IJs en straf
Op het sportveld, in de rechtszaal, van Tweede Kamer tot borreltafel: overal klinken argumenten. Tigrelle Uijttewaal ontleedt waarom sommige wel, en vooral waarom andere niet deugen.
Marc Dutroux is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en tien jaar tbs. Noch de slachtofferrol die hij ruim honderd dagen op zich nam, noch zijn netwerktheorie maakt indruk op de jury. En dat hij van zijn moeder geen ijs kreeg tijdens vakanties evenmin.
Die slachtofferrol en de netwerktheorie hadden evenwel nog iets te maken met de zaak-Dutroux. Zo zou hij Sabine en Laetitia hebben moeten ontvoeren omdat hij met de dood bedreigd werd en zou hij als willoze pion de afschuwelijkste opdrachten hebben uitgevoerd binnen een pedofilie- en drugsnetwerk.
Maar wat heeft ontvoeren, opsluiten, verkrachten en vermoorden van meisjes te maken met een gebrek aan ijs?
Die vraag dient zich aan omdat we er volgens de taalfilosoof H.P.Grice van uit mogen gaan dat taalgebruikers zich houden aan het samenwerkingsbeginsel. Grice formuleert dit beginsel als een advies: 'Zorg dat uw bijdrage aan het gesprek in overeenstemming is met hetgeen op een specifiek moment nodig is voor het doel of de richting van het gesprek op dat moment'.
Omdat alle taalgebruikers handelen naar het samenwerkingsbeginsel, proberen ook de luisteraars en lezers te voorkomen dat het geschonden wordt. Zij beogen elke bijdrage die niet in de haak lijkt, zo te interpreteren dat toch voldaan wordt aan de stelregels van Grice. Waaronder die van relatie, die luidt: maak elke bijdrage relevant.
Die relevantie hangt samen met het doel van het gesprek. Dutroux repte van de vakanties zonder ijs bij het verhoor, een onderdeel van de rechtszaak waarin het draaide om de vraag of hij straf moest krijgen en, zo ja, welke. Wat een verdachte tijdens een verhoor te berde brengt, kan gebruikt worden als bewijs. Bijvoorbeeld voor de stelling dat de verdachte -los van wat hij gedaan heeft- niet strafbaar is. En aan die stelling zijn de verklaringen van Dutroux moeiteloos te koppelen.
Dutroux droeg tijdens zijn verhoor allerlei 'feiten' aan waarmee -in theorie- naar strafuitsluitingsgronden als overmacht en ontoerekeningsvatbaarheid toegewerkt kan worden. Zo liet hij weten dat hij Sabine en Laetitia ontvoerde omdat hij met de dood bedreigd werd.
Maar kennelijk ziet Dutroux nauwelijks verschil tussen de redeneringen
1) 'Geen straf want verdachte is niet strafbaar want er is sprake van overmacht want verdachte werd met de dood bedreigd.' en
2) 'Geen straf want verdachte is niet strafbaar want er is sprake van ontoerekeningsvatbaarheid want de vakanties van verdachte waren verschrikkelijk want hij kreeg in tegenstelling tot andere kinderen geen ijs.'
Met beide redeneringen valt handig in te spelen op de emoties van het publiek. Dutroux hoopte waarschijnlijk dat de jury zowel een zwak heeft voor criminelen die zelf met de dood bedreigd worden, als voor kinderen die geen ijsjes krijgen.
Inspelen op de gevoelens van het publiek (pathos) beschouwt Aristoteles als een van de drie manieren om te overtuigen. De andere twee overtuigingsmiddelen zijn argumenten (logos) en de uitstraling, het gezag, de deskundigheid en de geloofwaardigheid van de spreker of schrijver (ethos).
In de eerste redenering van Dutroux valt -met goede wil- best steekhoudende argumentatie (logos) te zien. Bedreigd worden met de dood is geen kracht waaraan gemakkelijk weerstand te bieden valt. Rest de vraag of het waar is dat Dutroux gedood zou worden als hij de meisjes niet ontvoerde en of er, zo ja, dan sprake is van overmacht.
In de tweede redenering ontbreekt echter de logos. De verkorte versie 'Geen ijs dus geen straf' valt gemakkelijk te ontmaskeren als schijnbare argumentatie. Hier wordt alleen nog maar op het gevoel gewerkt. Zo'n beroep op medelijden wordt een argumentum ad misericordiam genoemd. Een linke zet die alleen effectief is als de tegenstanders bezwijken voor de druk die daarmee op hen uitgeoefend wordt. Als hun emoties zo oplaaien dat zij hun goede oordeelsvermogen verliezen. Iets wat de jury bij het proces-Dutroux niet liet gebeuren.