IJshockeyers 'horen niet thuis in deze poule'

IJshockey. Foto ter illustratie. Beeld Patrick Post
IJshockey. Foto ter illustratie.Beeld Patrick Post

Een jaar na de degradatie naar het vierde mondiale niveau wil Oranje de schade repareren.

Noor de Kort

Het Nederlandse ijshockey kende betere tijden, maar krabbelt geleidelijk weer wat op. Nadat Tilburg Trappers afgelopen vrijdag kampioen werd in de Duitse Oberliga Nord, hoopt het nationale team deze week de titel binnen te slepen op het WK in de tweede divisie in Tilburg.

Vooraf ogen de omstandigheden gunstig: alle spelers van Tilburg Trappers zijn beschikbaar, het team bestaat uit veel jonge, gretige spelers en er wordt gerekend op het thuispubliek om de Nederlanders naar de overwinning te schreeuwen.

Het WK in 2017 was de zoveelste teleurstelling voor de Nederlandse ijshockeywereld. Nederland speelde bepaald niet met zijn beste spelers, zoals noodgedwongen vaker gebeurde. Nederlands beste ijshockeyclub, Tilburg Trappers, was voor play-offs in Duitsland, waardoor op het WK dertien internationals werden gemist. Degradatie naar Divisie II, Groep A (het vierde mondiale niveau) was het gevolg.

Vanwege de matige prestaties krijgt de Nederlandse IJshockeybond geen geld meer van sportkoepel NOC-NSF. Theo van Gerwen, technisch directeur bij de bond, vindt het een vreemde gang van zaken. "NOC-NSF zegt: eerst presteren en dan krijg je misschien weer een bijlage, maar hoe moeten we presteren als we niet kunnen investeren?", vraagt hij zich af.

Talentontwikkelingsteams

Toch doet de bond er nu, op eigen houtje, alles aan om het niveau op te krikken. Investeren in talentontwikkeling is hierbij het belangrijkste wapen. Dit gebeurt met behulp van zogeheten 'talentontwikkelingsteams' voor spelers onder twaalf, onder veertien en onder zestien. Waar de bond vijf jaar geleden nauwelijks wist welke talentvolle jeugdspelers er in Nederland rondschaatsten, is de aanwas van onderaf nu wel bekend.

Bovendien wil de bond met de talentontwikkelingsteams meer toewijding voor het nationaal team creëren. Spelen voor Oranje moet weer een hoogtepunt zijn, en geen uitje naast de clubcompetitie. De bond lijkt in dit doel te slagen. "Jonge spelertjes zijn heel gemotiveerd om hard te werken en zo in het nationaal programma terecht te komen", vertelt de technisch directeur.

De eerste vruchten ervan lijken te kunnen worden geplukt: in de selectie voor het WK zijn enkele jonge, gretige spelers opgenomen. Aangevuld met een aantal meer ervaren spelers, die een mentorrol vervullen, staat er volgens Van Gerwen een sterke ploeg op het ijs.

Daarin speelt natuurlijk ook mee dat de spelers van Tilburg Trappers dit jaar wel beschikbaar zijn. Een van die jongens is de 22-jarige aanvaller Reno de Hondt, die deze week zijn eerste WK speelt. Dat veel van zijn Tilburgse teamgenoten ook samenspelen bij Oranje, is volgens hem een voordeel. "De chemie is er meteen al", legt hij uit.

Grootste concurrentie

Vanwege de degradatie van vorig jaar zullen de Nederlanders het moeten opnemen tegen teams die zij niet vaak tegenkomen. Van Gerwen gokt dat de grootste concurrentie zal komen van Australië, Servië en China, vanavond de eerste tegenstander.

"Bij China is het altijd slecht in te schatten wat voor soort team er staat", stelt de technisch directeur. "Het land investeert de laatste paar jaar goed in ijshockey, dus we zijn benieuwd hoe het team er nu uitziet."

Met een tactiek van veel druk zetten op de tegenstander en fel najagen kan de Nederlandse ploeg volgens Van Gerwen het goud veroveren en zo weer promoveren naar Divisie 1, Groep B. Ook De Hondt heeft vertrouwen in een goede afloop. "We horen niet thuis in deze poule", vindt hij.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden