven. Steeds meer clichés, afgesproken wetjes moeten er afgebikt worden. Die wetjes komen uit de uitvoeringspraktijk, die zegt hoe dingen horen. Je blijft je eindeloos afvragen: wat ik hier doe, is dat wel goed, betekenisvol, spontaan? Of is dit een loos gebaar? Het is goed om voortdurend te twijfelen over je routines en je af te vragen of je ze niet los kunt laten. Zo hoop je tot een persoonlijker stijl te komen, zonder opgelegde regels."

"Die eerste Bachopname is netjes, té netjes. Muziek moet niet netjes zijn. Muziek als een aangeharkt tuintje is niet fijn. Die correctheid was een houvast. Misschien ben ik nu genereuzer en onbaatzuchtiger in mijn spel. Waarschijnlijk ben ik iets ontspannener. Het echte doel van muziek maken is het overbrengen van het plezier en de intensiteit van een stuk, de rest is bijzaak. Ik heb wel eens de verkeerde eisen aan mezelf gesteld, voor 100 procent alle noten zuiver willen spelen. Als je dan maar 99 procent haalt, dan verkramp je. Die momenten zijn er nog steeds, maar ze treden minder vaak op, gelukkig. Ik ben m'n onzekerheid vergeten.

"Verder heb ik exact hetzelfde gevoel als op mijn twintigste: toen wilde ik concerten geven omdat ik het niet zag zitten in m'n kamertje voor mezelf te blijven spelen. Ik wilde laten horen waar ik mee bezig was, wat ik spannend vond. De drang om dat te delen is er nog steeds. Ik heb fantasieën over muziek die ik niet voor mezelf wil houden. De suites zou ik graag nog een paar keer opnemen. Dat is geen grootheidswaan, maar gewoon heel leuk om te doen."

Die vijftig jaren markeren een mijlpaal, en betekenen voor Wispelwey ook een boel nieuwe hoofdstukken. Quartet Lab is de naam van het gloednieuwe strijkkwartet waarin hij speelt. Patricia Kopatchinskaja, Pekka Kuusisto en Lilli Maijala zijn z'n kompanen. Ook is Wispelwey's pianistenschare de afgelopen tijd, naast trouwe vriend en duopartner Paolo Giacometti, uitgebreid met jongelui. "Vandaar dat ik op deze middelbare leeftijd zo vrolijk ben. Klinkt eng, middelbare leeftijd, maar het is wel de waarheid. Daarom vier ik het ook. Ik ben niet bang, ik druk de bangheid de kop in. En het werkt, ik win. Bovendien, opeens heb ik die poule van jonge musici om me heen. Ik laaf me eraan."

Pieter Wispelwey viert feest: 22 en 23/9 in het Amsterdamse Concertgebouw met muziek van onder anderen Ravel, Brahms en Beethoven, gespeeld door Martin Fröst, Kristian Bezuidenhout, Paolo Giacometti e.a.

Info: www.concertgebouw.nl; pieterwispelwey.com. Het concert van 22/9 is uitverkocht, maar wel te volgen via een live stream op www.concertgebouw.nl/live.

Concerten in Eindhoven en Amsterdam
Het nieuwe strijkkwartet waarin Pieter Wispelwey speelt, Quartet Lab, voert dit seizoen muziek uit van Beethoven, Bartók, Kurtág en Salonen. In december doet het viertal Schloss Elmau aan. In 2013/14 concerteert het kwartet in Londen, Berlijn en Bonn, maar ook in Eindhoven en Amsterdam.

Naast Wispelwey's derde uitgave van de Bachsuites zijn van hem de volgende cd's in aantocht: een liveopname van Saint-Saëns' Tweede celloconcert met het Symfonieorkest van Vlaanderen; en met hetzelfde orkest onder leiding van Seikyo Kim heeft Wispelwey het Celloconcert van Lalo vastgelegd. Ook komt er een liveregistratie aan met muziek van C.Ph.E. Bach, Tsjaikovski en Strawinsky, uitgevoerd met Musikkollegium Winterthur.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden