Iconen in zwart en wit
Brandt, Schmidt, Kohl, Merkel. Maar ook Warhol, Jagger, Joplin en Eco. Fotografe Barbara Klemm (75) heeft ze allemaal voor haar lens gehad. Op bezoek bij een chroniqueur, van wie in museum De Fundatie een expositie is te zien.
Joschka Fischer duikt steeds weer op uit de dozen met foto's in het huisarchief van Barbara Klemm. In de tijd van de studentenbeweging, toen hij met een zwarte motorhelm op de gevestigde macht te lijf wilde. In 1985, toen hij in het Hessische parlement met witte gymschoenen aan de eed als eerste Groenen-minister aflegde. En later, als bedaagde minister van buitenlandse zaken in het kabinet-Schröder. "In het begin zeiden we nog 'je' tegen elkaar, later werd dat 'u'."
De serie Fischers is kenmerkend voor de loopbaan van Klemm als fotograaf. Ze heeft ruim 35 jaar lang het politieke leven in de Bondsrepubliek in beelden gevangen. Die beelden hebben zich als iconen in het collectieve geheugen van de Duitsers vastgezet. Zaterdag opent in museum De Fundatie in Zwolle een tentoonstelling met haar werk, want ook Nederlanders zullen bij het terugzien van haar foto's tal van momenten van herkenning hebben. En bij elke foto die ze uit een van de honderden dozen tevoorschijn haalt, heeft ze een verhaal.
Bijvoorbeeld bij de foto van bondskanselier Willy Brandt, die in ontspannen pose luistert naar een disputerende Leonid Brezjnev. Om hen heen allemaal tolken en raadgevers, die naar de leiders voorover buigen en lijken mee te discussiëren. Het is 1973, de Sovjetleider is op bezoek in Bonn, het toenmalige regeringscentrum van de Bondsrepubliek. De foto documenteert een hoogtepunt uit de ontspanningspolitiek van Nobelprijswinnaar Brandt.
undefined
Het juiste moment
Klemm was samen met een Russische collega de enige fotograaf bij de koffiepauze van de twee politieke leiders. Ze wist met haar twee lichte camera's en onopvallende tas op veel plaatsen binnen te sluipen waar andere fotografen werden geweerd. En haar grote kunde was het wachten op het juiste moment. Onopvallend zijn, vriendelijk lachen naar iedereen, ook naar de allermachtigsten der aarde. "Eindelijk een vrouw!", had Brezjnev nog geroepen.
De foto met Brandt en Brezjnev wordt telkens weer vertoond. Hij opende het grote retrospectief van haar werk, eind 2013 in Berlijn. Uit de ruim 300 foto's die toen te zien waren, toont de Fundatie nu een selectie van circa 100. Op de folder waarmee het voor de tentoonstelling werft, prijkt alweer die foto met Brandt en Brezjnev, ooit geplaatst in het destijds foto-arme dagblad Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ).
Klemm was toen, in 1973, nog maar drie jaar een van de vaste fotografen bij de deftige krant uit Frankfurt am Main. Daarvoor assisteerde ze slechts bij het maken van clichés. In haar vrije tijd maakte ze zelf foto's. Tijdens de studentenopstanden in Frankfurt bijvoorbeeld. "Daar leerde ik mijn man kennen, een medicijnenstudent, zeer geëngageerd. En ik niet minder. Zo heb ik ook Joschka Fischer ontmoet."
"Maar ik merkte toen dat je geen foto's kunt maken als je er middenin zit. Als je tijdens een demonstratie ineens hard voor de politie moet wegrennen, krijg je niets in beeld. Ik heb toen geleerd afstand te nemen, op enige distantie op het juiste moment te wachten." Later werden foto's geplaatst in bladen als Die Zeit, Stern en Der Spiegel. Toen vond de FAZ het tijd om haar in vaste dienst te nemen.
undefined
Oostblok
Van 1970 tot 2004 reisde ze heel Duitsland af van het ene partijcongres naar het andere, volgde ze verkiezingscampagnes en schoot ze fascinerende beelden van oorlogsachtige situaties bij demonstraties tegen kernwapens en kernenergie. Maar daar bleef het niet bij. Ze greep elke gelegenheid aan om door de FAZ op verre reizen te worden gestuurd. Daarbij ontwikkelde ze een speciale voorkeur voor reportages in het Oostblok.
"Dat was niet makkelijk. Je kreeg in landen als Polen en de Sovjet-Unie altijd een oppasser mee. Maar dan stond ik gewoon vroeg op en fotografeerde nog voor het ontbijt alles wat ik interessant vond." Die foto's verdwenen eerst in het archief, maar haalden allengs de krant. Bijvoorbeeld in de FAZ-bijlage 'Bilder und Zeiten', een bijlage op glad, licht glanzend papier, waarop Klemms genuanceerde zwart-witbeelden extra goed uitkwamen.
"Wat me fascineerde was dat de mensen in Oost-Europa veel langer onder de gevolgen van de oorlog hebben geleden dan wij in het Westen. Bij ons ging het door de amerikanisering betrekkelijk snel weer goed. Terwijl wij degenen waren geweest die hun de oorlog hadden gebracht. En hoewel zij gewonnen hadden, beleefden ze daarna zware tijden. Ik vond dat we dat de Duitse lezers moesten laten zien. Dat was mijn drijfveer."
Niet alleen in Oost-Europa struinde ze de straten af op zoek naar beelden van het gewone leven. "Ik ben op alle continenten geweest. Behalve Australië." Van haar reizen getuigen haar talloze boeken en tentoonstellingen. Stuk voor stuk laten die haar talent zien voor het juiste moment, de perfecte kadrering en de schilderachtige compositie. Meestal staan er meerdere mensen op, die in hun houdingen tegenover elkaar hele verhalen vertellen.
Dat talent heeft ze ontwikkeld door goed naar grote voorbeelden te kijken. Naar haar mentor bij de FAZ bijvoorbeeld, Wolfgang Haut. Naar Cartier-Bresson ook, de grote Franse fotograaf. En naar Erich Salomon, de Duitser die in de jaren dertig in Nederland werkte en van wie Trouw onlangs in de serie Sluitertijd een prachtige foto van een ontvangst bij premier Colijn afdrukte. Als je niet beter wist, zou je denken dat Klemm hem had geschoten.
De Erich Salomon-prijs is een van de meest gerenommerde fotoprijzen in Duitsland. Klemm heeft hem in de kast staan. Maar prijzen kreeg ze vooral voor wat men haar 'koningsdiscipline' noemt: de portretfotografie. Ze heeft talloze groten uit de wereld van kunst en cultuur voor de lens gehad. "Nee, politici portretteren vind ik niets aan. Die tonen alleen karakter als ze in actie zijn, toespraken houden, debatteren, onderonsjes hebben."
Voor kunstenaars neemt ze de tijd. "Een uur, dat is de regel. En zonder de schrijvende journalist erbij, want die neemt alle aandacht weg. En ik bereid me goed voor. Lees teksten van hen en over hen. Ik probeer wat te praten tijdens de sessie. Ik probeer ze tot geduld te verleiden. Er moet contact zijn tussen de geportretteerde en mij. Want alleen dan komt er contact met het publiek dat de foto ziet."
"De Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard, o, wat was ik bang van tevoren! Diens Zwitserse collega Dürrenmatt, een lastige, knorrige man. De Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol, dat was een gelukstreffer."
Alleen al die drie portretten zijn een tentoonstelling waard.
Barbara Klemm, 'Tussen Willy Brandt en Andy Warhol', van 5 september t/m 29 november 2015 in Museum de Fundatie in Zwolle.
undefined